„Jongere koopt geen rok van 80 euro”
Het personeel had een faillissement wel zien aankomen. „Ik had het zelfs al eerder verwacht”, zegt verkoopster Erica van Bergeijk woensdagmiddag in het Rhenense filiaal van College Style. Klanten zijn meer geschrokken door het nieuws.
Onthutst staat de oudere dame bij het kledingrek. Ze heeft net gehoord dat het modebedrijf binnenkort moet sluiten. „College Style was toch jaren een begrip”, zegt ze, terwijl ze de verkoopster aanstaart. „Hoe kan dat dan?”
Van Bergeijk, die deze middag alleen in de zaak staat, probeert het uit te leggen: „Een jaar of tien, vijftien geleden waren klanten trouw aan een specifieke winkel. Nu shoppen mensen overal. En jongeren missen we hier.”
Het bericht over het aangevraagde faillissement kwam voor het personeel dinsdagavond bepaald niet als een donderslag bij heldere hemel, vertelt Van Bergeijk. De klandizie bleef al lange tijd achter, en de omzet ook. Dat merkten ze ook in Rhenen.
De verkoopster blijft er nuchter onder. „We hebben een leuk en gezellig team. En niemand van ons doet dit werk als kostwinner. Het contact met de klant gaan we het meest missen. Maar we hebben ook tegen elkaar gezegd: Laten we het leuk afsluiten. Je kunt hier met een chagrijnig gezicht gaan staan, maar dat helpt niet.”
„Hoe zit het met de spaarpunten?” vraagt een klant aan de kassa. Ze heeft een ketting uitgezocht – nu kan het nog. Van Bergeijk weet het niet. „Ik denk dat ze in de lucht verdwijnen.”
Laten we gelijk maar even gaan kijken, dachten deze dame en haar dochter („geen naam in de krant”) toen ze het nieuws hoorden. Allebei vinden ze het jammer dat de winkelketen het niet heeft gered. Al heeft moeder ook een kritiekpunt: „Ze zijn de laatste jaren meer de moderne kant op gegaan. De stijl was altijd klassiek.”
Passen
Niet dat haar dochter daardoor meer kocht bij College Style. Te duur, zegt zij. Goedkopere alternatieven zijn er genoeg. En het internet is ook ideaal. Haar moeder vindt een webshop vooral voor haar kinderen een uitkomst. „Zelf wil ik de kleding liever eerst passen.”
Twee vriendinnen –vijftigers– die langs de kledingrekken struinen, zijn eveneens teleurgesteld. Ze beginnen ook over de jongere stijl die hen niet kon bekoren. „Daarmee laat je oudere klanten los. En dat zijn juist de mensen die geld hebben te besteden”, merkt een van de dames op.
De klanten leggen daarmee een pijnpunt bloot, beaamt Van Bergeijk. Want inderdaad: College Style hééft geprobeerd meer jongeren naar de winkel te trekken door hippere kleding in de rekken te hangen. „We hadden een tijdje terug leuke blouses van plissé stof, met wijd uitlopende mouwen”, herinnert ze zich. Prijskaartje: 89,95 euro. Probleem: „Zoiets heb je voor 40 euro bij ZARA of H&M.”
Pas kocht haar dochter van 19, die ook bij College Style werkt, nog een leren rok van 20 euro bij Vero Moda. „Waarom kunnen wij dit niet verkopen, vroeg ze zich af. Dan hadden we veel meer jongelui kunnen trekken.” Hoe dat zit? „Grote ketens kopen zulke rokjes met duizenden tegelijk in. Wij laten er maar een paar honderd maken.”
De keuze van jonge meiden voor iets goedkoops begrijpt de verkoopster heel goed. „Jongeren die kleedgeld krijgen kunnen dit niet betalen.” Zo slaagde ook de overlevingspoging om te verjongen niet.
Couponboekje
De klanten missen ook de couponboekjes, hoor je in de winkel. Vroeger waren die er nog. Nu krijgen ze wel aanbiedingen via de mail, maar liever bladeren ze door een papieren gids. „Tot vorige week vroegen klanten naar het couponboekje”, knikt verkoopster Van Bergeijk.
Het punt is: reclame via mail kost bijna niets én is hipper. „Maar niet alle oudere klanten hebben mail. Zij vragen zich dan af waarom ze dat boek niet meer krijgen.”
Zo’n vijftien telefoontjes kreeg de winkel in Rhenen woensdagochtend van teleurgestelde klanten. Ook de 82-jarige mevrouw Snitselaar uit Elst, die met een vriendin rondloopt, is ontsteld. „Het is een fijne zaak. Je wordt altijd goed geholpen.” Thuis ligt nog een tegoedbon – is ze nu dat geld kwijt? „Ga nog maar even snuffelen”, adviseert Van Bergeijk.
Of en wanneer de winkel sluit, kan ze niet vertellen. Daar gaat de curator over. „Misschien komt er een doorstart, of wordt alles opgekocht? Ik weet het niet.”