Muziek

Vincent van Amsterdam: klassiek boetseren met het accordeon

Zijn leven is verweven met het accordeon. Hele dagen brengt Vincent van Amsterdam (28) uit Haarlem door met het instrument, waarmee hij het klassieke repertoire wil brengen. Momenteel voert de musicus Bachs Goldbergvariaties uit: anderhalf uur alleen op het podium. „Geweldig om op het accordeon te boetseren.”

20 February 2018 09:18Gewijzigd op 16 November 2020 12:39
Vincent van Amsterdam. beeld Sjaak Verboom
Vincent van Amsterdam. beeld Sjaak Verboom

Het accordeon van Vincent van Amsterdam „is bijna een verlengstuk van zijn lichaam. Hij vult de zaal met zijn muzikale persoonlijkheid.” Citaat uit het juryrapport bij de uitreiking van de prestigieuze Dutch Classical Talent Award, juni 2016 in TivoliVredenburg in Utrecht.

Van Amsterdam toont zich in een café in Haarlem een bescheiden persoonlijkheid. Het leven van de musicus staat helemaal in het teken van zijn instrument. En van de klassieke muziek.

1. Accordeonmuziek is me met de paplepel ingegoten.

„Bij ons thuis was altijd muziek. M’n vader, Evert van Amsterdam, studeerde in de jaren 80 al accordeon aan het conservatorium en werkt al jaren als muziekdocent. Zolang ik me kan herinneren was er een accordeon. Als jochie van een jaar of vijf draaide ik plaatjes met die muziek en jengelde ik om een eigen accordeon. Ik kreeg een klein instrument, later een echt accordeon. En les van m’n vader. M’n zusje Jeanine, die wat klein gebouwd is, vond het een te zwaar instrument. Zij koos daarom voor de viool.”

2. Mijn vader is nog altijd mijn voorbeeld.

„Nou ja, voorbeeldfiguur... Mijn vader is vooral docent. Ik wil een uitvoerende accordeonist zijn. Maar ik heb veel van hem geleerd. We praten nog altijd over muziek. Soms ga ik langs om iets voor te spelen. Zoals met de Goldbergvariaties. Hij heeft heel goede oren en vaak goede ideeën over hoe je iets moet aanpakken, of over registraties. Tot m’n 18e stonden we in een verhouding leerling-leraar tot elkaar. Nu is het gelijkwaardig. Als m’n voorbeeld zie ik hem niet. Ik kreeg inmiddels les van nagenoeg alle grootmeesters, zoals de Duitser Stefan Hussong, de Fin Mika Väyrynen en onze Nederlandse Miny Dekkers. Als je weken les hebt van zulke mensen, oefenen ze een geweldige invloed op je uit.”

3. Ik ben verliefd op mijn instrument.

„Ik weet niet beter; mijn leven is met het accordeon verweven. Het is voor mij hét instrument om me mee uit te drukken. Ontzettend veelzijdig. Dat komt doordat het zowel een blaas- als een toetsinstrument is. Het zit ertussenin en biedt je het beste van beide. De toon die je helemaal kunt beheersen met de blaasbalg; veel meer dan bijvoorbeeld bij een orgel of piano. En tegelijk de mogelijkheid om polyfoon, meerstemmig te spelen, omdat je een klavier hebt en akkoorden kunt maken. Als ik samen met viool speel, vorm ik eigenlijk het hele orkest bij de solist.”

4. Ten onrechte wordt gedacht dat het bespelen van een accordeon simpel is.

„Het is multitasken ten top. Twee klavieren die bediend moeten worden, een blaasbalg voor het volume, registerknoppen voor de verschillende klankkleuren. Vanaf halverwege de 20e eeuw kwam er naast het akkoordbassysteem ook een melodiebassysteem aan de linkerkant. Hierdoor konden accordeonisten ineens enkele tonen spelen, en dus ook polyfone muziek. Dat betekende wel dat een accordeonist nóg een extra systeem moest leren. Je kunt met het instrument verschillende sferen oproepen: een klarinetsound, of een orgelklank. Zangerig en warm, of juist scherp. Zwevend of strak. Zo veel kleuren en mogelijkheden. Geweldig om mee te boetseren. Deze vorm van muziek maken is heel ambachtelijk.”

