Uiterst negatief tot gematigd positief. Zo luiden de reacties van een jurist, een socioloog en een pedagoog op het advies van de Staatscommissie Herijking Ouderschap over meerouderschap en draagmoederschap. „Is dit de afschaffing van de monogamie?”
De commissie kwam gisteren na 2,5 jaar studie met het advies aan het kabinet om maximaal vier ouders per kind toe te staan en de positie van een biologische draagmoederschap juridisch te regelen. In deze gevallen moet een kind het recht krijgen om te weten wie zijn eventuele draagmoeder en zijn biologische ouders zijn.
Dit voorstel is volgens de commissie nodig omdat er vandaag de dag meer soorten gezinnen zijn, zoals gezinnen met ouders van gelijk geslacht en meer personen die met elkaar een of meer kinderen verzorgen en opvoeden.
Emeritus hoogleraar notarieel en privaatrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen mr. M. J. A. van Mourik heeft geen goed woord over voor het voorstel voor een meeroudersgezin. „Dit is een D66-gedrocht: beginselloos modern doen en witte voetjes halen in Amsterdam.”
Juridisch ongelooflijk
Van Mourik vreest voor de gevolgen voor het huwelijk. „Is dit de afschaffing van de monogamie? Het is juridisch gezien ongelooflijk wat hier wordt voorgesteld. Het compliceert het toch al enorm rommelige familierecht waarin vader- en moederschap zijn vervangen door ouderschap. Ook qua erfrecht ligt dit voorstel uiterst ingewikkeld.”
Er lijkt sprake te zijn van een vierpersoonspartnerschap, aldus Van Mourik. Zijns inziens bestaat er grote kans dat een van de partners zo’n verbintenis verbreekt. „In sommige kringen is het een komen en gaan van partners. Is dat dan het einde van het ouderschap? Wat gebeurt er als er een nieuwe partner komt? Wordt deze ouder? Officieel niet, want met hem of haar is voor de conceptie geen overeenkomst gesloten. Als het wel zo is, blijft het niet bij vier, maar kunnen er wel zes, acht of tien ouders zijn. Ik vrees dat er straks zomaar vijf moeders of vaders van één kind kunnen zijn.”
De oud-hoogleraar vraagt zich af hoe de meerouderschapsovereenkomst praktisch in zijn werk moet gaan. „Zo van: woensdag moet de conceptie plaatshebben en dinsdag gaan we even langs bij de rechter. Alsof die toch al niets te doen heeft. Of komt er een notaris of advocaat aan te pas? Hoe bewijs je dat de conceptie niet eerder heeft plaatsgehad? En wat moet er zoal in die overeenkomst staan? ”
Oplossing
De oplossing ligt volgens Van Mourik in een betere regeling van het gezag. „Een nieuwe partner kan nu al eventueel gezag krijgen. Ook testamentair is er veel mogelijk.”
De jurist vindt het wel goed dat het draagmoederschap juridisch wordt geregeld. „Dat voorkomt misstanden zoals kinderhandel. Maar het voorstel regelt wel
dat bijvoorbeeld een vrouw uit nobele motieven het kind van haar kinderloze vriendin uitdraagt.”
Drs. Wim Dekker, die als lector aan de Christelijke Hogeschool Ede onderzoek doet naar jeugd en gezin, constateert dat het rapport „op twee gedachten hinkt die niet bij elkaar komen. Enerzijds hecht het waarde aan de biologische lijn. Daarom hebben kinderen recht om te weten wie hun biologische ouders zijn. Aan de andere kant stelt het rapport voor om allerlei vormen van niet-biologisch ouderschap mogelijk te maken. Vooral dat laatste krijgt naar mijn indruk veel aandacht.”
Problematische situaties
Dekker verwacht dat zowel kinderen als ouders uit meeroudergezinnen hun eigen identiteitsproblemen zullen ontwikkelen. „Daar hoef je geen helderziende voor te zijn. Dit gaat problematische situaties creëren. Bij twee-
oudergezinnen zijn er al problemen met de identiteitsontwikkeling.” De socioloog vindt het wel goed dat het advies een leegte opvult. „Het recht maakt een inhaalslag ten opzichte van de praktijk. Als je niets regelt, blijft er veel onduidelijk over de plichten van de ouders en de rechten van het kind.”
Docente pedagogiek Elly van der Gouwe van Driestar hogeschool in Gouda toont zich verbaasd over de manier waarop Nederland nieuwe gezinsvormen wil legaliseren. „Als christen geloof ik dat een veilig gezin met een vader en een moeder prachtig is en veiligheid biedt.” Als pedagoog vindt ze het wel positief dat „meer personen zich betrokken weten bij het welzijn van een kind. Dat biedt voordelen in deze individualistische samenleving.”
Volgens haar is er geen wetenschappelijk bewijs voor dat het opgroeien in meeroudergezinnen positief of negatief uitpakt voor het kind. „Dat kan zich aan meer mensen hechten, bijvoorbeeld aan vader, moeder, opa en oma. Wel heeft het voordelen voor de identiteitsontwikkeling als kinderen weten wie hun biologische ouders zijn.”
Buik vol
Van Mourik heeft echter „de buik vol” van het advies. „Dit past in onze cultuur waarin alles moet kunnen. Nederland komt steeds verder af te staan van het christelijke gedachtegoed waarin de man-vrouwrelatie en het gezin centraal staan. Het zijn uitingen van de beginselloze ik-cultuur. Deze trend is ontstaan door ontkerkelijking en materialisme. Ik zie weinig kans op een ommekeer.”