De tijd tikt op oud ijzer
Het werken met beelden in combinatie met een fascinatie voor tijd en milieu leidde fotograaf en videomaker Ruben Koerhuis naar de stort. Daar ontstaan zijn klokken: BrokenFaces.
Ruben Koerhuis (1959) produceert en regisseert video’s voor het bedrijfsleven. „Na de Vrije Academie in Den Haag, waar ik veel van de techniek leerde, snuffelde ik eerst een jaar of drie aan het vak in vaste dienst van een videoproducent, voor ik zelfstandig begon met fotografie en opdrachtvideo’s. Het resultaat varieert van bloedserieuze documentaires over bijvoorbeeld de zorgsector tot luchtige bedrijfsjournaals.”
In zijn Voorburgse huis ontkom je niet aan de camera’s en lenzen. „Vroeger had ik de fotografie nodig om de juiste dimensie en diepte in een beeld te krijgen. Dat lukte toen niet bij video. Dat werden platte plaatjes vanwege de techniek, anders werd het onbetaalbaar. Nu lukt dat wel, de apparatuur is intussen veel beter en minder kostbaar.”
Wat Koerhuis in zijn dagelijks werk intrigeert, is de tijd. „Een film kan een mensenleven in anderhalf uur vertellen. Dat is in feite een vorm van tijdmanipulatie. Alles wat je filmt, is gedateerd als het af is. Die interesse voor tijd heeft absoluut te maken met mijn fascinatie voor de klok.”
Net buiten de deur maken de camera’s dan ook plaats voor oud ijzer: in het atelier waar Koerhuis zijn klokken creëert.
Wijzerplaatjes
Het maken van uurwerken begon met een fotoreportage. „Hier in de straat woont een klokkenmaker. Zo iemand die in een kleine ruimte van vier bij vier ambachtelijk bezig is en onder een loep werkt. Ik mocht daar lekker mijn gang gaan met fotograferen. Ik vond er een doosje met emaillen en koperen wijzerplaatjes van antieke zakhorloges. Op de fiets naar de supermarkt kreeg ik het idee om die uit te vergroten en zag ik de klokken gewoon voor me. Dat was de eerste stap, en het bedenken van de naam BrokenFaces.”
Koerhuis fotografeerde de wijzerplaatjes, printte ze op fotopapier van museumkwaliteit en maakte er een metalen rand omheen. „Heel arbeidsintensief, maar ik werd gedreven door de gedachte aan succes. Nee dus. Ze worden verkocht in de winkel van de klokkenman, maar het is geen doorbraak. Iets nieuws maken uit iets kapots, intrigeert me. Parallel was ik namelijk druk bezig met het maken van video’s over verantwoord ondernemen (zie ”Weg met mvo”), het sloot allemaal mooi op elkaar aan.”
Tegelijkertijd maakte Koerhuis een fotoreportage van een metaalstort. „Ik was op zoek naar mooie beelden. Daar ontstond de volgende link met de klok. Ik had kunnen volstaan met een stuk metaal, daar een gat in boren en er een uurwerk van maken. Maar dat was me te gemakkelijk. Dan heb je wel een uniek exemplaar, maar voor mezelf was het niet spannend genoeg.”
Stoeien
„Dat wat op de stort ligt, wordt al gerecycled uiteraard. Dus het is niet zozeer dat ik milieubewust bezig ben. Het is fascinerend om iets wat daar ligt te liggen en door de maatschappij is uitgespuugd, een nieuwe wending te geven. Je wordt je daar wel bewust van wat mensen allemaal weggooien maar waarmee van alles te doen zou zijn. Ik trap dan keihard op de rem, zodat ik mijn hebberigheid weet te beperken tot waar ik op dit moment mee bezig ben.”
Nadat hij een stuk of twintig basisontwerpen had gemaakt, duurde het niet lang of hij begon te stoeien met de kleur van de aluminium wijzers. Ze te bewerken met pigmenten, zodat ze passen bij de kleur van de wijzerplaat. En hij verdiepte zich in roestprocessen. Soms stond het ijzer maanden in de regen. „Roest is altijd bruin. In de loop van de tijd verfijnde ik het kleurproces, ik ontdekte hoe ik met acrylaten een patina op metaal kon maken, anders dan bruintinten. Ik wil een klok eruit laten zien alsof hij in een boerenschuur in een vergeten hoek hangt. Waar de kleur nog een beetje door het roest zweeft.”
