HEEMSTEDE. In de Joodse wijk van New York was rabbijn Shmuel Spiero omgeven door geestverwanten. Hij keerde terug naar zijn geboortegrond om iets bij te dragen aan de instandhouding van Joods Nederland. „Ja, je zou het roeping kunnen noemen.”
Tegen de achterwand van de gemeenschapsruimte in de synagoge van Heemstede is een fotoprint van de Klaagmuur aangebracht. Om de sjoelbezoekers te herinneren aan de stad van vrede, die de eeuwen door een steen des aanstoots was. De gemeente wordt gediend door rabbijn Shmuel Spiero (47). Bij zijn benoeming, twintig jaar geleden, was hij uitsluitend voor de Joodse gemeente van Haarlem verantwoordelijk. Later kwamen daar de gemeenten van Alkmaar en Zaandam bij.
In 2010 gingen de drie samen. „Ons gebied strekt zich nu uit van Nieuw-Vennep tot en met Texel en van Zandvoort tot Badhoevedorp.” De verhuizing van de synagoge in Haarlem naar het pand in Heemstede was vooral voor de oudere Haarlemse leden emotioneel. „Ze zijn daar na de oorlog weer begonnen. Dat maakte het tot een moeilijke beslissing, maar wel een verstandige. Deze ruimte is veel praktischer en de verkoop van de oude synagoge biedt ons wat financiële armslag. Maar we teren elk jaar in.”
Op papier is Spiero voor twintig uur in dienst van de fusiegemeente Noord-Holland noordwest, de overige twintig uur werkt hij voor het Interprovinciaal Opperrabbinaat. De werklast nam in de loop der jaren toe. „Vroeger werd er veel gedaan door lokale voorgangers. Die zijn er nauwelijks meer.” Aanvankelijk overwoog de tandartszoon, die opgroeide in een orthodox Joods gezin in Amsterdam, een loopbaan in de computerwereld. Aan het eind van zijn opleiding aan Scholengemeenschap Maimonides koos hij voor de studie tot rabbijn. „Mijn ouders waren verbonden met Chabad, een Joodse beweging. Daar ben ook ik door geraakt. Eerst heb ik in Engeland gestudeerd, daarna in Amerika.”
Bewust Joods
In New York leerde hij zijn vrouw kennen. Na de opleiding werkte hij er in een groothandel voor Joodse boeken, maar de drang om iets bij te dragen aan de instandhouding van Joods Nederland werd steeds sterker. „Ja, je zou het roeping kunnen noemen. We woonden in de Joodse wijk van Brooklyn. Zelfs niet-Joodse mensen eten daar koosjer. Dan is het een behoorlijke stap om naar Haarlem te verhuizen. Ik ben hier zendeling binnen mijn eigen geloofsgemeenschap.” Toch wil de orthodoxe rabbijn de situatie niet dramatiseren. „Een aantal jongens met wie ik heb gestudeerd, werkt nu in Rusland. Sommigen hebben een imperium opgebouwd, maar anderen leven in uiterst primitieve omstandigheden en moeten al het koosjere eten over laten komen.”
Zijn gemeente in Noord-Holland telt ruim 200 leden. Het zouden er veel meer kunnen zijn, weet Spiero. „Vandaag was ik op huisbezoek bij een vrouw die lid is van onze gemeente omdat ze Joods begraven wil worden. Uit het gesprek bleek dat ze heel wat Joodse familieleden heeft die ik nog niet ken. Het gaat er mij in de eerste plaats om dat die mensen zich weer Jood gaan voelen. Soms weten ze amper dat ze het zijn. Stap twee is dat ze bewust Joods gaan leven.”
De dienst op sabbat trekt gemiddeld 25 personen. Bezoekers hebben de mogelijkheid om de cake of het gebak voor de kiddoesj te sponsoren. „Het gaat mij niet om de paar tientjes die we daarmee besparen, maar om de saamhorigheid die erdoor wordt bevorderd en de uitstraling die het heeft. Mensen die trakteren ter gelegenheid van hun verjaardag, de geboorte van een kind of een ander heuglijk feit nemen soms familie en vrienden mee.”
