De Schrift laat meer ruimte voor echtscheiding dan kerken soms erkennen, schrijft dr. D. J. Steensma in zijn studie ”Echtscheiding”. Maar de vraag is of hij de Bijbel niet te veel aanpast aan de eisen van onze tijd.
Het huwelijk staat in onze samenleving onder druk. Het aantal scheidingen is sinds de jaren zestig van de vorige eeuw schrikbarend toegenomen, ook binnen de kerk. Hoofdoorzaken zijn het wegvallen van financiële en juridische belemmeringen in de twintigste eeuw, maar ook de verandering in huwelijksmoraal.
Hoe moeten wij in de eenentwintigste eeuw met echtscheidingen omgaan? Dat is een vraag die velen zich stellen. Dr. D. J. Steensma probeert hierin een weg te wijzen. Hij neemt voor zijn studie ”Echtscheiding. Een exegetisch-ethische evaluatie” de Bijbel als hoogste maatstaf en beslissende richtsnoer. Velen hebben dat voor hem ook gedaan. De uitkomsten zijn echter verschillend.
De christelijke gereformeerde predikant van Veenwouden gaat uitvoerig in op de Bijbelse gegevens die spreken over huwelijk en scheiding. Gods Woord spreekt over het huwelijk als een verbond voor het leven. Profeten leggen een verband tussen het huwelijksverbond en de verhouding tussen de Heere en Israël binnen het genadeverbond.
Het huwelijk is in het Oude Testament een officieel gebeuren met bepalingen en afspraken. Zo bood de bruidsschat een zekere garantie tegen willekeurige wegzending. Huwelijksvoorwaarden spreken van de verplichting voor de man tot het geven van voedsel en kleding en tot de huwelijksplicht (seksuele omgang). Indien de man deze drie dingen niet doet, zal de vrouw om niet uitgaan – scheiden. Vanuit onder meer deze teksten (Ex. 21:10-11) trekt de auteur lijnen naar echtscheidingsgronden buiten overspel.
Scheidsbrief
Uniek in de wereld van het Oude Testament was de inzetting in de mozaïsche wet over de scheidbrief. Deze brief beschermde de positie van de vrouw en moest echtscheiding indammen. Echtbreuk in het Oude Testament is zonde tegen God en het land, zo concludeert dr. Steensma.
De docent ethiek aan de Theologische Universiteit te Apeldoorn plaatst Christus’ onderwijs over scheiding tegen de achtergrond van de toen gangbare opvatting. Christus’ woorden plaatst hij tegelijk in het kader van de prediking van de komst van het koninkrijk van God. De uitspraak in de Bergrede dat scheiden alleen mag bij overspel (Matth. 5:32), laat voor de auteur onverlet dat scheiden ook mag volgens de regels van Exodus 21. De Bergrede bevat heel scherpe regels om de zonde te laten zien. Uiterlijke wetsbetrachting brengt geen gerechtigheid aan. Christus geeft daarbij geen wet af waarna men de ander mag oordelen. Om het in de taal van onze tijd te zeggen: de Bergrede bevat in dezen geen artikelen die zomaar bruikbaar zijn voor een kerkorde.
De weergave van het twistgesprek van de Heere Jezus met de farizeeën over het scheiden om allerlei oorzaak krijgt aandacht, inclusief de verschillen in weergave van de diverse evangelisten. Christus zou zich verzetten tegen de scheidbrief als recht om te scheiden. Het gaat Christus om de scheidbrief als bescherming van de weggezondene en een rem op echtscheiding. Jezus predikte profetisch dat een lichtvaardige scheiding gelijkstaat aan echtbreuk. Hij ging niet in discussie over scheidingsgronden. Hij preekte de oorspronkelijke wil van God, en toch veronderstelt Zijn prediking bepaalde juridische structuren. In het Nieuwe Testament gaat het om de vastheid van het huwelijk die het verbond niet onontbindbaar maakt.
Vier scheidingsgronden
De Joodse gemeenschap kende aan het begin van de jaartelling vier scheidingsgronden: materiële en immateriële verwaarlozing in de zin van het niet tonen van genegenheid en geen echtelijke gemeenschap, onvruchtbaarheid en overspel. De school van Hillel erkende ook scheidingen om vele andere redenen. Een nieuw huwelijk was na al deze scheidingsoorzaken mogelijk.
De Vroege Kerk volgde oorspronkelijk de Joodse traditie in scheiding en hertrouw. Door de verwoesting van Jeruzalem in het jaar 70 na Christus ontstond er door onbekendheid binnen de kerk vervreemding van de Joodse achtergrond. In de kerk nam men de letterlijke Bijbeltekst tot uitgangspunt, terwijl de achtergrond niet precies duidelijk was. Er komt een grote terughoudendheid ten aanzien van hertrouw. De tekstgeschiedenis van Mattheüs 19:9 zou daarop wijzen.
Uitvoerig lezen we ook hoe de kerk door de jaren heen omging met scheiden en hertrouwen. Calvijn was strikter dan de andere reformatoren. Hij erkende slechts overspel als echtscheidingsgrond. Daarnaast spreekt hij van de scheidingsgrond bij verlating omwille van het geloof. In bepaalde situaties kent Calvijn een ruimere interpretatie, zo blijkt uit zijn brieven.
Nieuw perspectief
Uiteindelijk komt de auteur tot de conclusie dat een ruimere hantering van echtscheidingsgronden en de mogelijkheid tot hertrouwen mogelijk moet zijn. De prediking van het Koninkrijk van God bevat heil voor allen die huwelijkse gebrokenheid ervaren, maar ook voor wie reeds gescheiden zijn. In de weg van berouw en verslagenheid over de gebrokenheid van het huwelijk schenkt God ook hoop voor de toekomst en een nieuw perspectief. Daarvoor laat de Schrift meer ruimte dan de kerken soms erkennen.
Eenieder die zich bezint op echtscheiding doet er goed aan kennis te nemen van deze uitgebreide studie. De vraag blijft na lezing echter of de hermeneutische regels niet zo worden toegepast, dat de Schrift wordt aangepast aan de eisen van onze tijd. Vraagt Gods Koninkrijk binnen de kerk ook geen leefwijze waarin het koninklijk priesterdom zichtbaar wordt in het handhaven van: wat God samengevoegd heeft, scheide de mens niet?
----
Boekgegevens
”Echtscheiding. Een exegetisch-ethische evaluatie”,dr. D. J. Steensma; uitg. Buijten & Schipperheijn, Amsterdam, 2016; ISBN 978 90 5881 896 6; 284 blz.; € 28,50.