Groen is in. Niet alleen duurzaam leven wordt steeds hipper, ook in de woontrends is de groei van groen duidelijk te zien. Drie manieren om je huis te vergroenen.
Lichte en frisse kleuren: daar draaide het de afgelopen seizoenen om op interieurgebied. Poederroze en zachte blauw- en crèmetinten speelden een hoofdrol, met koper als accentkleur. Dit najaar is dat echter helemaal anders. Kleuren als donkerblauw, petrol en mosgroen vullen de interieurwinkels, vaak in combinatie met een opvallende kleur als terracotta of okergeel.
Groen is één van de favoriete kleuren van het komend seizoen. Of het nou mosgroen of legergroen is, limoengroen of grijsgroen, groen heeft hoe dan ook een rustgevend effect. Vooral in combinatie met natuurlijke materialen geeft dit een mooi uitgebalanceerd geheel.
De overige trends op interieurgebied liegen er ook niet om: Licht en luchtig verandert in een diep, rijk palet met een luxe uitstraling. Trendstof fluweel sluit hier perfect bij aan - en deze stof verplaatst zich dan ook langzaam vanuit de kledingkast naar het interieur. In plaats van quotes op de meest bizarre plekken in huis richten de trends zich nu meer op serieuze persoonlijke items. Meubels moeten ook zonder woorden een verhaal kunnen vertellen.
Het interieur wordt iets volwassener, dus. Dat wil niet zeggen dat we niet meer uit de band mogen springen met een felgekleurd accessoire of een gekke print, want juist dat hoort ook bij een interieur wat een verhaal vertelt. Bovendien komen de felgekleurde accenten beter uit tegen bijvoorbeeld een donkergroene muur. En het helpt om een persoonlijk interieur te creëren, zodat het iets zegt over de mensen die in het huis leven.
Duurzaam
Groen is niet alleen als kleur heel hip, maar ook als filosofie. De laatste jaren is de aandacht voor het klimaat gestegen, en dat is ook terug te zien in de trends voor dit najaar. Veel producten zijn gemaakt van natuurlijke of gerecyclede materialen, wat bijdraagt aan een beter milieu - en heel mooi past in een groen interieur.
Groen leven is ook voor mensen met een klein budget prima bereikbaar. Je hoeft maar naar de dichtstbijzijnde kringloopwinkel te gaan en je kunt voor een habbekrats je interieur vernieuwen. En al die meubels beginnen dan aan hun tweede - of misschien wel derde - leven. Dat is pas duurzaam: geen extra productiekosten of weggegooide meubels meer!
De vintage meubels passen ook heel mooi in de industriële stijl die op het moment immens populair is. Metaal, riet, onbehandeld hout, rotan en geknoopt touw zijn niet meer weg te denken uit de meeste interieurs. Deze ruwe materialen geven een huis een stoere en robuuste uitstraling. Met zachte materialen zoals wol en fluweel kan de balans bewaard worden - zodat je niet het idee hebt in een oncomfortabele, onpersoonlijke fabriek te wonen.
Urban jungle
Is het een stap te ver om meteen een paar muren groen te verven of een groene bank te kopen? Dan is ‘urban jungle’ een mooie oplossing om groen in huis te halen. Letterlijk vertaald betekent dat ‘stads oerwoud’ - planten in een stedelijke omgeving dus. Planten zijn niet meer weg te denken uit de woninginrichting. Ze maken een huis echt een thuis, een plek waar geleefd en gerelaxt mag worden.
Planten zijn ook nog eens gezond. Uit een onderzoek van de NASA blijkt dat de lucht in een interieur met veel planten aanzienlijk zuiverder en schoner is dan een interieur zonder planten. Planten hebben dus een positief effect op de luchtkwaliteit.
Sommige planten zijn onopvallende accessoires, ergens in een hoekje wat anders leeg zou zijn. Maar je kunt een plant ook heel mooi als eyecatcher midden in je interieur gebruiken. Een forse olijfboom of een grote hangplant kunnen je interieur een heel huiselijke uitstraling geven.
Misschien heb je wel helemaal geen groene vingers en zijn echte planten niet voor je weggelegd. Voordat je dan naar de afdeling nep-planten holt: er zijn ook planten die bijna geen aandacht nodig hebben en die het prima overleven bij iemand die geen plantenfluisteraar is. Neem bijvoorbeeld cactussen of vetplanten, daar hoef je bijna niet naar om te kijken. Ook de Vrouwentong (Sansevieria) is een vrijwel onverwoestbare plant, wat zeker handig is voor in een gezin met kinderen.
Een hoekje hangplanten
Het was enorm populair in de jaren ‘70, en weer helemaal terug van weggeweest: macramé. Macramé is een handwerktechniek waarbij een aantal touwen zó geknoopt wordt dat er een patroon ontstaat. Met deze techniek kun je mooie woonaccessoires maken, zoals een wandkleed of een deurgordijn. Ook populair zijn de gevlochten plantenhangers. Vroeger was dat een typisch klusje voor de lessen handvaardigheid op de basisschool, zó makkelijk zijn ze te maken. Kant-en-klare hangers zijn in interieurwinkels volop te krijgen, maar je kunt natuurlijk ook zelf aan de slag. Op internet zijn overal werkbeschrijvingen te vinden, zodat je met een aantal basic touwen (of felgekleurde, voor de variatie) en een middagje over een heel mooi hoekje voor je hangplanten kunt maken.