De dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland is in twaalf jaar tijd bijna de helft kleiner geworden. Had de organisatie in 2005 nog 420 volledige banen (fte’s), nu zijn dat er 220. Over drie jaar moeten het er 200 zijn.
Dat blijkt uit cijfers die de Protestantse Kerk (PKN) beschikbaar stelde aan het Friesch Dagblad, dat daar donderdag over schreef.
Vorig jaar kromp de dienstenorganisatie met een kwart van haar omvang. Van de 122 medewerkers die toen tot de risicogroep behoorden, maakten er 26 gebruik van een vrijwillige vertrekregeling.
Gemeenteadviseurs
Alle gemeenteadviseurs moesten vorig jaar vertrekken: veertig personen raakten hun baan kwijt. Een tiental kreeg een nieuwe functie in Utrecht. Veel anderen zijn als zelfstandige aan de slag gegaan. „Voor één medewerker is ontslag aangevraagd en met alle andere boventalligen is een vaststellingsovereenkomst gesloten”, aldus directeur Haaije Feenstra van de dienstenorganisatie. Zij gingen dus uit dienst.
Toen de functie van gemeenteadviseur in 2005 in het leven werd geroepen, was het de gedachte om in iedere classis een gemeenteadviseur aan het werk te hebben. Al snel werd het ongeveer één gemeenteadviseur op twee regionale kerkvergaderingen. „Daarnaast werkten we met gemeenteadviseurs kerkbeheer en jeugdwerkadviseurs. In totaal ongeveer twaalf fte.” Deze mensen zijn nu uit beeld.
Verschuiving
De Friese afdeling van de Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer (VKB) houdt maandag haar algemene ledenvergadering. Onderwerp van die bijeenkomst is ”Verschuiving in de dienstverlening vanaf 2017”. De koepelorganisatie van Friese kerkrentmeesters wil plaatselijke kerkrentmeesters zo helpen om „een proactieve rol te spelen in de veranderingen die op ons afkomen.”
De reorganisatie in de dienstenorganisatie is een direct gevolg van het synodeplan ”Kerk 2025”, dat in april waarschijnlijk opnieuw op de agenda van generale synode zal staan. Tot 1 mei hebben alle gemeenten in de Protestantse Kerk de gelegenheid om op dit plan te reageren.