„Genemuiden altijd koningsgezind”
’t Is halftwaalf. De vlag aan de toren van de hervormde kerk in Genemuiden hangt halfstok. De pauze voor de kleuters van de Maarten Lutherschool aan de Prinses Julianastraat is afgelopen. De kinderen gaan weer naar binnen. „Persoonlijk zegt deze straat me niet zo veel”, bekent dorpshistoricus Henk Beens eerlijk. „Het is een klein straatje.”
Enthousiast wordt de geboren en getogen Genemuidenaar echter als hij praat over het ontstaan ervan. „De straat is in 1904 op eis van een hooiperserij aangelegd.” Beens, drijvende kracht achter de historische vereniging van Genemuiden, de Stadswacht, wijst op een oude kaart in zijn onlangs verschenen boek ”Schakels in de tijd 2. Genemuiden van 1900 tot 1950”. „Zo moest het dorp achterlangs worden aangesloten op de Hasselterdijk.”
De straat bestond vijf jaar zonder naam, maar in mei 1909 gaf de gemeenteraad een fors aantal wegen een naam. Niet verwonderlijk dat in de maand na de geboorte van Juliana één straat werd vernoemd naar het prinsesje dat de voorzetting van het Oranjegeslacht betekende: „Prinses Julianastraat: vanaf het huis van Z. G. van Dalfsen, wijk A nr. 200 tot aan de Hasselterdijk.”
Een paar weken eerder dat jaar bleek al dat de Genemuidenaren dol waren op het vorstenhuis. Beens citeert: „Toen burgemeester Van Vleuten op 30 april 1909 per telegram in kennis werd gesteld van de geboorte van prinses Juliana, liet hij overeenkomstig de vooraf bekendgemaakte procedure meteen de vlag uit de toren steken en één torenklok luiden. Een aantal personen organiseerde spontaan een lampion- en fakkeloptocht. Dezelfde personen stichtten op 25 mei 1909 een Oranjecomité. Ze wilden een nationale feestdag instellen en jaarlijks activiteiten organiseren voor de schoolkinderen en de rest van de bevolking.”
Dat Oranjecomité werd een succes, want op de eerstvolgende verjaardag van koningin Wilhemina, 31 augustus 1909, organiseerde het zijn eerste feestdag: kinder- en volksspelen werden gehouden, het gemeentebestuur gaf 200 gulden en de armen kregen chocola en krentenbrood. Alleen de kinderen van de christelijke scholen liepen niet mee met de fakkeloptocht ’s avonds…
Anno Domini 2004 is de Prinses Julianastraat een smalle straat met eenrichtingsverkeer, die de Jan van Arkelstraat verbindt met het Havenplein en de Oosterkaai, het centrale gedeelte van Genemuiden. De straat herbergt een aantal massieve, dicht op elkaar staande gebouwen: twee banken, een rouwcentrum, een huisartsenpraktijk, het hervormde wijkgebouw en de verlaten gereformeerde gemeente.
Naast een aantal statige en gezellige woningen staan aan het begin ook twee dichtgetimmerde bouwvallen, vermoedelijk in vroeger jaren gebouwde Woningwet-woningen. Behalve naar Juliana vernoemde de gemeente Genemuiden later ook andere straten naar vertegenwoordigers van het Koninklijk Huis. Weinigen werden overgeslagen: Oranjestraat, Emmalaan, Prins Bernhardstraat. De vier dochters van koningin Juliana zijn vernoemd, evenals de eersten van haar kleinkinderen: Willem-Alexander, Constantijn, Maurits en Johan Friso. Ook oude Oranjes zijn aanwezig: Jan van Nassau en zijn broer Willem de Zwijger zijn vertegenwoordigd. Net als in veel andere gemeenten bestaan dit soort straten vooral uit nieuwbouwhuizen van de jaren ’50, ’60 en ’70.
Helaas voor Genemuiden heeft Juliana als koningin of prinses het ijverige stadje in de kop van Overijssel nooit bezocht, zegt de 62-jarige Beens. „Prins Bernhard wel, 1949 of 1950. Ik herinner me dat wij als schoolkinderen uren hebben gewacht totdat hij kwam. Toen werd er geroepen: Daar komt prins Bernhard. We zagen wat auto’s en weg waren ze. Dat was het dan.”
Andere bezoeken maakten meer indruk. „Koning Willem I op 20 mei 1842”, repeteert Beens moeiteloos uit zijn geheugen, „vanwege de viering van zijn kroning.” Maar vooral de viering van Koninginnedag in 1988 met koningin Beatrix staat menigeen nog vers in het geheugen. „Onze tapijtindustrie heeft als stunt zeker 4 kilometer oranje tapijt gelegd op de gehele route die zij aflegde. Vooraf durfde niemand erover te lopen, later is het weggegeven. Het was een geweldig feest”, vertelt hij trots.
Beens heeft koningin Juliana vooral gewaardeerd omdat ze niets moest hebben van dikdoenerij. „Als kind zag ik altijd foto’s van de pracht en praal, over hoe de koninklijke familie woonde en was gekleed. Dat schepte afstand, want Genemuidenaren zijn gewone mensen. Later ontdekte ik dat ze zo gewoon was. Iedereen zegt dat, maar dat was dan toch heel bijzonder.”
De Koninginnedagen van zijn kindertijd vond Beens „sprookjesachtig. Als kleuter mocht ik op een wagen zitten, die in de optocht meeging. Van een kokosfabrikant kregen we een schep en een zak snoep. Een ruiter te paard kwam naar Genemuiden om te vertellen dat het Koninginnedag was. Alle straten waren versierd. Alles bij elkaar een mooie herinnering. Genemuiden is altijd koningsgezind geweest.”