Tijdens de inventarisatie van het archief van de hervormde kerkvoogdij Leiden is een bestek voor het repareren van het orgel van de Hooglandse Kerk uit circa 1600 gevonden.
Dat meldt André van Noort van Erfgoed Leiden en Omstreken in zijn vondst van de week. Het briefje laat zien dat de reparatie werd aangenomen door meester Hendric Snoeck in aanwezigheid van zijn neef Pieter Maertensz. en meester Cornelis orgelist. De aanneemsom was 85 gulden.
Op de achterzijde van het bestek staat dat Snoeck opnieuw is aangenomen om werkzaamheden aan het orgel te verrichten, „zulks tot propatie (testen) van onse orgeliste deser steede.” De aanneemsom was nu 50 gulden en 10 gulden voor zijn zoon, wegens het „blaesen”, oftwel het bedienen van de blaasbalg.
Van Noort noemt met name het aanwezig zijn van laatstgenoemde interessant, omdat het hier gaat om de bekende Leidse organist en componist Cornelis Schuyt (1557-1616), wiens 400e sterfdag dit jaar wordt herdacht.
Schuyt werd erbijgehaald omdat hij organist van de Pieterskerk en de Hooglandse Kerk was, een aanstelling die hij in 1593 kreeg. Zijn taak was „niet alleen opte organen inder kercken tot zodanigen uijren ende plaetsen als hier van zullen werden verdeelt tot recreatie ende verlustinge vande gemeente ende omme de zelve duer middel van dien te meer uyt herbergen ende tavernen te houden, mer ooc over de ordinaryse ende extraordinaryse maeltijden van die van de gerechte zonderlinge als enige forsten, princen, heeren off potentaten in deser stede comende mit enige maeltijden off bancketten zullen werden vereert.” Verder moest hij tijdens die maaltijden ook op andere instrumenten spelen en zelfs zingen, aldus Van Noort.
De vraag is volgens Van Noort of het huidige orgel in de Hooglandse Kerk uit de tijd van Schuyt stamt. „De prachtige website van de Hooglandse Kerk vermeldt dat het oudste pijpwerk uit omstreeks 1565 dateert. In die tijd was het orgel door Pieter de Swart gemaakt. Het orgel hing toen aan de oostkant van het koor boven de consistorie. In 1637 werd het orgel door de orgelbouwers Van Hagerbeer vergroot, aangepast en verplaatst naar de toren. Later volgden nog meer aanpassingen, die deels bij een latere restauratie weer ongedaan zijn gemaakt.”