Journaliste Jolanda Denekamp uit Barneveld schreef een gids met vijftien wandelroutes over de Veluwe en door de Gelderse Vallei. Ze gaan door bossen, polders, natte gebieden met vennetjes en over heide en zandverstuivingen.
Wandelen is voor Jolanda Denekamp vooral ook de tijd nemen. „Om de natuur te beleven en ervan te genieten. Je weet nooit wie of wat je tegenkomt: interessante mensen, een bijzonder dier, een mooi plantje. Dat is het leuke aan wandelen. Zo kan ik op het Wekeromse Zand wel een kwartier naar een moeflon zitten kijken, als ik die daar zie in de bosrand. Je moet niet op een bepaald tijdstip terug willen zijn. Als je op de klok let, zie je niets meer. Dan blokkeer je verrassingen en toevallige ontmoetingen.”
Jolanda was betrokken bij de totstandkoming van langeafstandspaden en streekpaden als het Trekvogelpad, het Veluws Zwerfpad, het Groot Frieslandpad en het onlangs gepresenteerde Romeinse Limespad van Katwijk naar Nijmegen. ”Op pad met Jolanda” is Denekamps eerste eigen wandelgids. De routes, die eerder verschenen in haar gelijknamige rubriek in de Barneveldse Krant, variëren in lengte van twee tot zestien kilometer.
Ommetje
De kortste route is op landgoed Otelaar bij Barneveld. „Zogeheten nieuwe natuur”, aldus Denekamp. „Menigeen weet niet dat je daar gewoon mag wandelen. Otelaar is openbaar gebied. Laatst zag ik er rond acht uur ’s avonds nog twee reeën. Niet helemaal verwonderlijk, het landgoed grenst aan natuurgebied ’t Paradijs. Twee kilometer is niet veel, maar sommigen vinden dat genoeg om ’s avonds nog even een ommetje te maken.”
Met haar wandelgids wil Denekamp vooral „mensen op een idee brengen”. „Om aan de wandel te gaan in een gebied dichtbij waar ze nog nooit geweest zijn. De Veluwe is niet alleen maar bos. Ik vind het leuk als mensen zich over de natuur kunnen verwonderen.”
Kleine paadjes
Behalve op Otelaar en het Wekeromse Zand zette de Barneveldse journaliste en natuurgids onder andere routes uit op de landgoederen Den Treek-Henschoten bij Leusden, Appel bij Nijkerk en Oldenaller bij Putten. Verder lopen er routes in de polder Arkemheen tussen Nijkerk en Bunschoten, in het Renkums Beekdal, bij Stroe, Voorthuizen en Otterlo en op de Ermelose Heide. „Daarbij ontkwam ik er niet aan om delen van bestaande routes te gebruiken, want die zijn er in het gebied genoeg. Mijn routes leiden toch vooral over de kleine paadjes, weg van de parkeerplaatsen, waarmee ik laat zien dat er meer is dan de gebaande wegen.”
Foto’s van onder anderen amateurnatuurfotografen van de afdeling Barneveld van de vereniging voor natuureducatie IVN illustreren de gids.
Romeinen
Denekamp vulde de routebeschrijvingen aan met tips, natuurweetjes en interviews. „Zo vroeg ik voor het hoofdstuk over de Ermelose Heide, waar de restanten van een Romeins marskamp zijn aangetroffen, aan een historica die een kookboek over de Romeinse keuken schreef, wat de soldaten die daar gelegerd waren gegeten zouden kunnen hebben. En passant wijs ik wandelaars op de bijvoet die je vooral op zandgronden ziet. Die naam dankt het plantje mogelijk aan de Romeinen die bladeren van de bijvoet in hun sandalen stopten om te voorkomen dat ze tijdens de kilometerslange dagmarsen voetproblemen kregen.”
In de polder Arkemheen wandelde Denekamp met vogelaars die daar al veertig jaar komen. „Ik vroeg hun wat er nou in al die jaren veranderd was. Mij valt daar op dat ik steeds meer zilverreigers zie. Dat konden zij beamen. Ze hadden er ook een verklaring voor: door de klimaatverandering wordt het warmer, waardoor de vogels niet verder trekken.”
www.denekamptaalentrails.nl