Binnenland

Jarig Solidamentum wil veilige haven zijn voor studenten

Studentikoos wil de studentenvereniging niet zijn. Wel een veilige haven voor reformatorische jongeren op het hbo en de universiteit. De vereniging Solidamentum bestaat donderdag een kwarteeuw. Haar eerste en haar huidige voorzitter blikken samen terug op de afgelopen 25 jaar.

Anne Vader
31 October 2017 19:34Gewijzigd op 16 November 2020 11:50
Solidamentums eerste voorzitter Johan Bremmer in gesprek met Cornelis Fokker, de huidige voorzitter van de jubilerende studentenvereniging voorzitter. beeld RD, Anton Dommerholt
Solidamentums eerste voorzitter Johan Bremmer in gesprek met Cornelis Fokker, de huidige voorzitter van de jubilerende studentenvereniging voorzitter. beeld RD, Anton Dommerholt

Beiden zijn veel te vinden op de universiteit van Wageningen. Johan Bremmer als wetenschappelijk onderzoeker plantgezondheidsbeleid bij Wageningen Economic Research; Cornelis Fokker als student bos- en natuurbeheer aan Wageningen University. Beiden weten ook wat het is om voorzitter te zijn van een studentenvereniging. Bremmer was de eerste die aan het roer stond van Solidamentum; Fokker hanteert momenteel de voorzittershamer.

Wat is typisch Solidamentum?

Fokker: „Vriendschap en bezinning vormen onze pijlers. Op de kringen heerst een gezellige sfeer. We proberen een veilige haven te zijn voor studenten die in het dagelijks leven in een compleet andere wereld zitten. Dat was van meet af aan zo en dat is nog steeds zo, wat ook iets over de vereniging zegt. Er is niet veel veranderd de afgelopen 25 jaar.”

Alles is nog hetzelfde als in 1992?

Bremmer: „De pijler vriendschap is wel zichtbaarder geworden. Voorheen was daar nauwelijks sprake van. Het draaide vooral om bezinning. Maaltijden en vakanties organiseerden we niet, hooguit één excursie per jaar. Informele activiteiten zijn er later pas gekomen, hoewel daar in mijn tijd al behoefte aan was. Ik kan me herinneren dat er een discussie was over een vakantie met de vereniging. Dat vonden we prima, maar niet onder formele verantwoordelijkheid van het bestuur.”

Fokker: „Verder zijn er kringen bijgekomen, weggevallen en samengevoegd. Maar de waarde van Solidamentum is niet veranderd.

Studentikoziteit was en is niet aan ons besteed. Met Latijnse spreuken gooien, ontgroeningen, ellenlange ledenvergaderingen tot diep in de nacht – van dat soort fratsen moeten onze leden niets hebben.”

Niet studentikoos? Hoe kan dat?

Fokker: „Misschien speelt mee dat de meeste leden nog thuis wonen. Omdat zij niet in de stad op kamers wonen, zitten ze niet echt in het studentenleven. Wel krijgen nieuwelingen sinds 1999 een acta (lidmaatschapsbewijs). Ik las in een verslag dat toen nog werd gezegd dat zo’n actie niet bij de vereniging zou passen. Die mentaliteit zie je nog steeds: doe maar normaal, niet te gek.”

Bremmer: „Als ik jullie website bekijk, zie ik het hele bestuur strak in het pak. Jullie hebben echte bestuurskledij. Dat is ook nog niet lang zo.”

Fokker: „Penningen dragen we niet, maar sinds een paar jaar wel een stropdas in dezelfde kleur. Dat is ingevoerd omdat het landelijk bestuur nogal onbekend was. Sommige leden wisten van het bestaan niet af.”

Waarom trekken jullie vooral studenten die nog thuis wonen?

Bremmer: „Solidamentum is pas opgericht in het tijdperk dat de ov-studentenkaart werd ingevoerd. Sindsdien is studeren duurder geworden en het wonen op kamers behoorlijk afgenomen. In 1989 begon ik als uitwonend student in Wageningen met een basisbeurs van 630 gulden – zeg maar 300 euro. Al vrij snel werd de ov-kaart ingevoerd en ging de beurs terug naar 560 gulden.”

