Column: Tussen kunst en kids
„De afgelopen vakantie ben ik in Nunspeet geweest, dus ik heb geen kunstzinnige of culturele dingen meegemaakt. Ik zal het hebben over mijn vakantie in België, waar ik toevallig een heel oud kasteel tegenkwam”, aldus een vierdeklasser in zijn culturele zelfportret.
Voor het vak culturele kunstzinnige vorming (ckv) stellen leerlingen aan het begin van het jaar een profiel op waarin ze hun ervaring met kunst en cultuur inventariseren en hun doelen en verwachtingen voor het vak verwoorden. Het cabareteske citaat waarin het Veluwse dorp wordt uitgespeeld tegen onze zuiderburen is hilarisch en maakt een eindeloze nakijkmarathon wat dragelijker. Tegelijk leggen zulke uitlatingen de uitdaging voor het kunstonderwijs bloot. Niet dat ik uit alle macht Nunspeet op de culturele kaart zal zetten. Wel blijf ik betogen dat kunst en cultuur overal is waar mensen zijn, ook –zelfs?– in Nunspeet.
Uit een ander zelfportret: „Gelukkig zijn wij deze vakantie niet naar een museum geweest.” Wat volgde in het verslag was even helder als pessimistisch. Musea zijn saai, stoffig en overbodig. Getuige de andere werkstukken was het niet de enige vierdeklasser die deze mening was toegedaan. Tijdens de les beweerde een ‘partner in crime’ dat een kunstmuseum echt iets is voor nerds, oude mensen die te veel tijd en geld overhebben, en eigenaardige mensen zoals ckv-docenten. En inderdaad, ik ben in het bezit van een Museumkaart. Gelukkig zie ik kans om elke vakantie wel een museum te bezoeken. Als het niets is, ben ik zo weer weg. En peuter van bijna drie gaat dan gewoon mee. Dictatuur van kunstminnende ouders? Waarom zou je jonge kinderen –vaak ongeleide projectielen– los willen laten in een museum? Waarom niet? Naar een museum gaan hoort erbij. Het is een heel normaal uitje in het rijtje van speeltuin, zwembad en kinderboerderij. Wel prentenboeken verslinden, maar veel sprekender beelden in het museum links laten hangen?
Een grote fout die museumbezoekers vaak maken, is dat ze te lang gaan. Als zelfs de meest fanatieke kunstliefhebbers na een aantal zalen verzadigd raken, zou een kind dan een hele collectie moeten slikken? Anders gezegd: loop een museum in, bekijk één kunstwerk en ga dan weg om een ijsje te eten. En aansluiten bij de eindeloze colonne Japanners voor het Van Gogh Museum in Amsterdam is natuurlijk ook vragen om problemen.
Van kunst wordt vaak gezegd dat enige inspanning vereist is. Dat is maar de vraag. Kinderen reageren vaak heel direct en puur op kunst. Jammer dat wij die onbevangenheid vaak kwijtraken naarmate we ouder worden. Culturele en kunstzinnige vorming in het curriculum van een vierdeklasser is dus zo gek nog niet.