5. Het is jammer dat de meeste mensen het accordeon associëren met een straatmuzikant.

„Het beeld van de Roemeen op de hoek zullen we wel nooit helemaal weg kunnen nemen. Maar ik probeer, samen met mijn collega’s, er een klassiek alternatief naast te zetten. De saxofoon is bijvoorbeeld ook een jong instrument en ontwikkelt zich ook steeds meer van alleen jazz- naar een klassiek instrument. Of ik weleens met muziek uit de Amsterdamse Jordaan bij de supermarkt op de hoek heb gestaan? Nee, daar voel ik me niet fijn bij. Waarom zou ik? Wat levert het me op?”

6. Mijn missie is het accordeon als klassiek instrument te promoten.

„Ja, maar ik ben zeker niet de eerste. Mijn vader was ook al op de klassieke tour. Hij speelde destijds aan het Utrechts conservatorium Bachs bekende Toccata in d voor zijn bachelorexamen. De stamboom van het accordeon begint in 1822 met een soort mondharmonica. Aan het eind van de 19e eeuw gebruikt iemand als Tsjaikovsky een soort accordeon in zijn symfonieën, bij wijze van Russisch straatorkest. Vanaf 1920 komen er meer klassiek georiënteerde accordeonisten en beginnen ook componisten serieuze originele muziek te schrijven. Na de Tweede Wereldoorlog zet de ontwikkeling echt door en komen er overal in Europa opleidingen aan de conservatoria. In Nederland kun je nu aan verschillende conservatoria accordeon doen. Het gaat om kleine klassen. Maar verspreid door het land zijn er tientallen zo niet honderden goede docenten die een conservatoriumopleiding hebben. Uitvoerende accordeonisten die regelmatig soloconcerten geven zijn er niet veel. Misschien een stuk of tien, maar dat aantal groeit gestaag.”

7. Met het uitvoeren van Bachs Goldbergvariaties ging een droom in vervulling.

„Het is een mijlpaal. Ik ben de eerste Nederlandse accordeonist die dit werk uitvoert. Ik had grote delen uit Bachs Wohltemperiertes Klavier en diens suites gespeeld en vond dat nu dit beest getemd moest worden. Het stuk is een enorm bouwwerk. Ik heb er een jaar op gestudeerd. In oktober was de première in het Orgelpark in Amsterdam. Anderhalf uur in je eentje op het podium, voor zo’n 150 à 200 mensen. Dit weekend voer ik het werk in de Oosterkerk in Amsterdam opnieuw uit. Een hele toer: 14 kilo op schoot, anderhalf uur pompen. Dan heb ik daarna wel een dagje rust nodig.”

8. Voor klassiek accordeon ben ik vooral op nieuwe muziek aangewezen.

„Ik speel een heel breed repertoire, van Sweelinck via Franck tot hedendaagse componisten. Er zijn intussen kasten vol originele muziek geschreven. Maar die werken zijn soms wat te modern voor de gemiddelde luisteraar. Daarom speel ik met veel plezier ook oude muziek. Bachs Goldbergvariaties en andere barokmuziek kan ik een-op-een spelen. Daar hoef ik niets aan te transcriberen. Sweelincks Chromatische Fantasie klinkt ook fantastisch. Originele muziek is inderdaad relatief nieuw. Daarom speel ik redelijk veel premières. Een aantal componisten schreef speciaal voor mij, zoals de Nederlanders Willem Boogman en Daan Manneke. Vaak moeten ze zich eerst in het instrument verdiepen: wat kun je er eigenlijk allemaal mee? De Oekraïense componist Maxim Shalygin heeft zelf vroeger accordeon gespeeld. Dat merk je. Wat betreft die nieuwe muziek: concertzalen en het publiek zijn vaak behoudend. Ze vinden deze muziek vaak te modern. Toch probeer ik altijd minimaal één werk in mijn programma te hebben dat oorspronkelijk voor accordeon is geschreven. Deze onbekende componist is vervolgens negen van de tien keer de favoriet van het publiek. Haha!”

