Politiek
SGP: Trek stekker uit verdrag met Oekraïne

DEN HAAG. Het kabinet moet de goedkeuringswet van het associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne intrekken, vindt de SGP.

Redactie politiek
13 April 2016 11:58Gewijzigd op 16 November 2020 02:51
Sommige christelijke kiezers stemden voor bij het referendum, anderen tegen. Velen bleven weg uit de stembus. beeld ANP, Lex van Lieshout
Sommige christelijke kiezers stemden voor bij het referendum, anderen tegen. Velen bleven weg uit de stembus. beeld ANP, Lex van Lieshout

„Dat zou de meest overtuigende reactie van het kabinet zijn op de uitslag van het referendum van vorige week”, zei SGP-leider Van der Staaij woensdagmorgen in de aanloop naar het Kamerdebat vanavond over de volksraadpleging.

De uitslag van het referendum is volgens hem duidelijk: „Hij is geldig en een ruime meerderheid heeft tegengestemd.” Het kabinet moet daaraan recht doen. „We kunnen nu niet eindeloos gaan uitzoeken wat precies de redenen zijn geweest van mensen om tegen het verdrag te stemmen. Ook zou het onbevredigend zijn om met cosmetische aanpassingen aan het verdrag te komen.”

Als het kabinet de goedkeuringswet intrekt, is het associatieverdrag met Oekraïne van tafel. Van der Staaij kan daarmee leven. „Wij hebben altijd gezegd dat we nog maar moeten zien of de verwachte grote voordelen daarvan in de praktijk haalbaar blijken en of de gevreesde nadelen daadwerkelijk aan de orde komen.” Wat de SGP’er betreft, is er niet per se een verdrag nodig om handel te kunnen drijven met Oekraïne of om daar de corruptie te bestrijden.

PVV-leider Wilders wil ook van de goedkeuringswet af. Hij diende daartoe dinsdag samen met zijn fractiegenoot Bosma een initiatiefwet in. „Premier Rutte wil nog maanden nadenken over wat hij doet met het ”nee” van de kiezer”, constateert Wilders. De PVV vindt dat onacceptabel. „Het kabinet moet onmiddellijk de wens van de kiezer honoreren.”

Hij wil dat de Raad van State een spoedadvies uitbrengt over zijn wet, zodat de Kamer er al snel over kan stemmen.


Schippers (SGP): Kiezer moet zelfkritisch zijn

„Duidelijk is dat veel kiezers, ook uit SGP-kring, bij het referendum van vorige week hun wantrouwen hebben geuit jegens de manier waarop de EU te werk gaat”, constateert Jan Schippers, directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor de SGP (WI-SGP). „Velen hebben daar –terecht– geen goed gevoel bij. De EU maakt er ontegenzeggelijk een zooitje van. Zie Griekenland, zie de vluchtelingenproblematiek. Maar het is niet zo dat uit Brussel alleen maar slechte dingen komen en uit Den Haag alleen maar goede beslissingen.

Vanuit mijn ervaring als medewerker in het Europees Parlement weet ik dat je juist beter meer landen bij de EU kunt betrekken, omdat daardoor de mogelijkheid van een soort Europese superstaat kleiner wordt. En ik vond het zeer willekeurig om alleen het verdrag met Oekraïne aan een referendum te onderwerpen, terwijl de Kamer vrijwel gelijktijdig EU-verdragen met Moldavië en Georgië heeft goedgekeurd.

Maar blijkbaar krijgen deze wezenlijke argumenten bij grote delen van onze achterban weinig gewicht. In de kerk zingen over gerechtigheid en tegelijk heel onrechtmatig handelen, dat wringt en schuurt.

Wat de SGP parten speelt, is dat de overmatige nadruk op de individuele betrekking tussen God en mens de reformatorische kerkganger een blinde vlek heeft gegeven voor de andere betrekkingen: die met de medemens en met de schepping. Wij hebben het Bijbelse gerechtigheidsbegrip versmald. En zo doen we mee aan de versterking van het individualisme en het najagen van eigenbelang en zijn we per slot van rekening meer wereldgelijkvormig dan we voor mogelijk houden.

