Onvergetelijke ontmoetingen met koningin Beatrix
Oog voor de mensen, dat had koningin Beatrix tijdens de vele ontmoetingen in haar lange loopbaan. Oog voor omstanders, van alle leeftijden. Oog ook voor mensen die per brief haar hulp inriepen. Voor al die mensen werd het contact met de vorstin onvergetelijk. „Majesteit, komt u nog maar eens een kopje koffie drinken.”
Ineke Hammond-Herweijer:
Ik woon al ruim 43 jaar vlak bij Londen, maar lees de berichten over het Koninklijk Huis in Nederland altijd. Als jong meisje was ik al erg koningsgezind, spaarde foto’s en ging op 30 april defileren bij Paleis Soestdijk.
Toen ik hoorde dat de koningin naar Londen zou komen, moest en zou ik haar zien. Dus op 29 juni 1989 toog ik met de trein naar Londen. De koningin deed een ”walk-about” vlak bij London Bridge. En tot mijn grote genoegen mocht ik haar de hand schudden. Ik feliciteerde haar met de verjaardag van haar vader. Ze lachte en vond het leuk dat ik me herinnerde dat prins Bernhard die dag jarig was.
Mw. C. de Keuning, Nieuw- en Sint Joosland:
Mijn oom was vele jaren in dienst van koningin Wilhelmina, eerst als commandant bij de Koninklijke Marechaussee, daarna als parkwacht op Het Loo. Hij richtte honden af voor de koningin.
Zodoende voelden we ons betrokken bij de koninklijke familie. Ik stuurde koningin Beatrix kaarten bij jaarwisselingen, verjaardagen, jubilea en tijdens de ziekte van prins Claus. Altijd kreeg ik een dankbetuiging terug.
Bij haar 55e verjaardag stuurde ik de koningin een kleedje dat ik had gebreid. Een andere keer schreef ik over mijn nicht die, toen ze nog maar pas in Den Haag woonde, naast koningin Wilhelmina in de kerkbank schoof en met haar praatte. Dat ze helemaal niet in de koningsbank mocht gaan zitten, wist ze niet. Koningin Beatrix liet terugschrijven dat ze „Uw lange brief met de enige anekdote over Uw nichtje Sinie zeer gewaardeerd” had.
Jan Koffeman, Urk:
Het is alweer wat jaren geleden dat wij een visserijschip hadden. Wij voeren op ons schip met vijf broers. Dus vijf gezinnen die, zoals vele Urkers, van de visserij leefden.
Het was al een tijd stormachtig. Zulk stormweer dat wij niet konden uitvaren. En zelfs al voeren wij uit, dan hadden we slechts kans op een zuinige visserij.
Zo kwam er een dag dat het weer gunstig was om te gaan vissen. We moesten wel. Weken niets verdiend, zodat het water ons aan de lippen stond. Wij besloten om boven Terschelling te gaan vissen, ongeveer 6 mijl uit de kust. Maar de visserij was heel zuinig.
In die tijd gold een verbod tot vissen binnen 3 mijl vanaf de kust. Radio Scheveningen gaf alweer zwaar weer aan, zodat naar andere visgronden stomen geen zin had. Wij probeerden ’s nachts een paar trekken binnen de 3 mijlszone en dat was raak. Twee manden tong; wat waren wij blij. Maar wel erg zenuwachtig, want als we gezien werden, zou dat er niet goed uitzien. Maar de nood drong ons.
Helaas, vroeg in de morgen kwam er een vliegtuig voor de steven van ons schip en maakte foto’s. Later bleek dat de politie te zijn.
Een paar weken later kregen wij een proces-verbaal van 2500 gulden. Toen het voor mij op de tafel lag, ging er een zucht naar boven: „Heere, U weet alle dingen, wij waren fout, het was verkeerd, maar U weet uit welke nood dit gebeurde.”
En terwijl ik daar zat te zuchten, kwam onze koningin in onze gedachten. Ik heb die avond in alle eenvoud met pen en papier de koningin een brief geschreven en de waarheid verteld, dat wij geen mogelijkheid zagen om dit bedrag te betalen, en uit welke nood wij dit gedaan hadden.
Twee weken later kwam er een politieagent aan de deur, die mij een brief gaf met daarin geschreven dat ik rustig wachten moest. Twee weken later bracht de politie mij weer een brief van Hare Majesteit. Met daarin de mededeling dat de 2500 gulden boete was kwijtgescholden. Dus u begrijpt dat wij een heel bijzondere herinnering aan koningin Beatrix hebben.
M. A. Schippers, Papendrecht:
In Nederland heb ik koningin Beatrix nooit ontmoet, maar wel in Israël. Mijn zus, vriendin en ik deden in het voorjaar van 1995 vrijwilligerswerk in kindertehuis Jemima in Beit Jala, vlak bij Bethlehem. Toen we hoorden dat de koningin Israël bezocht en die dag in Jeruzalem was, wilden we dat graag meemaken. We kregen er vrij voor.
Snel reden we met de taxi naar Jeruzalem. We wisten dat de koningin op een bepaald tijdstip uit het King David Hotel zou komen. We waren al bang dat we te laat waren, maar toen we een poosje bij het hotel stonden, werd opeens een mooie, verlengde, zwarte auto voorgereden met het bekende oranje vlaggetje voorop. De auto werd met een stoffer zorgvuldig afgestoft.
Ons wachten werd beloond. Inmiddels stond er een handjevol Nederlanders. We zongen spontaan ”Oranje boven, leve de koningin!” Alsof dit ook een gepland onderdeel was van het bezoek, lachte de koningin vriendelijk naar ons en zwaaide. Ze stapte samen met prins Claus in de auto en zij werden spontaan door ons nagezwaaid.
Jaap van Erkel, Ridderkerk:
Op 20 januari 2009 doopte de koningin de P99, het nieuwe patrouillevaartuig van de waterpolitie, op de werf van Damen in Gorinchem. Als bemanningslid mocht ik de koningin na de doop de hand bieden, zodat zij veilig aan boord kon komen. Dit vraagt altijd de nodige voorzichtigheid, en zeker wanneer dit onze koningin betreft.
Tijdens de rondleiding bleek Beatrix oprecht geïnteresseerd en goed voorbereid. Ook tijdens de receptie, waar toch veel hooggeplaatste personen aanwezig waren, nam zij uitgebreid de tijd voor ons als bemanning.
Eerder had ik overigens al indirect met haar te maken gehad: vanwege het kroningsoproer in 1980 werden vanuit het gehele land in allerijl vanuit alle districten van de rijkspolitie zogenaamde platte petten in bussen naar Amsterdam vervoerd ter aanvulling van de ME-pelotons. Ik werkte destijds als wachtmeester in het district ’s-Gravenhage.
Tegen de avond kwamen we onder begeleiding aan bij de Beurs van Berlage. De veldslag was inmiddels geleverd en aan ons de taak de orde te handhaven. In de avond keerde de rust weer. De nacht hebben wij doorgebracht in de beurs.
Willy Mans-Schriever:
Op 12 oktober 2011 opende koningin Beatrix verpleeghuis Wijkestein in Wijk en Aalburg. Ik was er als vrijwilliger bij.
De bewoners waren erg opgewonden. Mevrouw Smits, al 90-plus, zat voor haar kamer, maar wilde opstaan toen de koningin kwam. Met wat ondersteuning lukte dat. De koningin gaf haar een hand. „O, Hare Majesteit, wat ben ik blij U te ontmoeten”, zei mevrouw Smits telkens weer. „Komt u nog maar eens een kopje koffie drinken.” En de hofdame die achter de koningin stond, mocht ook meekomen.
Geweldig hoe hartelijk Beatrix reageerde. En zoals veel oude mensen doen, mevrouw Smits liet de hand van Beatrix niet meer los. Dus gaf de koningin mij een seintje. Alles verliep uiterst hartelijk, grappig en onvergetelijk.
Lees meer artikelen over prinses Beatrix in ons speciale thema.