Overleven, dat is wat de evangelicale kerken in Cuba hebben geleerd - bij alle tegenwerking die zij ondervinden. Her en der zijn inmiddels zelfs bloeiende gemeenten te vinden. Voorgangers blijven echter voorzichtig. En melden nog altijd een groot tekort aan Bijbels.
Ondanks de restricties van overheidszijde -als het gaat om het houden van kerkdiensten, evangeliseren, het aanbieden van christelijk onderwijs- geldt dat de evangelicale (zeg: protestantse) kerken in Cuba een van de hoogste groeicijfers te zien geven binnen het geheel van Latijns-Amerikaanse landen. Sowieso rapporteert het Latijns-Amerikaanse continent een sterke groei van het evangelicalisme.
Volgens kerkelijke leiders is het sinds het bezoek van paus Johannes Paulus II, in 1998, dat het regime van Fidel Castro zich wat toleranter is gaan opstellen ten opzichte van christenen. Zo wordt op dit moment geen enkele voorganger gevangengehouden op beschuldiging van politieke misdrijven. Huiskerken, aldus de Amerikaanse nieuwsdienst Compass Direct, kunnen openlijk opereren, zonder het risico te lopen plotseling gesloten te worden. Gemeenten met wettelijk geregistreerde bezittingen beschikken over bouwvergunningen om verouderde kerk- en andere gebouwen te kunnen renoveren dan wel nieuwe plaatsen van samenkomst te bouwen.
Toch willen Cubaanse christenen niet te vroeg juichen. De veranderingen hoeven niet per se blijvend te zijn, waarschuwen zij. „De wet is niet gewijzigd. Wat veranderd is, is de mentaliteit”, vertelde een baptistenvoorganger tegen Compass Direct, gevraagd naar het regeringsbeleid ten opzichte van religie. „Sterker nog, veel hangt af van de mentaliteit van lokale autoriteiten. In sommige plaatsen is er de wil om kerkelijke activiteiten of het bouwen van nieuwe panden toe te staan. In andere, vooral in niet-stedelijke gemeenschappen, worden kerken nog steeds erg beknot.”
De regelgeving met betrekking tot buitenlandse bezoekers heeft tot gevolg dat het leggen van contacten tussen Cubaanse en overzeese christenen sterk wordt bemoeilijkt. Personen die het eiland willen aandoen om er -bijvoorbeeld- voor te gaan in een gemeente moeten een speciaal visum „voor godsdienstige werkers” zien te bemachtigen. Dat kost zeven keer zo veel als een standaard toeristenvisum.
Hoewel de voorgangers een „opmerkelijke verbetering” constateren waar het gaat om de beschikbaarheid van Gods Woord, is er nog altijd een groot tekort aan Bijbels. „Dankzij de versoepeling van de importwetten kunnen kerken en zendingsorganisaties van overzee nu Bijbels naar Cuba zenden onder de auspiciën van de bijbelcommissie van de Cubaanse Raad van Kerken”, aldus Compass Direct.
Tegelijkertijd blijft het waar dat de autoriteiten regelmatig zendingen Bijbels confisqueren die privé-personen het land proberen binnen te brengen. „Toen douanebeambten onlangs twintig Bijbels vonden in de bagage van een groep Europese bezoekers, namen zij deze op het vliegveld in bewaring. Toen de groep Cuba weer verliet, kreeg ze de Bijbels terug.”
In alle eerlijkheid, stellen de kerkleiders: „Het tekort aan Bijbels is zowel toe te schrijven aan de snelle groei van de evangelicale kerk in Cuba als aan importrestricties. De bevoorrading houdt eenvoudigweg geen gelijke tred met de vraag. Evengoed geldt: lange tijd hebben we het zonder Bijbels moeten doen. In dat opzicht is de situatie de laatste jaren verbeterd.”
Zo’n opmerking geeft goed weer hoe Cubaanse christenen hun omstandigheden ervaren, stelt Compass Direct. „Alle tekorten en restricties ten spijt zijn zij van oordeel dat ze het zo slecht nog niet hebben. Een huiskerkleider die jarenlang werkloos was nadat hij zijn baan was kwijtgeraakt, vernam onlangs van een rapport over de moeilijkheden en vervolgingen die christenen in Azië en het Midden-Oosten ondervinden. Hij zei: „We hebben gezien dat er broeders en zusters in andere delen van de wereld zijn die met problemen worden geconfronteerd die veel erger zijn dan die waar wij tegenaan lopen, en we raken ontroerd door hun getuigenis. We zullen ons ertoe zetten om nog meer voor deze broeders en zusters te bidden.””
De stichting Spaanse Evangelische Zending (SEZ), met inmiddels zo’n 7000 contactadressen in Cuba, constateert eveneens „enige versoepeling” van de Cubaanse overheidsinstanties ten opzichte van de protestantse kerken. „Maar uit de vele contacten blijkt inderdaad ook dat die verbeteringen sterk regiogebonden zijn. In de provincies ver van de hoofdstad Havana is de versoepeling duidelijk waarneembaar; de provincies rond de hoofdstad zijn minder bevoordeeld. Inbeslagname van Bijbels en theologische studiewerken is nog aan de orde van de dag, juist bij alles wat via Havana het land binnenkomt. Het is nog altijd onmogelijk grotere partijen Bijbels of theologische boeken Cuba binnen te krijgen.”
Daar komt bij, merkt Haeser op, die Cuba-coördinator bij de SEZ is, dat de bijbelverspreiding onder de niet-geregistreerde kerken „vele malen moeilijker is dan onder de kerken die bij de Cubaanse Raad van Kerken (CIC) zijn aangesloten. Tientallen brieven per week bevestigen het grote tekort aan Bijbels en bijbelstudiemateriaal. Een aantal kleinere bijbelgetrouwe kerken deelt niet mee in de versoepeling omdat zij de CIC ervaren als een organisatie die te nauwe banden heeft met het regime.”
„Toch mogen we af en toe ook delen in de vreugde van de versoepeling”, aldus de Cuba-coördinator. „De afgelopen weken kregen we wel vier berichten dat toestemming was verkregen voor de uitbreiding van kerken en zelfs één bericht van nieuwbouw, iets wat enkele jaren geleden nog ondenkbaar was. Deze uitbreidingen bevestigen de enorme groei van met name de protestantse kerken. Ook de huiskerken nemen sterk in aantal toe, een duidelijk bewijs dat burgers meer vrijheid krijgen.”
De SEZ bevestigt het door Compass Direct gesignaleerde feit dat er in Cuba, voorzover bekend, geen mensen vanwege hun geloofsovertuiging gevangenzitten. „Wel corresponderen we met enkele berouwvolle Cubaanse christenen die een gevangenisstraf uitzitten. Dat is dan meestal het gevolg van vergrijpen als gevolg van de bittere armoede.”
Met de Amerikaanse nieuwsdienst is Haeser ook van mening dat de houding van plaatselijke autoriteiten bepalend is voor de mate van vrijheid die christenen genieten. „Het draagvlak voor een betere bejegening is in de armste streek van Cuba het grootst”, constateert hij. „De Heere gebruikt nog altijd voor ons schijnbaar tegendraadse middelen om Hem te doen kennen.”