Sociale media heeft jonge mensen in de greep. Ze besteden er soms tot wel tien uur per dag aan, en vinden dat zelf ook veel te veel.
Cijfers over sociale media in Nederland laten al een aantal jaar hetzelfde beeld zien. Het aantal mensen dat gebruikmaakt van sociale media blijft stijgen. Vooral ouderen maken een inhaalslag. Jongeren die niet actief zijn op Facebook, WhatsApp, Instagram, Skype of YouTube zijn er nauwelijks meer. Nog hooguit 1 procent houdt zich daar niet mee bezig.
Het rapport waar het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag mee naar buiten komt bevestigt deze trend weer, maar heeft vooral aandacht voor de schaduwkanten van sociale media. Zo noemt 30 procent van de ondervraagde jongvolwassenen zich verslaafd aan sociale netwerken. Een flinke stijging ten opzichte van de 19 procent uit 2015.
De tijd die 18- tot 25-jarigen doorbrengen op sociale media is fors toegenomen. In 2015 spendeerde 17 procent van hen 3 tot 5 uur per dag aan sociale media en 4 procent was er 5 tot 10 uur mee bezig. Deze percentages zijn in 2017 toegenomen tot respectievelijk 29 en 9. Dat betekent dat jongeren een groot deel van hun vrije tijd aan sociale media besteden.
Niets missen
Het is opvallend dat deze groep jongvolwassenen, die vergroeit lijkt met sociale media, zelf aangeeft waar het wringt. Ruim 40 procent zegt dat hun online gedrag negatieve gevolgen heeft voor de nachtrust. Ook komen ze zelf op de proppen met andere negatieve gevolgen, zoals minder goede schoolprestaties, een onrustig gevoel en de angst om iets te missen.
Een belangrijke reden om veel tijd door te brengen op de smartphone heeft te maken met het krijgen van waardering. Het goede gevoel na het krijgen van een like, retweet of share noemt 44 procent van de jongeren belangrijk. En ze vinden het leuk om contact te hebben met leeftijdsgenoten.
Bewustwording nodig
Wim van den Bosch, onderwijsadviseur mediawijsheid bij Driestar educatief, kijkt niet op van de conclusies in het rapport. „Cijfers over 12- tot 16-jarigen zijn nog zorgelijker. Van die groep noemt de helft zich verslaafd aan sociale media. Alhoewel lang niet iedereen die zich verslaafd noemt dat volgens officiële criteria ook is.”
De onderwijsadviseur heeft geen reden om aan te nemen dat de cijfers onder reformatorische jongeren anders zijn. „Uit allerlei onderzoeken blijkt dat refojongeren op dit gebied niet veel afwijken van andere jongeren.”
Van den Bosch benadrukt dat bewustwording erg belangrijk is. Daarom vindt hij het ook goed dat zulke cijfers gepubliceerd worden. Behalve een gebrek aan nachtrust en concentratieproblemen noemt hij ook depressiviteit als gevolg van een verslaving aan sociale media. „Vooral tienermeisjes hebben de behoefte zich mooier voor te doen dan ze zijn. Ze herkennen zichzelf gewoon niet meer.”
„De bewustwording moet beginnen bij kinderen. Laat ze nadenken waarom ze zo veel tijd online doorbrengen. Spreek als ouders een tijd met hen af. Of gebruik een app om de tijd te beperken.”