„In Letland mag je nog gewoon ondernemen”
Een verblijf in Duitsland voor zijn werk had voor Ed-Jan van der Steen verstrekkende gevolgen. Daar liep de jonge ondernemer een Letse tegen het lijf die later zijn echtgenote zou worden. Inmiddels heeft de 35-jarige Nederlander in Riga een goedlopend import- en exportbedrijf in hout.
Het hoofdkantoor van Dadsons is gevestigd in een groot, grauw betonnen blok even buiten het centrum van de Letse hoofdstad. Aan de Maskava-straat is het even zoeken naar de juiste ingang. Binnen valt meteen het contrast met de buitenkant op. In het uiterst moderne, helverlichte kantoor zijn drie mensen enthousiast aan het werk. De medeaandeelhouder van Dadsons, Aivars Silins -die tevens Van der Steens zwager is- verontschuldigt zich voor de afwezigheid van zijn partner, die in een belangrijke vergadering blijkt te zitten.
Als de van oorsprong uit het Brabantse Knegsel afkomstige Van der Steen even later opduikt, steekt hij onder het genot van een kop koffie meteen van wal. „Dadsons is in Nederland begonnen als Dadsons Trading bv, dat mijn vader en ik in 1997 hebben opgericht. Vandaar de naam Dadsons: daddy and son, oftewel vader en zoon.”
Een ontmoeting met de Letse Aija in Duitsland zou een keerpunt vormen voor de Brabander en zijn bedrijf. „Via mijn latere vrouw kwam ik in contact met Letland. Terwijl zij haar studie afrondde, deed ik marktonderzoek. Ik wilde weten voor welk product in Letland een goede markt was. Al snel kwam ik bij timber terecht. Zo zijn mijn vader en ik in het hout gerold.”
Kort na de oprichting begon Dadsons een dochtermaatschappij in Riga. Toen zijn vader in 2000 met pensioen ging, had Ed-Jan geen zin om in Nederland „voor directeur te gaan spelen.” De bv in Nederland werd verkocht en Van der Steen ging in Riga zelfstandig verder. „In het begin zaagden we alleen balken uit nat hout die we vanuit Letland naar Nederland importeerden. Inmiddels zijn we zo gegroeid dat we 40 procent van ons hout uit Rusland halen. De natte balken worden in Riga gecontroleerd, gedroogd en geschaafd, waarna het hout verder gaat naar West-Europa en de Verenigde Staten.”
Voor ondernemers is Letland een erg interessant land, vindt Van der Steen. „Hier mag je nog gewoon ondernemen. Het verkrijgen van vergunningen of andere papieren, het aankopen van grond en bezittingen, het oprichten van een bedrijf; alles gaat hier sneller en eenvoudiger dan in Nederland. Letland is niet zo overgereguleerd als Nederland.” En hoewel corruptie in Letland nog altijd een probleem is -zelf spreekt de Nederlander liever over „minder gereguleerd zakendoen” - hoefde hij „nooit geld onder de tafel door te schuiven. We hebben alles via de bank gedaan.”
Van der Steen ziet duidelijke cultuurverschillen tussen werknemers in Letland in Nederland, wat onder meer te maken heeft met het systeem van sociale voorzieningen. „Hier wordt nog gewerkt. In Letland zorgen mensen van mijn generatie voor hun ouders, die moeten rondkomen van zo’n 100 euro per maand. Weliswaar verbouwen de ouderen op het platteland hun eigen aardappelen en groenten, maar als het dak lekt, betalen de kinderen dat. Letten hebben dan ook een andere motivatie om te werken dan Nederlanders.”
„Als we om 7 uur moeten beginnen, doen we dat. Als we tot 12 uur ’s nachts moeten doorwerken, gebeurt dat ook. Het werk moet worden gedaan”, vervolgt Van der Steen, die de oudste binnen het bedrijf is. „Iedereen weet waarvoor hij of zij werkt. Allemaal hebben ze ouders van rond de vijftig. Het land moet worden opgebouwd. We werken bij Dadsons met tien mensen. Voor de omzet die wij draaien, zou je in Nederland 25 man nodig hebben.” Het is die inzet die er volgens Van der Steen voor zorgt dat Letland een economische groei kent van zo’n 7 procent.
Van der Steen heeft het uitstekend naar zijn zin in Letland. De taal vindt hij geen probleem. „Zelf spreek ik een beetje Lets. Hoewel de meeste mensen boven de veertig alleen Russisch als vreemde taal spreken, is het Engels is in opkomst. Van de mensen onder de dertig spreekt 80 tot 90 procent Engels. Enig nadeel is dat banken soms moeilijk doen bij het verstrekken van krediet. „Dat valt wel te begrijpen, gezien het feit dat in 1993 de Baltica Bank van de ene op de andere dag failliet ging.”
Belangrijker nog dan het komende lidmaatschap van de Europese Unie is dat van de NAVO. „Dat geeft Letland rust en zekerheid”, aldus Van der Steen. „De EU betekent een grotere markt. Verder zijn de subsidies voor het bedrijfsleven en de landbouw erg belangrijk.” Maar er zit ook een keerzijde aan de medaille. „De mensen beseffen dat er een moment komt waarop Letland zal moeten terugbetalen.”
Daar zal Dadsons ook mee te maken krijgen in de vorm van meer belastingen. Formeel begint dat nog niet na 1 mei, maar Van der Steen is daar niet gerust op. „Kijk maar naar de benzineprijs. Die stijgt hier elke paar maanden licht, maar aan het eind van het jaar betaal je wel 10 tot 20 procent meer.”
Voor aspirant-ondernemers die overwegen naar Letland te komen, heeft Van der Steen -die tevens voorzitter is van de Nederlands-Letse Kamer van Koophandel- een kort en bondig advies: „Kom eens een uurtje praten. Dan kijken we wat we kunnen doen. Er liggen kansen genoeg in Letland.”
Dit is het zesde deel in een serie portretten van Nederlandse bedrijven die actief zijn in de nieuwe lidstaten van de Europese Unie. Zaterdag deel 7. Zie ook www. refdag.nl.