Noord-Korea heeft de Amerikaanse raketaanval op een Syrische luchtmachtbasis een „onvergeeflijke daad van agressie” genoemd. Het optreden van de Verenigde Staten bewijst volgens het stalinistische land dat het een goed idee was om „onze militaire macht te versterken”.
Het geïsoleerde regime in Pyongyang ziet Syrië als een belangrijke bondgenoot. De Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un en de Syrische president Bashar al-Assad hebben elkaar volgens staatspersbureau KCNA eerder al „vriendschap en samenwerking” beloofd.
Beide landen hebben een slechte relatie met Washington, dat zich grote zorgen maakt over het nucleaire- en raketprogramma van Noord-Korea. Pyongyang werkt volgens experts waarschijnlijk aan de ontwikkeling van raketten die de Verenigde Staten kunnen bereiken.