Sommige dingen gaan buiten hem om. „Iemand zag een van mijn verkochte klokken en wilde precies dezelfde. Ik ben er dagen mee bezig geweest. Het lukte niet, dat had ik hem al voorspeld. Het is een proces dat ik niet onder controle heb. Gelukkig vond hij er meer mooi. Later probeerde ik het opnieuw, een snelle procedure. Komisch genoeg zat ik er toen heel dichtbij.”
Rioleringsbuis
Koerhuis begon met de standaard uitrusting van de „zelfklusser.” Je kunt wel zeggen dat die uitrusting is geëxplodeerd tot een opslagruimte buiten en binnen, verschillende werkruimtes, boren, lasapparaten, staalborstels, beschermende kleding, brillen en potten met pigmenten. En een stuk of zeven haakse slijpers, met namen als doorslijpschijf, afbraamschijf of lamellenschijf. Het is maar een greep uit de totale hoeveelheid gereedschap.
De klokken zijn ondergebracht in drie lijnen, onder de namen ”Roest in kleur”, ”Uniek in roest” en ”Kunst in roest.” Bij de eerste lijn wordt de klok in vorm gebracht door Koerhuis, bij de tweede gebruikt hij de oorspronkelijke vorm van het ijzer dat hij op de stort vindt, bij de laatste lijn maakt hij uit verschillende onderdelen zijn eigen ontwerpen. „Het is een grafische zoektocht, terwijl je ambachtelijk bezig bent.”
In ”Kunst in roest” komt de kijker veel verrassends tegen. De bovenkant van een duikfles, een stukje rioleringsbuis, afval van een trekhaakfabriek, balken uit de staalindustrie. „Vooralsnog geef ik de tijd aan. Als ik kijk naar mijn eigen leven lijkt de tijd soms eveneens een paradox. Nu ik meer met tijd bezig ben, kom ik tijd te kort.”
Koerhuis filosofeert door. „Als ik de klok als onderwerp loslaat, kun je kunst uit metaal maken. Dat zou een volgende stap kunnen zijn. De mogelijkheden zijn eindeloos. Wie weet.”
Weg met mvo
„Zes jaar geleden dacht ik, maatschappelijk gedreven, de wereld gaat met rasse schreden achteruit als we niet ingrijpen. Laten we iets doen.” Met een bevriende journaliste begon Koerhuis „naïef en hoopvol” aan een serie interviews op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen – mvo. „We zetten meteen hoog in. Interviews met CEO’s van DSM, Siemens, de Rabobank. Gesprekken met onder anderen Herman Wijffels, hoogleraar duurzaamheid en maatschappelijke verandering, met Mariëtte Hamer, voorzitter van de SER. Over de rol van organisaties met betrekking tot maatschappelijke issues.
Het opinieplatform ging online, iedereen kon de interviews via YouTube zien en ermee doen wat hij wilde. We kwamen er geleidelijk achter dat we ons te veel op organisaties richtten die als voorbeeld dienen. Dat we de boodschap brachten bij mensen die goed op de hoogte waren van mvo, dat we niet kritisch genoeg waren. Achteraf toch een beetje zeepkistniveau.”
De interviews werden dus kritischer en professioneler. „Een interview met schrijver en ex-politicus Jan Terlouw was een eyeopener. Wij lijken niet te leren van onze fouten.” Op de website staat nu ”Weg met mvo”.
„Als je iets gaat benoemen, krijgt het een soort label of garantiebewijs. Mvo moet een vanzelfsprekendheid zijn, anders suggereer je dat gedeelten dat niet zijn. Verder zijn veel bedrijven goed in ”greenwashing”. Ze wekken de indruk groen bezig te zijn terwijl je dat op zijn minst kunt betwijfelen. Ik geef toe dat ik minder naïef en hoopvol ben geworden. We doen geen interviews meer, maar de video’s worden ook nu veelvuldig bekeken.”