LEIDEN. Van oudsher bestond de Joodse gemeente in Leiden uit ambulante handelaren en wetenschappers. Die tweedeling is er nog steeds. „De academici hebben de neiging om te blijven overwegen, de handelaren hakken de knopen door.”
Achter in de synagoge van Leiden hangt een unieke collectie parochot. Drie daarvan werden voor de eigen gemeente gemaakt, de overige voorhangsels zijn afkomstig uit synagogen van verdwenen gemeenten. Dat geeft de verzameling iets droevigs. Ter herinnering aan deze gemeenschappen liet de Joodse gemeente van Leiden door experts uit binnen- en buitenland een boek maken: ”Leidsche parochot. Voor de glorie van de synagoge”. In elke synagoge bedekt een kunstig bewerkt parochet de heilige arke, waarin de Thorarol is opgeborgen.
Recent werd de collectie uitgebreid met het voorhangsel van de teloorgegane gemeente van Harlingen. „We zoeken contact met mensen die nog iets van de kille in deze plaats weten”, zegt dr. Ko van Wouwe (66). De kinderarts, sinds een aantal jaren als onderzoeker werkzaam bij TNO, geeft leiding aan het bestuur van de synagoge in Leiden. Net als bij veel Joodse leeftijdsgenoten werd er in zijn ouderlijk huis niet over Jodendom gesproken. „Alleen mijn grootmoeder van moeders kant deed haar mond open. Toch trouwde ik met een Joodse vrouw en ging ik steeds traditioneler leven. Mijn zoon is nog veel vromer. Hij heeft zich aangesloten bij de Alexanderchassidim. Dat was hij voor zijn gevoel verplicht aan zijn Poolse opa, die hij niet heeft gekend. Hij woont nu in Jeruzalem en doet niet anders dan leren. Die lijn zie we bij meer van onze leden.”
Van Wouwe schat dat er in Leiden en omgeving zo’n 150 Joden wonen, inclusief de kinderen. Vijftig van hen zijn aangesloten bij de Joodse gemeente van de universiteitsstad. Een eigen chazan heeft Leiden niet. Die moet uit Amsterdam komen. De Baäl koree, die tijdens de synagogedienst uit de Thora voorleest, woont in Den Haag. Mede daarom heeft de gemeente maar eens per maand op zaterdag een synagogedienst. En met de hoge feestdagen.
Etmaal
De maandelijkse dienst kost een aantal leden bijna een etmaal. „Vrijdagmiddag voor sjabbes komt de chazan hiernaartoe, samen met zijn vrouw. Hij overnacht in een hotel. Met anderen die op sjabbes niet reizen en leden die het gezellig vinden, zitten we hier op vrijdag te eten.” Na de dienst van zaterdagmorgen is er voor de aanwezige leden een lunch, op de bovenverdieping van de voormalige rabbijnswoning. „Meer dan eens hebben we stoelen tekort.”
Voormalig marktkoopman Izak Bernard van IJssel (77), bekend als Pum, zorgt ervoor dat de benodigde tien mannen aanwezig zijn. „Hij regelt er altijd dertien”, lacht Van Wouwe, „want steevast is er een die zich verslaapt of het vergeet.” Kenmerkend voor de Joodse gemeente van Leiden is de tweedeling tussen wetenschappers en kooplieden. „Die versterken elkaar”, is de ervaring van de kinderarts. „De academici hebben de neiging om te blijven overwegen, de handelaren hakken de knopen door. Onder leiding van onze gewaardeerde vicevoorzitter Lex Lesgever is de synagoge volledig gerestaureerd. De scepsis van de wetenschappers bleek onterecht. Als Lex ergens zijn gewicht achter zet, komt het voor elkaar.”
Voor rabbinale zaken kan de gemeente terugvallen op de Haagse rabbijn Shmuel Katzman. „Vorig jaar heeft hij bij ons een huwelijk bevestigd. Is er iemand overleden, dan komt hij naar het rouwbeklag bij mensen thuis. Naar de begraafplaats kan hij niet, want hij behoort tot de priesterfamilie Cohen. De begrafenissen worden verzorgd door het Joods Begrafeniswezen in Amsterdam. Vroeger gebeurde het vanuit Den Haag, maar daar hebben ze al moeite genoeg om alles voor de eigen gemeente voor elkaar te krijgen.”
Antisemitisme
De voormalige Joodse school, pal naast de synagoge, doet al vele jaren dienst als studentenhuis. Het pand biedt onderdak aan vijf bewust Joodse adolescenten die geregeld de maandelijkse synagogedienst bezoeken. „Ze hebben zelfs een eigen dienst georganiseerd, puur voor studenten”, meldt Van Wouwe met zichtbaar genoegen. „Een van die jongens kon voorgaan, de meisjes verzorgden de maaltijd. We hebben ons er niet mee bemoeid en dat vertrouwen is niet beschaamd. Na afloop hebben ze alles schoongemaakt; zelfs de vloer was gedweild. Belangrijk is dat je de jeugd laat merken dat het ook hún sjoel is.”
De universiteit in de nabijheid levert ook incidentele bezoekers op. „Bijna elke maand hebben we wel gasten uit het buitenland.” De kracht van de orthodox Joodse gemeente van Leiden ligt volgens Van IJssel in de sfeer. „Verschillende leden van de liberale gemeente komen naar ons als wij dienst hebben. Omdat ze het hier gezelliger vinden. We trekken zelfs mensen die voorheen nooit naar sjoel gingen. Een deel wordt na verloop van tijd lid.”
In de ruimte op de begane grond van de voormalige rabbijnswoning verzorgt het Joods Studiecentrum van september tot en met mei wekelijks cursussen, van Bijbels Hebreeuws tot geschiedenis en topografie van Joden in Oost-Europa. De meeste docenten zijn verbonden aan de Leidse universiteit. „Ons oud-bestuurslid Leo Levie heeft het initiatief voor het studiecentrum genomen en is nog altijd de coördinator.”
Van Wouwe is dankbaar voor het brede netwerk dat zijn gemeente heeft, ook buiten eigen kring. Tegelijk ziet hij om zich heen het antisemitisme weer opkomen, ook onder collega’s. „Soms in een verbijsterend grove vorm. Het gevolg is dat we als leden van de Joodse gemeente nog sterker naar elkaar toe trekken, en daardoor als vanzelf traditioneler worden. Het Jodendom houd je niet in je eentje in stand. Daarvoor heb je elkaar nodig.”
serie Overleven in de mediene
Joods leven buiten Amsterdam. Vandaag deel 10: de Nederlands-Israëlitische gemeente van Leiden. Volgende week dinsdag: de Joodse gemeente van Middelburg.
Joodse gemeente Leiden
De Joodse gemeente van Leiden ontstond aan het begin van de achttiende eeuw. In 1723 werd een pand aan het Levendaal als synagoge ingericht. Door de ontploffing van een kruitschip in 1807 raakte het zwaar beschadigd. In 1858 kon er een totaal gerenoveerde synagoge in gebruik worden genomen. Na de Tweede Wereldoorlog vonden de Leidse Joden die de Shoah hadden overleefd hun sjoel gehavend terug. Na verschillende restauraties is die nu weer als nieuw. De gemeente begraaft haar doden op de Joodse begraafplaats in Katwijk aan den Rijn. De stichting Vrienden van de Leidse Synagoge, die voornamelijk door niet-Joden wordt ondersteund, biedt morele en financiële ondersteuning.