Wie steunden in 1921 ds. Kerstens adres tegen de vaccinatiedwang? Koos-jan de Jager wil dat weten, om meer inzicht te krijgen in de toenmalige aanhang van de eerste SGP-leider.
Hoe slaagde de eerste SGP-voorman, ds. G. H. Kersten, erin een nieuwe partij op te richten én die in betrekkelijk korte tijd in het parlement te laten belanden? Waar haalde hij zijn aanhang vandaan en hoe mobiliseerde hij die?
Dat zijn geen vragen die voor het eerst gesteld worden. Maar wat er ook over gepubliceerd is, er ligt óók nog veel terrein braak, weet Koos-jan de Jager (22), student religiegeschiedenis aan de Vrije Universiteit. „Over dit alles kunnen we veel te weten komen als we het door ds. Kersten geïnitieerde adres tegen de vaccinatiedwang, uit 1921, aan nader onderzoek onderwerpen.”
Het adres (een ouderwets woord voor een verzoekschrift aan het parlement of aan de regering) is op een bijzondere manier weer gevonden. „De toenmalige voorlichtingssecretaris van het SGP-partijbureau, M. Dankers, kreeg in 1983 een telefoontje dat dit lijvige boekwerk in leren band, met daarin 27.059 handtekeningen, bij De Slegte lag. Als een haas ging hij erheen en kocht het.”
Ds. Kersten en ds. H. Kieviet overhandigden het adres op 9 februari 1922 persoonlijk aan koningin Wilhelmina. Het had geen concreet resultaat; de vaccinatiedwang, die inhield dat alleen tegen pokken ingeënte kinderen de basisschool mochten bezoeken, bleef voorlopig gewoon bestaan.
Bestudering van het adres is om meerdere redenen interessant, vertelt De Jager. „Het is een illustratie van het feit dat ds. Kersten de identiteit van zijn groepering en van zijn nieuwe partij, de SGP, met name zocht in de bekende drie v’s: tegen het vrouwenkiesrecht, tegen verzekeringsdwang en tegen vaccinatiedwang.” Boeiende vraag hierbij is hoe breed het verzet tegen vaccinatiedwang in zijn achterban nu werkelijk leefde. „Dat het er was, staat vast. Maar het valt niet uit te sluiten dat ds. Kersten door zijn opstelling en ageren dat verzet ook versterkt heeft. Misschien kun je zelfs stellen dat hij dit principe, voor zover hij het presenteerde als een van dé kenmerken van héél zijn kring, als het ware heeft uitgevonden.”
Het adres van 1921 is bovendien interessant omdat het laat zien hoe ongelooflijk actief ds. Kersten was in het behartigen van de belangen van zijn groep. Niet alleen in de politiek, maar ook in kerk en onderwijs. Bij dit alles schuwde hij buitenparlementaire, soms provocerende acties niet. „In zijn strijd tegen de vaccinatieplicht reisde hij eens, midden in de nacht, met een auto vol Zeeuwse niet-gevaccineerde kinderen naar Zwolle. Daar kende Kersten –zie het boek ”Van wie is het kind?” van John Exalto– de arts J. Noordtzij, die voor de kinderen een verklaring tekende dat de vaccinatie een gevaar zou zijn voor de gezondheid van de kinderen. Een tweede arts in Apeldoorn ondertekende deze verklaring ook, waardoor de kinderen zónder vaccinatie naar school konden.”
Kerstens actie haalde alle, ook socialistische, kranten. „Hij werd erom beschimpt, maar de publiciteit was door hem ingecalculeerd en gewild.”
Ds. Kersten stopte veel energie in zijn adres tegen de vaccinatiedwang. „Door het hele land had hij zijn contacten en stimuleerde hij mensen om handtekeningen op te halen. Veel handtekeningen kwamen uit zijn eigen woonplaats, Rotterdam. Dat er tevens veel uit Kampen kwamen, was evenmin toeval. Daar woonde P. van der Meulen, een hoofdbestuurslid van de SGP.”
Overigens waren lang niet alle ondertekenaars SGP’ers. „Er zaten ook veel ARP’ers bij. De SGP was nog piepjong en de grens tussen beide partijen was diffuus. Misschien kun je wel stellen dat ds. Kersten in deze tijd bezig was het thema van het verzet tegen de vaccinatieplicht van de ARP in te pikken. Hij gebruikte ook bewust meer argumenten dan alleen godsdienstige, om de steun voor zijn adres zo groot mogelijk te maken.”
Boeiend is de vraag of er een samenhang bestaat tussen de plaatsen waar veel mensen het adres tekenden én de dorpen en steden waarin kort daarna een SGP-kiesvereniging werd opgericht, stelt De Jager.
Verdere bestudering van het adres kan bovendien bijdragen aan meer kennis over het ontstaan van de Biblebelt. „Eerder deed ik onderzoek naar Kuypers volkspetitionnement van 1878. Ik heb gekeken in welke plaatsen dat petitionnement, een 19e-eeuwse term voor een verzoekschrift, vooral werd ondertekend. Dat onderzoek vergrootte ons inzicht in de zogeheten protestantengordel. Op vergelijkbare wijze kan déze petitie ons meer informatie geven over het tot stand komen van de zogeheten Biblebelt.”
Wie wil Koos-jan helpen?
Koos-jan de Jager ziet zijn studie naar ds. Kerstens adres tegen de vaccinatie (1921) als mogelijke aanzet tot een promotieonderzoek. Een belangrijke vraag is wie de ondertekenaars ervan waren. Inmiddels heeft De Jager op een kaart van Nederland alle plaatsen ingetekend van waaruit handtekeningenlijsten werden ingeleverd. Om erachter te komen van wie de handtekeningen zijn, zoekt De Jager vrijwilligers. „Ik hoop dat zich mensen bij mij aanmelden die zeggen: „Geef mij de lijst met namen maar van Sliedrecht, of van Capelle aan den IJssel. Ik wil ze wel in een bestand tikken; ik ben benieuwd of ik namen herken en of mijn voorouders er misschien ook bij staan.” En ík kan dan weer onderzoeken of deze mensen in kerkenraden of verenigingen zaten, enzovoort.” Wie belangstelling heeft, kan zich melden bij Koos-jan de Jager. E-mail: koosjandejager@outlook.com.