Wie? Peter op ’t Hof (67). Wat? voorzitter van de Landelijke Stichting ter bevordering van de Staatkundig Gereformeerde beginselen
„Droefenis vervult me bij het SGP-jubileum. Gods eer –vroeger hét uitgangspunt– staat voor de partij niet meer op één, maar haalbaarheid van politieke doelen. Ontluisterend; dat doet me zeer.
Eind jaren tachtig kwam in het beginselprogramma te staan dat „de vrouw in haar eigen consciëntie overtuigd zij” of ze mag stemmen. Haar geweten werd boven Gods Woord geplaatst. Terwijl in het oude beginselprogram op grond van Gods Woord actief en passief kiesrecht duidelijk werden afgewezen.
Laatstelijk gebeurde iets vergelijkbaars rondom godsdienstvrijheid. Het hoofdbestuur heeft artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis onderuit gehaald: SGP’ers mogen nu ook vóór de komst van een moskee stemmen. De wetten van ons land zijn boven Gods Woord geplaatst.
In de beginjaren van de partij speelden 3 v’s een grote rol: vrouwenkiesrecht, verzekeren en vaccineren. Die zijn nu ingewisseld voor drie andere v’s, die loodrecht op de oude staan: vrijheid voor vrouwenkiesrecht, vrijheid van onderwijs en –ten dele– vrijheid van godsdienst.
Het Reformatorisch Dagblad berichtte recent dat twee derde van de SGP-raadsleden er niet meer tegen is dat vrouwen kunnen worden verkozen in een politiek ambt. En dat bijna de helft Gods Wet terzijde wil schuiven om compromissen te sluiten over de zondagsopenstelling van winkels. Daarmee gaan ze lijnrecht tegen de Bijbel en het beginselprogramma in. Diep treurig.
Het hoofdbestuur kijkt ondertussen toe. Dat zou zo niet moeten. Om een beeld van Melanchthon te gebruiken, behoort het niet te handelen als een koeienherder die alleen zorgt voor uiterlijke vrede en voor voedsel. Maar als een liefdevolle vader die zijn kinderen ook probeert te bewaren voor de zonde. Zo moet het partijbestuur leden die tegen fundamentele zaken ingaan ter verantwoording roepen. Hen onderwijzen. En als ze niet luisteren, royeren.
Gelet op alle ontwikkelingen in de partij heeft zij feitelijk haar bestaansrecht verloren. Is de SGP dus reddeloos verloren, moet ze zich maar opheffen? God kan voor een ommekeer zorgen. De SGP heeft altijd toekomst, als ze maar blijft zien op het gebod en blind is voor de uitkomst. Als ze terugkeert naar Gods Woord en Wet en ons land en volk daartoe ook oproept. En als ze artikel 36 weer als uitgangspunt neemt. Hoe moeilijk dat ook is in deze politieke constellatie, onmogelijk is het niet: zie Daniël. Want als de SGP dat niet doet, kun je net zo goed naar de ChristenUnie gaan.
Ik bid voor al degenen wier bazuin in ’s lands vergaderzalen nog een zuiver geluid voortbrengt – ik hoop dat daar zeer veel SGP’ers onder mogen vallen.
Landelijk kun je –als je gaat stemmen– maar één partij kiezen: de SGP. Lokaal had ik in Amsterdam en Vlissingen niet gestemd. In Ede had ik gekozen voor de Gereformeerde Beginsel Partij, die de oude standpunten uitdraagt. Moet er landelijk ook zo’n partij komen? Om daartoe het initiatief te nemen, is een geestelijke roeping nodig. Die ervaar ik nog niet.”