Wel of niet open op zondag, Paddepoel is verdeeld
Nu Primera-uitbater Gerard Platjouw een rechtszaak om de zondagopeningsregeling heeft verloren, is de tweedeling in winkelcentrum Paddepoel nog groter geworden. Zowel het winkelend publiek als de ondernemers zijn verdeeld in hun opvattingen.
Het is behoorlijk druk op vrijdagmiddag in winkelcentrum Paddepoel, in de gelijknamige wijk van Groningen. Moeders kijken tevreden hoe hun kinderen ravotten rondom een speeltoestel, jongeren kletsen in groepjes op het terras en ouderen leunen op hun rollator. Het winkelcentrum is het grootste in zijn soort in Groningen en herbergt allerlei soorten winkels.
Kleine ondernemers en grote ketens gaan er hand in hand. Althans, dat gingen ze, voordat er vorig jaar een tweedeling ontstond. Nu winkeliers van de plaatselijke vereniging van eigenaren (vve) iedere maand een keer op zondag open willen, is er mot in de tent. Helemaal nu een van de ondernemers een rechtszaak tegen de vve heeft verloren. Een aantal winkeliers, vooral die van kleinere zaken, wil zich niet conformeren aan de volgens hen door de vve opgelegde zondagsopening.
Kwaad
Neem René Bolhuis. Al 47 jaar is hij bloemist in Paddepoel. Het pand is van hemzelf en hij is dan ook lid van de vve. Kwaad is hij, want het kan voor hem niet uit om op zondagen open te zijn. „Ik word ernstig gedupeerd als ik op een zondag open moet en dan heb ik het nog niet eens over de omzet. Op zondag heb ik een omgangsregeling met mijn zoon, die kan ik alleen dan zien.”
Voor elke keer dat Bolhuis zich niet aan de openingstijdenregels houdt, moet hij een boete van 500 euro betalen. Dat geldt als hij een hele zondag dicht blijft, maar ook als hij doordeweeks de zaak een uurtje eerder wil of moet sluiten. „Ik werk helemaal alleen in de zaak, zes dagen in de week. Bij bijvoorbeeld de drogist hebben ze werknemers in dienst die 200 procent loon verdienen.”
De leden van de vve hebben tijdens een algemene ledenvergadering het besluit genomen om maandelijks een zondag open te gaan. Helemaal eerlijk is dat volgens Bolhuis niet gegaan. „Je hebt schijninspraak, want het aantal stemmen wordt verdeeld naar oppervlakte van het pand. Heb je een grotere zaak, dan heb je ook meer inspraak op de vergaderingen.”
Naast bloemist Bolhuis is ook groenteboer Peter Lubber het totaal niet eens met de verplichte zondagsopening. „Ik wil geen zeven dagen in een week werken, een mens heeft ook rust nodig. Daarbij komt dat ik niet alles verkoop op zondag en dus een overschot heb. En op maandag kan ik moeilijk fruit of groente verkopen dat niet meer vers is.” De manier waarop de vve tot haar beslissing is gekomen, noemt hij ondemocratisch.
Om hun geloof
Voor het winkelend publiek lijkt het echter alleen maar een voordeel als het winkelcentrum op zondag open is. „Ik vind prima”, zegt Sahara, die met een vriendin van een drankje op het terras geniet. „Op zaterdag is het zo druk in de stad.” Maar zodra de dames horen van de verplichting en vooral de boetes, slaat hun mening om. Vriendin Basira: „Als winkeliers een goede reden hebben, zoals dat ze het zich niet kunnen permitteren of dat om hun geloof vrij willen zijn, dan vind ik dat ze zelf mogen bepalen of ze open of dicht gaan. Respect voor het geloof gaat voor.” Sahara: „Mensen werken toch om geld te verdienen, niet om te betalen.”
Leendert Jager zit op een bankje in het winkelcentrum. „De winkeliers worden door de vereniging behandeld als slaaf. Vroeger waren de winkels toch ook niet open, waarom nu dan wel? De rechter die de uitspraak heeft gedaan zit op zondag zelf vast lekker achterover in zijn stoel.”
Tegengeluid
Een tegengeluid vanuit de winkeliers komt er van de uitbater van een snoepwinkel, die zich voorstelt als voorzitter van de Stichting Winkelcentrum Paddepoel. „Tijden veranderen, de consument vraagt erom op zondag open te zijn. In de binnenstad van Groningen zijn de winkels nu al elke zondag open. Over tien jaar zal dat overal zo zijn.”
Over het uitdelen van boetes wil hij weinig kwijt. „Als je christen bent en niet open wilt zijn, dan is het geen probleem en krijg je ook geen boete. Met een goede reden kun je dispensatie krijgen.” In ondernemers die om andere redenen niet open willen kan hij zich niet vinden. „Ik ben het ook niet met alles eens maar ik houd me ook aan de regels. De uitspraak van de rechter is duidelijk: ze hebben gewoon verloren.”