Kerk & religie
Onderzoek naar mennonieten in Friesland het moeilijkst

In de documentaire ”Seven points on earth” staat het boerenbedrijf van mennonieten centraal. De Canadese historicus Royden Loewen onderzocht zeven mennonietengemeenschappen over de hele wereld. Afgelopen zaterdag ging zijn documentaire in het Friese Witmarsum in première.

Jan Auke Brink
28 June 2018 20:28Gewijzigd op 16 November 2020 13:38
Doeke Odinga, Royden Loewen,Menno de Vries en Yvonne Willems (v.l.n.r.) voor de boerderij van Odinga in Pingjum. De Canadese historicus Loewen onderzocht zeven mennonietengemeenschappen van over de hele wereld.  beeld Marchje Andringa
Doeke Odinga, Royden Loewen,Menno de Vries en Yvonne Willems (v.l.n.r.) voor de boerderij van Odinga in Pingjum. De Canadese historicus Loewen onderzocht zeven mennonietengemeenschappen van over de hele wereld.  beeld Marchje Andringa

Loewen, hoofd van de afdeling mennonietenstudies aan de universiteit van Winnipeg in Canada, logeert voor de première in Witmarsum. „Het voelt als een bedevaartstocht”, zegt hij aan de keukentafel van Doeke Odinga in het dorpje Pingjum. Het gebied rond Witmarsum is de bakermat van de mennonieten, de volgelingen van de zestiende-eeuwse prediker Menno Simons (1496-1561). Niet alleen voor Loewen is het bijzondere grond, er komen geregeld bussen met bedevaartgangers.

Atlas

Voor zijn onderzoek liet Loewen boeren uit zeven verschillende gemeenschappen interviewen over hun geloof, werk en wereldbeeld. Odinga is een van die geïnterviewde doopsgezinde boeren. De mannen vinden elkaar al snel in een gemeenschappelijke interesse voor het verleden. Odinga laat in een atlas zien hoe Friesland er rond de zestiende eeuw uitzag. Loewen: „Ik probeerde me er altijd al een voorstelling van te maken hoe het moet zijn geweest toen Menno Simons hier leefde.”

Ook Menno de Vries, eveneens een doopsgezinde boer, en Yvonne Willems, bedenker van de tentoonstelling ”Menno Simons Groen” in het Groencentrum in Witmarsum, zitten aan Odinga’s keukentafel. Het gesprek komt op de vraag wat de overeenkomsten zijn tussen de mennonietenboeren. „Eigenlijk zijn er geen aanwijsbare overeenkomsten in de manier waarop ze naar het boerenbestaan kijken”, zegt Loewen. „Je ziet grote verschillen tussen de gemeenschappen. In Bolivia zweren de mennonieten bijvoorbeeld bij tractors met stalen banden, terwijl we hier op een supermoderne Friese boerderij zijn. De overeenkomst zit misschien in een grondhouding: vanuit het geloof naar het leven kijken. Aandacht voor elkaar en voor de wereld hebben.”

Biologisch

Odinga herkent dat wel. „Als boer ben ik ondernemer. Mijn geloof zit vooral in hoe ik vind dat we met elkaar moeten omgaan.” Op die opmerking haakt Loewen in: „Je voelt je dus verantwoordelijk voor je omgeving? Zie je dat niet terug in de manier waarop je boer bent?” Odinga, twijfelend: „Ik denk het niet. Zou ik dan niet eigenlijk een biologische boer moeten zijn?”

Dergelijke zoekende gesprekken zijn op zeven plekken in de wereld gevoerd. Voor zijn onderzoeksproject maakte Loewen gebruik van lokale onderzoekers die de boeren voor hem interviewden. Zo heeft hij gegevens van Amerikaanse, Indonesische, Zimbabwaanse, Boliviaanse, Siberische, Canadese en Friese mennonietenboeren verzameld.

Tradities

Dat Loewen met zijn onderzoek geen gemene deler zou vinden in de manier waarop mennonieten boeren, wist hij van tevoren. „Ik wilde meer een nieuwe manier van onderzoeken introduceren. Het gaat er in mijn project om dat we kijken naar hoe de lokale gemeenschappen in de wereldeconomie functioneren. Daarbij komen heel interessante manieren van het vasthouden aan tradities naar voren.”

„Het onderzoek naar de Friese boeren was het moeilijkst”, zegt Loewen. „In Zimbabwe hebben we wel twintig boeren kunnen interviewen, hier in Friesland maar tien. Je ziet dat mennonieten overal ter wereld samenklieken. Ze gaan bij elkaar wonen en ze vormen een hechte gemeenschap. Maar hier is dat nooit gebeurd. Er is hier ook minder bewustzijn van de eigen geschiedenis. In andere landen waar we het onderzoek hebben gedaan, dragen de mensen hun geschiedenis echt met zich mee. In Friesland is dat minder.”

Zelfbewustzijn

Dat is historisch te verklaren. De diaspora van de mennonieten begon in Witmarsum. Loewen: „Ze trokken naar Duitsland, daarna ging het verder naar het oosten. En van daaruit naar Amerika en Canada. In die plaatsen vestigden ze zich steeds weer als een eigen gemeenschap, maar in Friesland leefden ze altijd samen met de rest van de bevolking.”

Loewen is zelf mennoniet. Zijn project is niet alleen voor de wetenschappelijke wereld: „Met dit project wil ik de mennonieten meer zelfbewustzijn geven. Ik help hen te onderzoeken wie ze eigenlijk zijn.” In de documentaire worden leden van deze zeven gemeenschappen zelf geportretteerd. Wetenschappelijke artikelen en boeken bereiken de kleine boerengemeenschappen van de mennonieten doorgaans niet.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer