Tekort aan kennis hoogbegaafdheid in hoger onderwijs
Universiteiten en hogescholen zijn dé kennisinstituten van Nederland, maar op het gebied van hoogbegaafdheid is er nog nauwelijks kennis. Begeleiding van hoogbegaafde studenten staat nog in de kinderschoenen. Ook hulpverleners weten vaak weinig over hoogbegaafdheid.
Dat blijkt uit onderzoek van twee studenten van de Christelijke Hogeschool Ede in opdracht van Emmaüs Coaching. Alleen op de Universiteit Leiden is één begeleider actief bij het ondersteunen van hoogbegaafde studenten.
De studenten, Gerdiene van den Berg en Lianne Obbink, organiseerden gisteren een symposium over hoogbegaafden in het hoger onderwijs. Dat trok ruim vijftig belangstellenden, vooral afkomstig uit de onderwijswereld.
Het duo stelden aan de Edese hogeschool de vraag of daar hoogbegaafden onder de studentenpopulatie waren. Obbink: „Daarop wist de school geen antwoord te geven.” Uiteindelijk wisten ze zeven hoogbegaafde studenten op te sporen. De meesten van hen vonden het moeilijk dat ze moesten voldoen aan hoge verwachtingen. Vijf van de zeven pasten zich voortdurend aan om aansluiting te vinden bij de groep. Vaak was er sprake van eenzaamheid.
Uit het onderzoek blijkt ook dat het voor studenten moeilijk is om zich in te passen in de kaders van de school. „Een hoogbegaafde heeft behoefte aan vraaggericht in plaats van aanbodgericht onderwijs”, aldus Van den Berg. „Het is mogelijk om de aansluiting te verbeteren op het onderwijs, bijvoorbeeld door studievaardigheden te trainen.”
De maatschappelijk werkers in spe adviseren om bij mentoren en studieadviseurs de kennis over hoogbegaafdheid te vergroten. Iedere onderwijsinstelling moet volgens hen een aanspreekpunt hebben voor hoogbegaafdheid. Ook kan de vrije studieruimte minder vrijblijvend worden: activiteiten daarin moeten becijferd worden op een manier die recht doet aan de geleverde inspanning. Dat stimuleert excelleren.
Simone Keijsers, studiekeuze- en loopbaanbegeleider, studievaardigheidstrainer en hoogbegaafdheidsbegeleider aan de Universiteit Leiden, vormde vijf jaar geleden een begeleidingsgroep voor hoogbegaafden. Veel studenten die Keijsers ondersteunt, zeggen vooral op het sociale vlak aansluiting te missen. Keijsers: „Slimheid wordt lang niet altijd geaccepteerd. Ze ontmoeten onder medestudenten onbegrip voor hun ideeën en lopen er tegenaan dat ze diepgang missen. Gelijktijdig komen ze er vaak achter dat ze niet hebben leren leren.”
Keijsers leert studenten om haalbare en realistische doelen te stellen. „Niet: ik wil alle stof beheersen, maar: consequent een uur per dag studeren.” De studenten helpen elkaar om te werken aan de gestelde doelen.
Ook de Leidse studieadviseur denkt dat er in het hoger onderwijs nog veel te winnen valt in de begeleiding van hoogbegaafden. „Dat is niet altijd zo ingewikkeld als het klinkt. Ik ga weleens met een student stap voor stap bespreken hoe je een paper schrijft. Of doornemen hoe je je de inhoud van een dik studieboek eigen maakt. Moet je alles leren? Dan bestaat het risico dat je zo veel weet dat je niet meer weet welk antwoord je op een tentamen moet kiezen. Als je tentamens wél haalt door een samenvatting te lezen, doe je dat. En dan lees je het boek daarna voor je plezier.”