9. Meedoen aan concoursen is voor mij een manier om verder te komen.

„Tot m’n 25e heb ik aan veel concoursen meegedaan, maar nooit om te winnen. Het is dé manier om verder te kijken dan ons eigen landje. Om te leren spelen voor een kritische jury en jezelf te testen. Om net zolang te studeren tot je een stuk tot in de puntjes beheerst. Ik heb altijd veel plezier beleefd aan concoursen en er veel geleerd. In 2016 won ik de Dutch Classical Talent Award. Een traject van anderhalf jaar studie dat uitliep op een finale in TivoliVredenburg. Heel leerzaam. Ik heb geleerd wat ik wilde en kon leren. Veel van dit soort concoursen zijn er niet meer. Misschien alleen de Nederlandse Muziekprijs nog. Maar ik wil me nu vooral richten op het maken van cd’s.”

10. In het Van Amsterdam Duo kan ik m’n ei helemaal kwijt.

„Sinds 2004 vorm ik samen met mijn zus Jeanine het Van Amsterdam Duo. Het begon ooit met spelen voor opa en oma. Toen ik een jaar of 13 was gingen we concertjes geven; het werd steeds professioneler. De combinatie viool en accordeon is heel mooi. De klankkleuren smelten geweldig goed samen. En we voelen elkaar feilloos aan. Tegelijk zet ik niet al m’n kaarten op het kamermuziekrepertoire of op soloconcerten. Ik zoek ook de samenwerking met orkesten. Volgend voorjaar doe ik een project met het Nederlands Kamerorkest. Wat, dat kan ik nog niet zeggen. Het zal een soloconcerto zijn. Dat is weer een nieuwe weg. Echt spannend.”

---

Levensloop Vincent van Amsterdam

Vincent van Amsterdam werd in 1989 in Haarlem geboren. Hij studeerde aanvankelijk accordeon bij zijn vader, muziekdocent Evert van Amsterdam. Zijn conservatoriumstudie deed hij aan hogeschool Fontys in Tilburg. In 2014 rondde hij zijn masterstudie cum laude af.

Van Amsterdam won een groot aantal prijzen en concoursen, onder andere het Prinses Christina Concours (2007), het Nationaal Accordeon Concours (2008 en 2009), de Young Musicians Competition Milaan (2009) en het Nederlands Conservatorium Concours (2014). In 2016 kreeg hij de prestigieuze Dutch Classical Talent Award.

De accordeonist speelt soloconcerten. Daarnaast treedt hij sinds 2004 samen met zijn zus Jeanine (viool) op als het Van Amsterdam Duo. Ook vormt hij een ensemble met andere musici en werkt hij samen met orkesten.

Van Amsterdam maakte vier cd’s: samen met zijn zus het album ”A Flight Beyond the Time” (2012), als solist de cd’s ”Classical Accordion” (2014) en ”Red, Dark and Blue” (2017), en als duo ”Chanson Russe” (2016).

In april wordt in Utrecht en Amsterdam een cd gepresenteerd die in het teken staat van het oeuvre van componist Daan Manneke. Van Amsterdam speelt hierop solistisch en begeleidt het kamerkoor Amsemble.

Meer informatie: www.vincentvanamsterdam.nl

---

In Staccato reageren muzikanten op tien stellingen. Volgende aflevering: zaterdag 17 maart.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer