„Voer twintigwekenecho eerder uit”
Minister Schippers (VWS) moet aan de hand van landelijk onderzoek in kaart brengen of de zogeheten twintigwekenecho al rond de dertiende zwangerschapsweek kan worden uitgevoerd.
Dat heeft de commissie prenatale screening van de Gezondheidsraad donderdag geadviseerd. De vroege echo zou moeten worden ingebouwd in het huidige screeningsprogramma, zodat vrouwen die dat willen daar gebruik van kunnen maken. De twintigwekenecho moet volgens de commissie wel blijven bestaan. Reden daarvan is dat na twaalf tot veertien weken van de zwangerschap nog niet alle structurele afwijkingen zijn te zien.
Onderzoek moet duidelijk maken hoeveel aandoeningen er al aan het licht komen met de vroege echo, aldus de commissie. Op basis van huidig onderzoek schat het rapport in dat het om ongeveer de helft gaat. Dit betreft vooral de meest ernstige structurele afwijkingen, die zorgen dat een kind bij de geboorte nauwelijks tot geen overlevingskansen heeft.
Het eerder bekend worden van structurele afwijkingen is volgens de commissie in een aantal opzichten van belang. Zo is er meer tijd om de ontwikkeling van de foetus te volgen en voor vervolgdiagnostiek. Kiezen de ouders voor abortus, dan kan het gevolg van vroegdiagnostiek zijn dat de zwangerschapsafbreking niet meer plaatsheeft wanneer de foetus de grens van de levensvatbaarheid al genaderd is.
Punt van aandacht is wel dat duidelijk moet worden gemonitord hoeveel onduidelijke bevindingen en foute voorspellingen de vroege echo oplevert. Ook moet worden nagaan of vrouwen door de nieuwe test een minder uitvoerige twintigwekenecho kunnen ondergaan.