Economie

Buiten scharrelen is er voor de meeste kippen niet bij

„Boer, wat zeg je van mijn kippen, boer, wat zeg je van mijn haan? Hebben ze dan geen mooie veren, of staat jou de kleur niet aan?”

Tiemen Roos en Clasina van den Heuvel
8 September 2017 17:04Gewijzigd op 16 November 2020 11:25
beeld Gert van den Bosch
beeld Gert van den Bosch

Terwijl het kinderliedje de schoonheid van het dier bezingt, houden boeren de kip –met een deftig woord het huishoen– allereerst voor de productie van eieren of vlees. Eieren óf vlees? Jazeker, want de moderne pluimveehouderij is een zeer gespecialiseerde bedrijfstak met twee poten: leghennenhouderij en vleeskuikenhouderij. In beide gevallen worden de kippen via een uitgekiend kruisingsprogramma speciaal voor het productiedoel gefokt.

Vleeskuikens (hanen en hennen, vrouwelijke dieren) groeien op in grote, dichte stallen waar ze volop voer krijgen. Na zes tot acht weken zijn ze „op gewicht” en gaan naar de slachterij.

Leghennen produceren bijna elke dag een eitje. In Nederland leven de meeste in (dichte) scharrelstallen. Anders dan in de vroegere legbatterij, die in de Europese Unie al jaren verboden is, kunnen kippen in een scharrelstal tot op zekere hoogte hun natuurlijke gedrag vertonen. Wettelijke voorschriften garanderen dat. Scharrelen doet een hen in het strooisel op de stalvloer. Wil ze de vleugels uitslaan dan fladdert ze omhoog naar een zitstok. En in een legnest kan ze enigszins beschut haar ei leggen.

Sommige gespecialiseerde bedrijven laten de hennen buiten lopen. Ook daar zijn regels voor. Deze vrijeuitloopeieren brengen een hogere prijs op. Consumenten die dierenwelzijn belangrijk vinden, willen er in de winkel immers extra voor betalen.

Natuurlijk zijn er ook nog boeren die kippen houden als nevenactiviteit en de eieren aan huis verkopen. Op zulke boerderijen krijgen de dieren alle vrijheid, zoals op de foto’s te zien is.

En de haantjes van de leghennenrassen? Die is slechts een heel kort leven beschoren. Eieren leggen ze immers niet en ze groeien veel te langzaam om voor de vleeskuikenhouderij geschikt te zijn. Daarom worden ze al snel nadat ze in de broederij uit het ei zijn gekropen, gedood en verwerkt in onder meer diervoer.

Gert van den Bosch over de foto’s

„Kippen zijn lastig te fotograferen omdat ze voortdurend met hun kop bewegen. En ze zijn klein. Als je een kip echt goed op de foto wilt krijgen zonder ’m op te jagen, is een telelens aan te raden.

Soms blijf ik wat langer zitten in een veldje. Dan komt het voor dat de kippen toch willen weten wie daar nu zit, maar vaak blijven ze op afstand. Dat geldt zeker als ze niet gewend zijn aan onbekende mensen.

Je kunt wel een klein beetje voorspellen hoe ze gaan bewegen. Bij kippen zet ik de stand van de camera op continu. Een mitrailleur van tien foto’s per seconde wordt het niet, maar twee of drie foto’s per seconde maak ik wel.”

zomerserie Rondom de boerderij

Fotograaf Gert van den Bosch is geboeid door het leven en werken op en rondom boerderijen. In deze serie een selectie uit zijn collectie. Vandaag deel 9 (slot): pluimvee.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer