BREDA. Na de herinwijding van de oude synagoge beleefde de Joodse gemeente van Breda een periode van bloei. Nu is de situatie minder rooskleurig. „Het zou heel erg zijn als ik als laatste voorzitter de deur achter me zou moeten dichttrekken.”
De synagoge van Breda ligt wat verstopt in de Schoolstraat, tussen de Onze-Lieve-Vrouwekerk en het kasteel waarin de Koninklijke Militaire Academie is gehuisvest. De legerrabbijn brengt met nieuwe cadetten nogal eens een bezoek aan het Joodse gebedshuis. Ook groepen uit andere geledingen van de samenleving zijn er welkom. Het bestuur van de Joodse gemeente Breda wil openheid uitstralen.
Bestuurslid Manssour Zarr (72) groeide op in Perzië, dat hij in 1959 verliet. In Nederland begon hij een handel in Perzische tapijten. Sinds zijn pensionering is hij vooral druk met de synagoge. „Ik kom uit een traditioneel Joods gezin. Mijn opa voerde besnijdenissen uit en mocht slachten.”
De ouders van voorzitter Philip Soesan (74), oud-eigenaar van een reclameadviesbureau, waren bewust Joods maar niet religieus. Soesan weet het uit overlevering. Ze overleefden de oorlog niet. Philip werd ondergebracht in een seculier Joods pleeggezin en ging op dat religieloze spoor verder. Totdat hij ruim twintig jaar geleden een telefoontje kreeg van oudoom Jaap Soesan uit Amstelveen, die aangaf nog wat bezittingen van zijn ouders te hebben. „In de klassieke schoenendoos zaten een foto van mijn ouders, hun trouwakte, de kaartjes die ze uit de trein naar Auschwitz hebben gegooid en nog een paar van dat soort herinneringen.”
Jaap Soesan attendeerde hem ook op een achternicht in Roosendaal. „Door haar ben ik bij de sjoel van Breda gekomen en raakte ik meer en meer geboeid door het Jodendom. Dat is een verrijking van mijn leven geworden.” In 2001 werd hij tot voorzitter verkozen. Traditioneel opgevoede leden brachten hem het nodige over het Jodendom bij.
Hoogtepunt
Manssour Zarr zag de gemeente opbloeien en weer verzinken. „Toen ik me er in ’71 bij aansloot, waren we met een man of vijftien. Ies Heertje, een van onze vorige voorzitters, deed er alles aan om meer Joden uit Breda en omgeving bij de gemeente te betrekken. Op de top hielden we met ruim veertig mensen seideravond. De terugkeer naar de oude synagoge in 1992 was het hoogtepunt.”
Soesan zet zich met eenzelfde ijver in, maar desondanks loopt het ledental sinds 2010 gestaag terug. De ouderen vallen weg, hun plaatsen worden bijna niet opgevuld. Van de 22 Joodse gemeenten die Brabant rond 1900 telde, zijn er nog 2 over: Breda en Eindhoven. De eerste bedient een gebied van de grens van Zeeland tot Tilburg en van Moerdijk tot de Belgische grens. Gekscherend spreekt Soesan soms over ”het Joodse bisdom Breda”. De Joodse gemeente van Eindhoven fuseerde met die van Den Bosch, en heet nu Nederlands-Israëlitische Hoofdsynagoge Brabant. Ondanks deze imponerende naam is het niet eenvoudig om de kille overeind te houden. Daarentegen is de liberaal Joodse gemeente van Tilburg redelijk florerend. „Die gaat wat lichtvoetiger om met het Jodendom”, verklaart Soesan. „Wij zijn redelijk laagdrempelig, maar we houden ons wel aan de orthodoxe halacha.”
Ook doordeweeks probeert Zarr de sjoel koosjer te houden. „Als we hier werklui hebben, vraag ik ze hun brood buiten op te eten. Dat heb ik van thuis meegekregen. In mijn binnenzak heb ik zelfs een briefje met de door het rabbinaat goedgekeurde E-nummers.” Ook Soesan hecht aan reinheid van de sjoel. „Ik ben minder religieus dan Manssour, maar je moet je houden aan de regels van het huis. Mijn dochter was lid van een ultraliberale Joodse gemeente in Amsterdam. Die mensen hebben het Joodse hart op de goede plaats, maar ik voel me er niet zo thuis, omdat ik hier ben gevormd.”
Voorzangers
De frequentie van de sabbatsdiensten is teruggebracht tot eens in de vijf weken. „We zijn een realistische kille en gaan niet wekelijks iets organiseren voor drie man en een paardenkop.” De diensten worden geleid door twee eigen voorzangers: de 78-jarige David Israël uit Roosendaal en de 73-jarige Abraham Levy, een Marokkaanse Jood die in Israël heeft gestudeerd en nu alweer jaren in Rotterdam woont, maar nog altijd lid is in Breda.
Een zestal leden bezoekt de maandelijkse leeravond op zondag, door Thoraleraar Wolf Ollech uit Antwerpen. Caro Middag, een orthodox Joodse vrouw uit Rotterdam, geeft Joodse les aan de kinderen. Hun ouders komen zelden naar de synagoge, maar ze vinden het wel belangrijk dat hun kroost iets van het Jodendom leert. Voor rabbinale kwesties klopt Soesan aan bij opperrabbijn Jacobs. „We hebben in de loop der jaren vier nieuwkomers gehad van wie we niet wisten of ze echt Joods waren. Dat trekt Jacobs dan na. Die kent alle orthodoxe rabbijnen in Europa.”
Twee keer per jaar zit Soesan aan de IPOR-tafel met de voorzitters van de andere Joodse gemeenten in de mediene. Een keer of drie per jaar vergadert hij informeel met de voorzitters van de gemeenten Noord-Holland Nnoordwest en Bussum. „We hebben alle drie een wat andere kijk op het besturen van een kille, maar we snappen elkaar.” Voor Breda hangt de vlag er slapjes bij. „Er moet iets gebeuren, anders lopen we vast. Het zou heel erg zijn als ik als laatste voorzitter de deur achter me dicht zou moeten trekken, maar dienst houden voor een lege sjoel heeft geen zin. Gelukkig hebben we met de feestdagen nog een goede opkomst.”
„Kwamen ze ook maar met de gewone diensten”, verzucht Manssour Zarr. „In Breda en omgeving wonen voldoende Joden om de sjoel tot de laatste plaats te vullen. Maar ze kómen niet!”
serie Overleven in de mediene
Joods leven buiten Amsterdam. Vandaag deel 12: de Nederlands-Israëlitische gemeente van Breda. Volgende week dinsdag: de Joodse gemeente van Maastricht.
Joodse gemeente Breda
De synagoge aan de Schoolstraat werd in 1845 ingewijd. Aan het begin van de 20e eeuw had de Joodse gemeenschap van Breda haar grootste omvang. Vanaf 1952 kwam de door de oorlog gedecimeerde gemeente bijeen in een tot synagoge ingerichte kamer, daarna in een pand aan de Dr. Van Mierlostraat. In 1992 kon de oude synagoge na een ingrijpende restauratie weer in gebruik worden genomen. De Joodse gemeente van Breda telt nu nog ruim veertig zielen. De sabbatsdienst, eens in de vijf weken, trekt zo’n vijftien bezoekers. Op de voormalige vrouwengalerij is een Joodse bibliotheek ondergebracht die iedere woensdagmiddag is geopend. Op verzoek worden er in de synagoge rondleidingen verzorgd.