Jurist: Verwijt van homovijandigheid is best zwaar
De Amsterdamse Oosterkerk loopt wel erg hard van stapel door de evangelische gemeenschap Christian Revival Church (CRC) als huurder buiten de deur te zetten vanwege haar vermeende homovijandigheid.
Dat zegt de Barneveldse advocaat mr. Bart Bouter, specialist op het gebied van botsende grondrechten en kerkrecht. „De manier waarop de Oosterkerk optreedt, doet me denken aan de uitdrukking: Grote stappen, snel thuis.”
Vorige week ontstond opschudding in de Amsterdamse raad over het feit dat de evangelische gemeenschap CRC ruimte huurt van de Oosterkerk, in beheer van de gemeente Amsterdam. Volgens de SP is de CRC „zeer intolerant” tegenover homoseksuelen en transgenders. Daags na de uitlatingen van de SP besloot de Oosterkerk de CRC de deur te wijzen. De Oosterkerk meldde op zijn website: „Zouden wij geweten hebben dat de CRC homovijandig is, dan zouden wij ze niet in de Oosterkerk hebben ontvangen.”
De CRC protesteerde tegen dat besluit. „Wij zijn niet homovijandig en houden van alle mensen”, zei CRC-voorganger Dreyer Schoeman maandag in het Reformatorisch Dagblad. Schoeman beaamt dat zijn kerk voorstaat dat een seksuele relatie alleen thuishoort binnen een huwelijk van man en vrouw. Richting de Oosterkerk stelt de CRC dat de huurovereenkomst „niet kan worden ontbonden, zeker niet per direct, zonder het in acht nemen van de opzegtermijn van twee maanden.”
Advocaat Bouter is sceptisch over de stap van de Oosterkerk. „Die plakt de CRC het label ”homovijandig” op. Dat is me nogal een beschuldiging. Op de website van de CRC staat een tekstje dat het huwelijk voor man en vrouw bedoeld is. Gebaseerd op de Bijbel. Dat mag een kerk vinden, we kennen vrijheid van godsdienst.”
De bewuste tekst luidt: „Met betrekking tot seksueel gedrag, geloven we in heteroseksuele relaties tussen een natuurlijke man en een natuurlijke vrouw binnen de grenzen van een wettig huwelijk. Het naleven van dit verklaarde principe van seksueel gedrag is een inherente vereiste voor lidmaatschap van CRC.”
Als de Oosterkerk af wil van de CRC moet de verhuurder in beginsel een opzegtermijn van bijvoorbeeld enkele maanden hanteren, analyseert Bouter. „Ik ken de overeenkomst tussen de Oosterkerk en CRC niet. Maar onmiddellijke stopzetting van een huurovereenkomst kan alleen als de huurder zich ernstig misdraagt. Dan moet er iets heel ergs aan de hand zijn. Ik vraag me sterk af of dat aan de orde is. De Oosterkerk laat zelf al in een brief aan de CRC weten dat de rechter maar moet beoordelen of de passage op de CRC-site binnen de grenzen van de wet valt.”
De stap van de Oosterkerk om de CRC de deur te wijzen, kan voortkomen uit vrees voor negatieve verhalen over de Oosterkerk, zegt Bouter. „De Oosterkerk wil mogelijk geen gezeur. Ze wil niet het imago hebben dat ze vermeende homovijandige gemeenschappen onderdak biedt. Er kan ook een commercieel belang dienen. Ze zijn misschien bang dat andere huurders afhaken als de CRC het gebouw zou mogen blijven huren.”
Niet uitgesloten is dat het College voor de Rechten van de Mens de CRC in het gelijk zou stellen, vermoedt Bouter. „De Algemene wet gelijke behandeling verbiedt bij het aangaan of beëindigen van een huurovereenkomst onderscheid te maken op grond van onder meer godsdienst.”