Ze zijn groot, wit en héél nieuwsgierig
Van alle boerderijdieren heeft de geit misschien wel de hoogste aaibaarheidsfactor. Maar pas op: onderling kunnen ze een stevig robbertje vechten, vooral als ze hoorns hebben.
De tijd dat elke boer een paar geiten had lopen, is voorbij. Een dwerggeitje voor de hobby kom je nog wel tegen, maar voor die mooie, grote witte geiten moet je naar een gespecialiseerde melkgeitenhouderij. Daarvan zijn er in Nederland zo’n 500. Gemiddeld houden ze 1100 dieren.
Het gaat goed met de melkgeitensector. Tien jaar geleden haalden veel consumenten de neus er nog voor op, maar vandaag zijn geitenmelk, kaas en andere producten die uit de melk worden gemaakt haast niet aan te slepen.
De geit heeft een goed imago. Het is een intelligent, nieuwsgierig en vrolijk dier en als mensen aan geiten denken, dan zien ze de dieren in hun gedachten meestal huppelen door het groene gras. Dat is trouwens niet terecht: de meeste melkgeiten leven in ruime open stallen waarvan de bodem met stro is bedekt (potstal).
Op biologische bedrijven, zoals de Saanenhof in Heeze (NB), waar de foto’s gemaakt zijn, gaan de dieren een deel van het jaar wel de wei in. De boer moet zorgen voor een goede afrastering, want geiten zijn beruchte uitbrekers.
De witte melkgeit, ontstaan door kruising van de oude Nederlandse landgeit met het Zwitserse Saanenras, heeft van nature hoorns. De meeste melkgeitenhouders verwijderen die als de lammetjes nog heel jong zijn, uiteraard onder verdoving. Sommige biologische boeren laten de hoorns groeien. De geiten krijgen dan een prachtig gewei.
Tien jaar geleden kwam er onverwachts een schaduw over het succesverhaal van de Nederlandse geitenhouderij: de Q-koorts. In de jaren 2007-2011 trof deze ernstige infectieziekte duizenden mensen, vooral in zuidelijk Nederland. Enkele tientallen van hen overleden aan de gevolgen van de ziekte. Melkgeitenbedrijven bleken een bron van verspreiding van Q-koorts. De overheid greep in. Professionele geitenhouders moeten hun dieren tegenwoordig tegen de ziekte inenten.
Gert van den Bosch over de foto’s
„Geiten zijn heel nieuwsgierige dieren. Om deze foto’s te kunnen maken, lag ik een tijdje in het gras, de geiten keken even toe en graasden uiteindelijk verder.
Toen riep ik wat, en daar kwamen ze met z’n allen aanlopen. Op een gegeven moment knabbelden ze in mijn nek, beten ze zo’n beetje in mijn kleding en zaten ze aan de camera te trekken.
Als ik foto’s maak terwijl er één aan het lammeren is, staan er vier of vijf geiten om me heen en moet ik ze echt van me afvegen. Uiteindelijk is het nieuwtje eraf en gaan ze weg. Geiten zijn gemakkelijker te benaderen dan koeien, zijn ook minder schrikachtig, vind ik.”
zomerserie Rondom de boerderij
Fotograaf Gert van den Bosch is geboeid door het leven en werken op en rondom boerderijen. In deze serie een selectie uit zijn collectie. Vandaag deel 5: geitenhouderij.