„Niemand echt tevreden over uitspraak Srebrenica”
Emeritus hoogleraar internationaal recht en mensenrechten Willem van Genugten noemt de uitspraak van het gerechtshof in de zaak van de vermoorde moslims in Srebrenica zeer duidelijk. „Het hof is heel kritisch over de rol van de Staat der Nederlanden.”
Kun je spreken van winnaars en verliezers?
„Dat ligt aan het perspectief van waaruit je de zaak bekijkt. Maar ik denk dat niemand echt tevreden is. De klagers hadden natuurlijk gehoopt dat de staat voor 100 procent aansprakelijk zou worden gesteld. Op zijn beurt zag de staat graag aangetoond dat hij alles had gedaan wat redelijkerwijs kon worden verwacht om de moslims te beschermen.
Daarnaast hoopte de staat zich te kunnen verbergen achter strafrechtelijke immuniteit, omdat de leiding in handen van de Verenigde Naties lag. Om die reden hebben ze op het VN-hoofdkwartier in New York met veel interesse meegekeken. Nederland heeft na Srebrenica zijn lessen al getrokken, wij letten sinds 1995 heel goed op aan welke operaties we meedoen. Voor sommige andere landen is deze uitspraak een waarschuwing. De discussie over strafrechtelijke immuniteit zal opnieuw gevoerd gaan worden.”
Het hof acht Nederland voor een deel verantwoordelijk voor de dood van ruim 300 moslims. Moeten we die uitspraak laf of juist moedig noemen?
„Geen van beide, ik vind het hof heel duidelijk. De uitspraak doet recht aan de feiten, waarbij de rol van de Staat der Nederlanden zeer kritisch onder de loep is genomen. Man en paard worden genoemd, terwijl het om heel moeilijke materie gaat.
De kern van de uitspraak van het hof draait om de waarschijnlijkheid dat deze mannen nog hadden geleefd als de Nederlandse Dutchbatters meer voor hen hadden gedaan. Die kans was groter geweest, al staat er ook een zinnetje in de uitspraak dat de mannen wellicht toch wel zouden zijn vermoord.
Ik denk wel dat dat klopt. Had je hen op de compound gehouden, dan denk ik niet dat Servië was gestopt met vijandige handelingen.”
Is die 30 procent aansprakelijkheid arbitrair?
„Het had ook 20 of 40 procent kunnen zijn. Het gaat hier niet om wiskunde, waarbij je enkele getallen bij elkaar optelt die de uitkomst bepalen. Maar het hof heeft hier wel grondig over nagedacht. Het heeft alle feiten nadrukkelijk op een rij gezet en goed geformuleerd wat tot aansprakelijkheid leidt en wat niet. Dan is het vervolgens een kwestie van plussen en minnen. Het enige wat in de uitspraak ontbreekt, is een scherpe toelichting op het getal 30. Die uitkomst wordt niet duidelijk gemotiveerd. Maar de argumenten die leiden tot een gedeelde aansprakelijkheid zijn volkomen helder.”
Er is nog een mogelijkheid om in cassatie te gaan bij de Hoge Raad. Komt er een vervolg?
„In vergelijkbare zaken is dat wel gebeurd. Ik denk dat de staat een finaal oordeel van de hoogste rechter wil hebben over de toedeling van aansprakelijkheid. Hij wil echt een uitleg over het geldend recht. Aan de andere kant kan ik me voorstellen dat ook de nabestaanden dit oordeel niet bevredigend vinden. Maar dat is slechts een gok van mij.”