Dr. Thomas Börner had al tijdens zijn studie besloten nooit aan abortus op sociale gronden mee te werken. Daarmee zou hij de Schepper onteren. Maar dat kostte hem zijn positie.
Jarenlang was zijn standpunt nooit een probleem. Börner had een zelfstandige praktijk als gynaecoloog en zocht daarin het beste voor vrouw en kind. Aanstaande moeders die hun zwangerschap wilden laten afbreken, probeerde hij zo goed mogelijk te begeleiden, maar hij liet de beslissing aan hen.
Eind vorig jaar trad Börner echter in dienst van een klein ziekenhuis in Dannenberg in de deelstaat Niedersachsen: de Capio Elbe Jeetzel Klinik. Hij werd daar afdelingshoofd. En omdat het in Duitsland zo is geregeld dat de hoofdarts in grote lijnen het beleid van de afdeling bepaalt, kondigde het ziekenhuis af dat er vanaf dat moment geen abortussen meer zouden worden gepleegd. In de afgelopen jaren werden er in dit hospitaal jaarlijks zo’n dertig zwangerschappen afgebroken.
Wettelijk gezien heeft een ziekenhuis die ruimte in Duitsland, maar toch liep het anders. Zodra het eerste bericht verscheen dat de Capio-kliniek geen zwangerschappen meer zou afbreken, reageerde de SPD-minister van Gezondheid van Niedersachsen, Cornelia Rundt onmiddellijk scherp afwijzend. Voor vrouwen is het belangrijk, zei ze, dat ze in hun directe omgeving een abortus kunnen laten uitvoeren. Ze dreigde met het stopzetten van de financiering van het ziekenhuis, omdat abortus behoort tot het minimale zorgpakket dat een hospitaal dient aan te bieden.
De kwestie groeide uit tot een rel in de media. De Norddeutsche Rundfunk (NDR) berichtte dat het ziekenhuis het „recht op abortus” dwarsboomde. Het ziekenhuis reageerde door te zeggen dat Duitsland geen recht op abortus kent, omdat abortus strikt wettelijk gezien nog verboden is en alleen in noodsituaties wordt toegestaan. Bovendien konden vrouwen in de omgeving op genoeg andere plaatsen terecht.
Een scherpe reactie kwam ook van de organisatie ”Pro Familia”. Die verzorgt de vereiste advisering van vrouwen aan het begin van de wettelijke bedenktijd van drie dagen. De afdeling Niedersachsen van ”Pro Familia” was „ontzet”. „Deze beslissing gaat in tegen het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen.”
Al deze kritiek miste zijn uitwerking niet. De kliniek in Dannenberg is onderdeel van het Zweedse concern Capio Group en het bestuur daarvan accepteerde het beleid van Börner niet. Gevolg: begin februari moest hij vertrekken. Zijn werkzame periode bij Capio had nauwelijks drie maanden geduurd.
Daarmee was de zaak nog niet af. De algemeen directeur van het ziekenhuis, dr. Markus Fröhling, werd verweten dat hij Börner steeds had gesteund en ook hij raakte het vertrouwen van het bestuur kwijt.
De Duitse vereniging ”Ärzte für das Leben” toonde zich in een verklaring bezorgd. Volgens de prolifedokters was de „gewetensvrijheid van artsen nu feitelijk uitgehold.”
De vereniging verwees naar een vergelijkbaar geval eind vorig jaar. In Schaumberg had het ziekenhuis Agaplesion aangegeven geen abortussen meer uit te voeren. Door vergelijkbare druk uit de politiek en de media besloot het ziekenhuis in het vervolg artsen van buiten te vragen om abortussen uit te voeren.
Vrijheid van geweten voor artsen
Duitse artsen worden geacht volgens hun geweten te werken. Het recht op hun persoonlijke overtuiging is wettelijk beschermd in onder meer de grondwet.
Toch komt het „extreem zelden” voor dat prolifeartsen hoofd worden op een afdeling gynaecologie, zegt prof. Paul Cullen, voorzitter van de vereniging Ärzte für das Leben. „Die worden veel eerder uitgefilterd. Zij mijden het vak, of ze verlaten het, of ze worden gewoon niet bevorderd.”
Cullen vermoedt dat zulke zaken meestal stilzwijgend worden afgehandeld. „Dat een hoofdarts net als dr. Börner bereid is zijn loopbaan voor zijn geweten op het spel te zetten, komt zeer zelden voor.”
serie Geweten in de knel
In een zesdelige serie verkennen we aan de hand van concrete casussen de ruimte voor gewetensbezwaren in verschillende landen. Dit is deel 3: ontslagen abortusarts in Duitsland.