De rabbijn maakt geen onderscheid tussen leden die relatief strikt leven en anderen die doordeweeks niet als Jood herkenbaar zijn. „Ik laat ieder in zijn waarde. Dan bereik je meer dan wanneer je je boven mensen plaatst. Ik verwacht niet dat hier ooit een Joodse school zal komen, wel is het mijn verlangen dat leden zich meer bewust worden van hun Joodse identiteit. Zo nu en dan zie ik daar voorbeelden van. Een aantal leden is in de loop der jaren koosjer gaan eten.”
Huisrabbijn
In vergelijking met veel andere gemeenten in de mediene heeft Spiero niet te klagen. „Elke zaterdagochtend en met alle feestdagen hebben we een sjoeldienst. Verder is er hier geregeld een vrijdagavonddienst met een maaltijd. Af en toe organiseren we een gezellige avond waar zo’n veertig mensen op afkomen. Naar de Joodse les op zondag komen ongeveer 25 kinderen, verdeeld over drie groepen. In de zomer organiseren we een jeugdkamp. Mijn vrouw geeft op donderdagochtend les aan een twaalftal dames, ik heb om de week op dinsdag een gemengde lerngroep.”
Sinds vorig jaar kent de gemeente zelfs een 65-plusclub. „Laatst hadden we een spelletjesmiddag, in april gaan we naar de Keukenhof.” Met collega-rabbijnen probeert Spiero ook de tieners iets te bieden. „Biljart, tafeltennis, patat met knakworst, een filmavond… Ik zou hen graag ook op een leeravond zien, wellicht lukt dat in de toekomst.” De rabbijnen onderhouden contact met elkaar via een WhatsAppgroep, onder meer over pastorale en rabbinale kwesties. „Vandaag nog over de vraag of zeebaars koosjer is.”
Ook in Groningen, Leeuwarden en Zwolle weet Spiero zich de huisrabbijn. „Elke woensdag ben ik een lange dag in een van de gemeenten in het noorden. Daarnaast ben ik op afroep beschikbaar. Ik voel me daar absoluut niet de gastrabbijn. Die bezoekt activiteiten die zijn georganiseerd door een Joodse gemeente, ik initieer ze meer dan eens zelf. Desgewenst doe ik voor de noordelijke leden boodschappen, in Amsterdam. Zelfs mijn kinderen weten zich betrokken bij hun wel en wee. Zo hoort het.”
serie Overleven in de mediene
Joods leven buiten Amsterdam. Vandaag deel 9: de Nederlands-Israëlitische gemeente Noord-Holland noordwest. Volgende week dinsdag: de Joodse gemeente van Leiden.
Joodse gemeente Haarlem
De Hoogduitse Joden in Haarlem krijgen in 1765 toestemming voor het openen van een sjoel in een huis aan het Begijnhof. In 1841 verrijst aan de Lange Begijnestraat een nieuwe synagoge. Door de komst van vluchtelingen uit Duitsland groeit de Joodse bevolking van Haarlem in de jaren dertig van de twintigste eeuw snel. Na de bezetting van Nederland door Duitsland worden ze alsnog slachtoffer van de nazi’s. In 1949 verkoopt de gedecimeerde gemeente de synagoge en betrekt een kantoorvilla. Om overeind te blijven, fuseert Joods Haarlem in 2010 met de gemeenten van Alkmaar en Zaandam. De gemeente huurt sinds 2013 een tot synagoge omgebouwd kantoorpand in Heemstede.
Zie ook:
Verlangen naar de tijd van Masjiach: Rabbijnen Zwi en Shmuel Spiero: Wij lazen eerder klassiek Hebreeuws dan Nederlands (Reformatorisch Dagblad, 15-08-2008)
Shmuel Spiero wordt ambulante rabbijn voor joods Nederland (Reformatorisch Dagblad, 07-11-1998)