Economie

Scheerbeurt geeft schaap weer lucht

Het schaapscheerdersfeest op de kinderboerderij, wie is er niet mee opgegroeid? Leuk om te zien. Maar schapen scheren is een vak apart, en schapen houden is dat ook.

Tiemen Roos en Clasina van den Heuvel
22 July 2017 12:40Gewijzigd op 16 November 2020 11:05
beeld Gert van den Bosch
beeld Gert van den Bosch

Het scheren van een schaap is geen sinecure. Kijk maar eens hoe handig de scheerder het dier op zijn achterste zet, en hoe hij het in bedwang houdt zonder dat het benauwd wordt. Zo’n schaap mag het dan niet fijn vinden, de scheerbeurt is echt noodzakelijk.

Schapen hebben een dikke vacht, die de dieren in de winter beschermt tegen de kou. Zelfs bij stevige vorst kunnen schapen prima buiten lopen. In de kustprovincies en in Flevoland zie je ze ’s winters massaal zwerven over de akkers die in het najaar met een snelgroeiende grassoort zijn ingezaaid. ’s Zomers lopen ze vaak op de dijken.

In de zomer wordt die wollen jas tot een last. Een gevaarlijke last bovendien, want bepaalde vliegen zoeken de warmste en vochtigste plekjes –bijvoorbeeld in de buurt van de staart– op om er hun eitjes te leggen. De larven die daaruit komen vreten de huid van het schaap aan (myasis). Het rottende vlees trekt weer andere vliegen aan. Zonder ingrijpen sterft zo’n ziek schaap onherroepelijk.

Gelukkig weet de boer dit en laat hij op tijd de schaapscheerder komen. Een commerciële reden is er ook: de wol is geld waard. Al in de oudheid gebruikten mensen schapenwol om er kleding van te maken. De scheerperiode was een soort oogst, die met een feest werd afgesloten. Denk maar aan de geschiedenis van Nabal (1 Samuël 25).

In de moderne schapenhouderij is wol een bijzaak. De 800.000 Nederlandse schapen, veelal van het beroemde Texelse ras, worden allereerst voor het vlees gehouden. Goede moederschapen mogen enkele jaren jongen voortbrengen, maar de meeste lammeren gaan al in de loop van het eerste levensjaar al naar de slachterij. Het vlees vindt zijn weg hoofdzakelijk naar Frankrijk en Spanje, hoewel ook steeds meer Nederlanders een lamsboutje waarderen. En iedere schapenhouder weet dat de slachtprijs piekt in de aanloop naar islamitische feestdagen.

Gert van den Bosch over de foto’s

„Schaapscheerder Jorick ten Brinke uit Halle, in de Achterhoek, heeft klanten door het hele land. Hij runt een bedrijfje in schaapscheren en klauwbekappen. Verder fokt hij zeldzame huisdierrassen: ezels, brilschapen, boergeiten –een leuk geitenras met van die hangende oortjes– runderen, eenden, konijnen en hoenders. Ook heeft hij lama’s en alpaca’s. Ten Brinke scheert de schapen twee keer per jaar: half februari, net voor het aflammeren, en dan voor de zomer nog een keer. Hij houdt ze goed bij. Er zijn mensen die drie of vier keer zo snel scheren als hij, maar toch kiezen –vooral kleinschalige– schapenhouders voor hem, omdat hij zo goed in zijn vak is en de dieren met respect behandelt. Dat respect, die liefde voor de dieren, zie je terug in de beelden.”

zomerserie Rondom de boerderij

Fotograaf Gert van den Bosch is geboeid door het leven en werken op en rondom boerderijen. In deze serie een selectie uit zijn collectie. Vandaag deel 2: de schaapscheerder.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer