Predikant twee weken schipper op reddingsboot Lesbos
MYTILINI. Hij neemt even afstand van de preekstoel om bootvluchtelingen te helpen. Ds. Dirk Meijvogel vaart als schipper op een reddingsboot bij het Griekse eiland Lesbos. „Zondag overleden twee Syrische vluchtelingen. Heel ingrijpend.”
Dagelijks ziet ds. Meijvogel (48) de angst in de ogen van Syrische bootvluchtelingen op de Egeïsche Zee tussen Turkije en Lesbos. De Harderwijker, die in mei 2014 afscheid nam als voorganger van de hervormde gemeente Hierden en binnenvaartpredikant werd, is sinds 11 maart als vrijwilliger voor Stichting Bootvluchteling actief.
Vorig najaar maakte ds. Meijvogel, die zijn werk als binnenvaartpastor combineert met dat van interimpredikant binnen de Protestantse Kerk in Nederland, tijdens een dienst in Utrecht een presentatie van stichting Bootvluchteling mee, vertelde hij woensdagmiddag. „Dat raakte me behoorlijk. Ik hoorde dat er artsen en verpleegkundige nodig waren, maar dat is mijn werkterrein niet. Toen er werd gezegd dat er ook behoefte is aan schippers voor de reddingsboot, dacht ik: daarin kan ik wél iets betekenen”, zegt de geboren Katwijker die tot 1993 als visser heeft gevaren.
„Een paar maanden later mailde ik de stichting: Als je echt een schipper nodig hebt, wil ik het doen. Ik stond er niet om te springen, maar wilde zo nodig een steentje bijdragen. Al snel werd er van mijn aanbod gebruik gemaakt.”
Mensensmokkelaars
Nu vaart ds. Meijvogel dagelijks op een boot van het Search and Rescue-team (SAR) op Lesbos, samen met een ”lifeguard” en iemand die de communicatie regelt. Ook is er een arts of verpleegkundige aan boord.
De ene keer is een team van 3 uur ’s nachts tot 12 uur ’s middags op zee, een andere keer van middernacht tot 6 uur in de ochtend. „De meeste boten komen ’s nachts en ’s ochtends aan. In de middag doen we onderhoud aan de boot en proberen we wat te slapen.”
Het SAR-team begeleidt boten met vluchtelingen naar de kust van Lesbos. „We mogen, behalve in levensbedreigende situaties, geen mensen aan boord nemen en ook geen boten slepen, want dan worden we gezien als mensensmokkelaars. Als we langszij varen, zien we angstige gezichten en terneergeslagen mensen. Wanneer we hen hebben gerustgesteld zijn ze heel dankbaar dat we hen helpen. Op de kust staan vrijwilligers klaar om hen verder op te vangen.”
De schipper van de SAR-boot vindt elke situatie op zee aangrijpend. „Ik probeer me voor te stellen dat ik zelf met mijn gezin –we hebben vier kinderen– op zo’n bootje zou zitten. De boten zijn bedoeld voor twintig mensen, maar er zitten er minimaal veertig op. Zondag troffen we een boot met wel zeventig vluchtelingen, meest vrouwen en kinderen. We hoorden dat twee Syrische mannen aan boord ernstig ziek waren. Na aankomst op Lesbos zijn ze gereanimeerd, maar beiden zijn overleden. Heel ingrijpend.”
Akkoord Turkije
Vorige week hoorde Meijvogels team, dat aan de zuidkant van Lesbos actief was, dat aan de noordzijde een boot met 150 opvarenden was omgeslagen. „We zijn snel naar het noorden gevaren. Toen we er bijna waren, kregen we bericht dat alle mensen al uit het water waren gehaald. Dat was gedaan door een groep Duitsers die op het eiland werkt via de organisatie Sea-Watch.”
De vrijwilliger merkt nog niet veel van de effecten van het akkoord dat de EU vrijdag met Turkije sloot over het indammen van de vluchtelingenstroom en dat zondag in werking trad. „In het weekend werden daardoor nog extra boten verwacht, maar zaterdag was het juist heel rustig. Op zondag kwamen er wel weer dertien of veertien boten aan.”
Als schipper heeft ds. Meijvogel beperkt contact met de Syriërs en Afghanen. „Soms kan ik even een praatje maken. Dan vraag ik hun naam en informeer naar hun beroep. Zo sprak ik een softwareontwikkelaar die vóór de boottocht naar Griekenland veertig dagen door de bergen had gezworven. Aan het eind van een gesprekje wens ik mensen veel sterkte en Gods zegen toe, ongeacht of ze christen of moslim zijn. Meer kan ik niet doen. Wel bid ik persoonlijk veel voor de vluchtelingen.”
Zaterdag keert ds. Meijvogel terug naar Nederland. De dienst waarin hij zondag zou voorgaan, heeft hij afgezegd. „Ik zal eerst moeten bijkomen.” Hij merkt dat hij zijn emoties enigszins blokkeert. „Die komen er misschien uit als ik thuis ben. Ik heb eerder met Compassion reizen gemaakt naar onder meer Ecuador en Oeganda. Daar zag ik te midden van veel armoede tekenen van hoop. Op Lesbos zie ik vooral wanhoop.”
Of zijn inzet als vrijwilliger eenmalig blijft, weet de predikant niet. „Voor wat ik nu kan doen, ben ik dankbaar. Ik ben geen cowboy die per se op een grote boot wil varen, maar je weet nooit wat de toekomst brengt.”