Andere studentenverenigingen floreren juist in grote steden.

Fokker: „Depositum Custodi zat van meet af aan in Utrecht. Als er eenmaal een vereniging op poten staat, kan het denk ik wel.”

Bremmer: „Net als de CSFR, die ook wortels in oude universiteitssteden heeft. Solidamentum zit vooral op plekken met hbo-scholen: Gouda met de pabo, Ede met de Christelijke Hogeschool en Zwolle met Windesheim.”

Als je een veilige haven wilt bieden, ben je toch juist in grote studentensteden nodig?

Fokker: „Dan had het in Rotterdam, Delft en Leiden moeten gebeuren. Maar dat lukte niet.”

Bremmer: „Doordat wij in het ov-tijdperk begonnen, was de basis om daar iets te organiseren kleiner.”

Solidamentum startte in 1992 op vier plekken: Rotterdam, Rhenen, Gouda en Barneveld. Al vrij snel kwam Apeldoorn daarbij. Alleen Gouda bestaat nu nog in dezelfde vorm. Barneveld, Rhenen, Ede en Wageningen fuseerden in 2014 tot de kring Ede. Daarnaast is er sinds 2008 een kring in Zwolle.

Nog potentie om te groeien?

Fokker: „We hebben een paar keer overwogen een kring in Zeeland te starten, maar het blijft lastig en vergt veel inspanning om je in nieuw gebied te settelen. We hebben meer de neiging om de huidige kringen te handhaven.”

Kaarsje

Het was begin jaren negentig toen de Kontaktvereniging voor Leerkrachten en Studerenden (KLS) de helft van haar leden verloor. Oorspronkelijk was die club bedoeld voor mensen die werkzaam zijn in het onderwijs, legt Bremmer uit. „Omdat er in de rechterflank van de gereformeerde gezindte geen jeugdwerk was maar wel behoefte om iets te organiseren voor studenten, werd de sectie studerenden van de grond getild. Met een eigen bestuur, onder de paraplu van de KLS.” Die groep hield –vooral op zaterdagen– lezingen voor studenten op diverse plekken in het land. Een spreker uit de eigen achterban hield daar een inleiding over een theologisch of maatschappelijk onderwerp.

Probleem was dat de sectie studerenden van de KLS veel papieren leden had: mensen die ooit lid waren geworden, maar die niet op zaterdag naar Gouda, Rotterdam, Veenendaal of Goes kwamen. De studententak van de KLS leidde een kwijnend bestaan. „Voortbestaan had geen toekomst. Het kaarsje was bijna uit”, zegt Bremmer. Toch was er volgens hem wel degelijk behoefte aan een studentenvereniging in de rechterflank van de gereformeerde gezindte. Daarom riep een groepje overgebleven studenten, onder wie Bremmer, Solidamentum in het leven.

Hoe pakten jullie het aan?

Bremmer: „We maakten een doorstart vanuit een heel nieuwe formule. Geen activiteiten op zaterdagen meer, maar aan de slag met regiokringen. Het ledenbestand van de KLS werd niet automatisch overgenomen. Iedereen moest zich opnieuw aanmelden. Best een waagstuk, want er waren misschien nog tien of vijftien actieve leden.

Ik herinner me nog dat twee bestuursleden verkering kregen, vlak voor het moment waarop het sectiebestuur een beslissing moest nemen over een doorstart. Dat gaf energie: zolang dit soort dingen gebeurt moeten we doorgaan, vonden we.”

Het werd geen fusie met DC, dat al sinds 1986 bestond?

Bremmer, die behalve voorzitter van Solidamentum ook DC-lid was: „DC richtte zich sterk op universitaire studenten. Wij wilden ook hbo’ers een platform bieden. We hadden overigens wel samensprekingen met DC, waar het RD destijds de nodige conclusies aan verbond. De oprichting vond plaats op 3 november, kort na Hervormingsdag. Het hoofdredactioneel commentaar stelde in die dagen dat zo’n nieuwe vereniging een triest voorbeeld van kerkelijke verdeeldheid was. Dat viel ons wel rauw op het dak, want wij hadden het in goed overleg gedaan.”

Solidamentum richt zich op de rechterflank van de gereformeerde gezindte.

Bremmer: „De KLS had veel leden uit de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (GGiN) en de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland (OGGiN). Dat kwam doordat er aan de grondslag –de Drie Formulieren van Enigheid en de Bijbel– een aantal bepalingen was toegevoegd dat de identiteit van de rechterflank benadrukte. Van origine waren die zelfs afkomstig uit Goudse Akte van Afscheiding van de scheuring met de Gereformeerde Gemeenten in 1953. Dat profiel draag je mee. Toen Solidamentum werd opgericht, stond de grondslag niet ter discussie. Die namen we een-op-een over.”

Waarom niet actief in een breder deel van de gereformeerde gezindte?

Fokker: „Iedereen die de grondslag –nog steeds dezelfde– onderschrijft, kan lid worden van de vereniging. Daaruit is de vereniging ontstaan en daarop hebben we verder gebouwd. De grondslag is geen punt van discussie. Nog altijd komt ruim de helft van onze leden uit de GGiN.”

Bremmer: „De KLS was interkerkelijk en ook Solidamentum is niet uitsluitend bedoeld voor studenten uit de GGiN, maar vanuit die achterban wordt de identiteit wel vormgegeven. De bepalingen uit de statuten kun je kerkelijk herleiden naar de GGiN. Daar had destijds geen jeugdwerk plaats. De Gereformeerde Gemeenten kenden wel een bloeiend verenigingsleven. De rechterflank was dus braakliggend terrein. Die cultuur draag je over. Al is iedereen welkom die zich aangesproken voelt en zich herkent in het geestelijk klimaat dat er binnen de vereniging heerst.”

Wat hebt u zelf gehad aan uw tijd bij de studentenvereniging?

Fokker: „In Wageningen kun je niet met medestudenten praten over wezenlijke zaken, over het geloof. Je visie op maatschappelijke vraagstukken botst met die van hen, waardoor dat soort thema’s vaak verzwegen wordt. Op de studentenvereniging ben je het eens over basisprincipes.

Daarbij komt dat ik niet zo’n grote lezer ben. Ik vind het lastig om zo’n dikke pil uit de kast te pakken. Op een studiekring word je gedwongen die te gaan lezen. We behandelen daar bijvoorbeeld ”De belijdenissen” van Augustinus en ”De viervoudige staat” van Boston.”

Bremmer: „Het lidmaatschap van zowel DC als Solidamentum heeft mij geholpen om te bepalen waar ik sta. Het geeft bagage voor het gesprek met andersdenkenden. Ik ben opgegroeid in een tijd die erg antithetisch, naar binnen gericht, was. Als je ging studeren kwam je toch in de grote, boze wereld. De invloed daarvan moeten we inderdaad niet onderschatten. Tegelijk merk ik dat het heel verrijkend kan zijn om van daaruit het gesprek aan te gaan met collega’s die een heel andere achtergrond hebben.”

Hoe verder in de toekomst?

Fokker: „Ik ben blij om te zien hoe het nu gaat en hoop dat de studentenvereniging in de toekomst op dezelfde basis kan draaien. Het ledental was de afgelopen 25 jaar vrij stabiel: bij de oprichting waren het er zo’n 140, nu 160. Ik verwacht niet dat dat schrikbarend verandert.”

Bremmer: „Solidamentum is een stabiele vereniging die haar plek heeft bewezen en in een behoefte voorziet. Ik hoop dat ze dat mag blijven doen. Mijn kinderen, nu tussen de 6 en de 13 jaar, zal ik zeker aanmoedigen om van zo’n vereniging lid te worden.”

Reünie en congres

Solidamentum viert haar 25e verjaardag deze week met een reünie en een congres.

Vrijdag houdt Solidamentum een reünie voor alle leden en oud-leden in zalencentrum De Pineta in Nunspeet. Tijdens de reünie is er in een kleine tentoonstelling met allerlei voorwerpen uit de geschiedenis van de studentenvereniging, zoals relatiegeschenken, bestuurskleding en de oprichtingsakte.

Zaterdag vindt in De Grote Bunte, eveneens in Nunspeet, het jaarlijkse congres plaats. Normaal gesproken is het congres in december, maar vanwege het lustrum is dit vervroegd.

solidamentum.nl/lustrum

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer