Arabieren denken in meerderheid negatief over Turkije en de Turken. Dat bleek onlangs opnieuw uit een opiniepeiling. Dit wantrouwen zit heel diep en gaat zomaar een eeuw terug.
De minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Arabische Emiraten, sjeik Abdullah al-Nahayan, stuurde pas een tweet door waarin de Turkse Osmanen werden beschuldigd van het plunderen van heilige plaatsen in Mekka en Medina honderd jaar geleden. Zo’n Arabische plagerij brengt de Turkse president Erdogan in zijn paleis tot razernij.
Het Turkse beleid in het Midden-Oosten faalt op vrijwel alle punten. Daarin speelt de oorlog in Syrië een cruciale rol.
Erdogan was woedend toen Rusland in 2015 besloot om te interveniëren in Syrië. Turkije schoot toen zelfs een Russische straaljager uit de lucht. Door de Amerikaanse steun aan de Syrische Koerden zag Erdogan zich echter gedwongen tot een vernederend bezoek aan Moskou.
Thans wordt Turkije geacht om samen met Rusland en Iran de zogeheten ”de-escalatiezones” in Syrië te garanderen. Het einde van dit triumviraat lijkt echter in zicht en wel door recente ontwikkelingen in de Syrische provincie Idlib.
Idlib was eveneens tot de-escalatiezone verklaard. Hier werden Turkse militairen gestationeerd die geacht werden radicale islamisten te controleren. Enkele weken geleden echter vond er een merkwaardig incident plaats in de Syrische plaats Hmeimim, waar Rusland een belangrijke militaire basis heeft. Er werden raketten op Hmeimim afgevuurd en volgens sommige berichten zouden hierdoor Russische vliegtuigen zijn vernietigd. Sinds begin dit jaar werden er boven Hmeimim bovendien steeds drones waargenomen die door het Russische leger onschadelijk werden gemaakt. Moskou is tot de conclusie gekomen dat zowel de raketten als de drones afkomstig waren uit Idlib. Dit betekende dat Turkije zich niet aan de afspraak hield om de rust in Idlib te garanderen.
Het Syrische leger besloot vervolgens om met Russische ondersteuning de aanval op Idlib in te zetten. Een verontruste Erdogan ontbood daarop de Russische en de Iraanse ambassadeur in Ankara ter opheldering, maar kreeg nul op het rekest. Sindsdien lag Erdogan met Rusland en Iran op ramkoers. Maar sinds de Turkse operatie in Afrin zwijgt hij plotseling in alle talen over Idlib.
De afgelopen weken waren de Turken bezig met een massale troepenopbouw in de Turkse provincie Hatay. De bedoeling was een grondoffensief te beginnen tegen de Koerden in het Syrische Afrin, ten westen van Aleppo. Een dergelijke operatie was feitelijk onmogelijk omdat bekend was dat er in Afrin Russische militairen waren gelegerd. Vorige week begon echter de Turkse operatie Olijftak tegen de Koerden in Afrin. De Russen bleken Afrin al geruisloos te hebben verlaten.
De conclusie is dus dat Erdogan van Moskou groen licht had gekregen om in Afrin de Koerden aan te vallen, terwijl deze voor de Amerikanen de enige bondgenoten in Syrië zijn. In ruil voor deze Russische steun mag het Syrische leger Idlib in een tweede Aleppo veranderen. De Koerden zijn door de strijd tegen Islamitische Staat goed getraind, terwijl het Turkse leger door de zuiveringen erg is verzwakt. Daarom is de Turkse overwinning in Afrin helemaal niet zeker.