Verder heb ik het idee dat veel mensen zich op hun eigen regio concentreren en zich niet proberen te verplaatsen in de positie van medechristenen elders ter wereld. Het lijkt erop dat mensen denken dat de nationale staat ons zekerheid biedt in tijden van onrust. Dat kan hij echter net zo min als de EU dat kan.

Uiteraard moeten Europese leiders hun werkwijze en beleid grondig aanpassen. Maar zelfkritiek is ook nodig, zowel in de Kamer als bij de kiezer. Er is een gebrek aan vertrouwen. Dat proberen wij als WI-SGP te keren door duidelijk te maken dat je in een tijd van globalisering moet samenwerken met anderen om een iets rechtvaardiger wereld te creëren. Iedereen heeft daarin een verantwoordelijkheid, om op zijn eigen plek het goede te doen, hoe klein dat ook is.

Dat wordt door Christus zeker op waarde geschat; zie Mattheüs 25. Wie goed doet, ontmoet God. Wie nalaat het goede voor de samenleving te zoeken, distantieert zich niet alleen van medemensen, maar ook van Christus.”


Segers (CU): Niet langer zó doordenderen

Dezelfde verdeeldheid over Europa als vorige week bij het referendum openbaar kwam, ziet CU-fractievoorzitter Segers ook in zijn achterban. „Van onze kiezers is een derde zéér kritisch over de huidige Europese Unie, een derde is hier juist heel positief over en de rest zweeft daar ergens tussenin.

Als ik naar de feiten kijk, dan zie ik dat het grootste deel van onze achterban vorige week vóór het verdrag heeft gestemd en dat veel kiezers niet zijn gaan stemmen omdat zij ons als ChristenUniepolitici vertrouwen. Daar waar de nee-stem klonk, had dat meer te maken met de almaar uitdijende macht van de Europese Unie dan met dit verdrag.

Die gevoelens van argwaan ten aanzien van die voortdenderende Unie, die zich niet lijkt te bekreunen om draagvlak in de samen­leving, begrijp ik heel goed. Ik deel ook de boosheid daarover.

Grofweg zie je in de samenleving een kloof ontstaan met aan de ene zijde de hoogopgeleide kosmopoliet, die prima over grenzen kan kijken en vaak amper begrijpen kan dat niet iedereen denkt zoals hij. Die opvatting wordt bij uitstek belichaamd door partijen als D66 en GroenLinks, die tamboereren op méér samenwerking en Europese integratie.

Daarmee laat je echter een andere groep in je gemeenschap in de kou staan, namelijk de mensen die minder over grenzen heen kunnen kijken en gevoelens hebben van ontheemding en vervreemding. Die de zeggenschap over grote vraagstukken van hen zien wegdrijven en steeds vaker het gevoel hebben dat het zónder hen óver hen gaat. Ik zou dat buitengewoon onbarmhartig vinden en zie het als een christelijke plicht om deze groepen bij elkaar te houden. Hoewel ik het verdrag nog altijd verdedigbaar vind, doe je dat op dit moment door bij Europese samenwerking op de rem te trappen.

Ik geloof niet dat de nee-stem van een deel van onze kiezers is ingegeven door egoïstische motieven. Juist in de christelijke bolwerken waar het ”nee” zo pregnant klonk, klopt het hart van burgers op de goede plek.

Kijk maar eens hoe er in Urk of Spakenburg gegeven wordt aan hulporganisaties als Woord en Daad of ZOA. Ik denk echter dat je mensen alleen kunt meenemen in het heilzame van samenwerking als je tegelijk óók de begrenzing aangeeft. Nu lijkt de Europese samenwerking onbegrensd, met Albanië als kandidaat EU-lid en Turkije dat klopt op de deur. Dat maakt mensen argwanend en dat zet het goede van de samenwerking onder druk. De enige uitweg is dat we helderder aangeven waar de EU wél over gaat en waar zij níét over gaat. Want ja, als je de Europese samenwerking helemaal kapot wilt maken, dan moet je vooral zó doordenderen.”


Wat te doen met de uitslag van het referendum? Die vraag staat vanavond centraal in een Kamerdebat. Het kabinet houdt zich op de vlakte, maar vanuit de Kamer klinken heldere geluiden: weg met het associatieverdrag met Oekraïne.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer