DEVENTER. Op sabbat komen de leden van Joodse gemeente De Stedendriehoek niet bij elkaar. Zelfs met de Joodse feestdagen kan er geen officiële dienst worden gehouden. Het blijft bij een paar cultureel getinte bijeenkomsten. „Het religieus besef is in onze gemeente beperkt.”
De stad waarin hij opgroeide, bleef Rob Lezer (70) de jaren door trouw. De gepensioneerde middenstander runde samen met zijn vrouw textielwinkels in Deventer en Apeldoorn, maar de Hanzestad hield als woonplaats zijn voorkeur. Hij groeide er op in een nominaal Joods gezin. „Mijn ouders waren lid van de Joodse gemeente, maar deden thuis weinig aan religie. Door de oorlog hadden ze het even gehad met het strikte Jodendom.”
Van de bijna 600 leden die de Joodse gemeente in Deventer telde, waren er na de oorlog nog 80 over. Het interieur van de synagoge aan de Golstraat was door nazistische vandalen kort en klein geslagen. Na de Bevrijding werd het door de gedecimeerde Joodse gemeente hersteld en volgde er een kortstondige opleving. In 1951 werd de synagoge noodgedwongen verkocht aan de plaatselijke christelijke gereformeerde kerk. De Joodse gemeente betrok een verbouwd herenhuis aan de Lange Bisschopstraat. Nadat hij bar mitswa was geworden, kreeg Rob Lezer vrijdags soms het verzoek om op zaterdag naar de sjoel te komen. „Mijn vader kon dan nooit, door de winkel.”
De kleine gemeente kreeg een zware klap door de emigratie van de orthodoxe families Samuel en Godschalk naar Israël. „Ze waren bij ons de trekkers, niet alleen door hun grote gezin, maar ook door alle bezoek dat ze over de vloer kregen. Daardoor kwamen we op sabbat aan minjan.” Na hun vertrek ging het snel bergafwaarts. In 1984 werd de synagoge aan de Lange Bisschopstraat verkocht. In de voormalige Joodse school aan de Roggestraat, ooit ook synagoge, is sinds 1996 het Etty Hillesum Centrum gevestigd.
Dolblij
Vanwege het beëindigen van de diensten in Deventer ging Lezer een enkele keer naar de synagoge van Zutphen of Apeldoorn. In 2000 besloten de Joodse gemeenten in deze plaatsen en die van Deventer samen te gaan. „Ik zat toen al in het bestuur van de Joodse gemeente Deventer.”
De samenwerking begon met het organiseren van gezamenlijke feestjes. „Op een gegeven moment hebben we gezegd: „Laten we de boel bij elkaar vegen, dan hebben we nog enige omvang.” Inhoudelijk waren er geen verschillen. We hadden allemaal te maken met vergrijzing en een geringe betrokkenheid van de leden. Het religieus besef is in onze gemeente beperkt.”
Het gevolg is dat er op sabbat nooit een dienst wordt gehouden. Alleen op een aantal doordeweekse feestdagen zijn er bijeenkomsten. „Met Chanoeka komt opperrabbijn Jacobs in Zutphen de kaarsjes aansteken. De andere samenkomsten hebben we afwisselend in Apeldoorn en Zutphen. Of bij iemand thuis. Officiële diensten kennen we niet meer. Rabbijn Evers uit Amersfoort houdt meestal een lezing. Zelfs met de feestdagen krijgen we geen tien man bij elkaar. Op Jom Kipoer moet je de hele dag in de synagoge zijn, dat redden de meeste mannen niet. Samen met Rozette, mijn vrouw, ga ik dan naar Arnhem, waar zij is opgegroeid.”
Arnhem is dolblij met hun komst, want ook van deze gemeente is weinig over. „Af en toe word ik gebeld of ik op zaterdag kan komen om minjan te maken. Zo erg is het al. Zonder mensen van elders kunnen ze vaak geen complete dienst meer houden.”
In de oude synagoge aan de Deventerse Golstraat, die niet meer als kerk in gebruik is, houdt de autonome Joodse gemeente Beth Shoshanna sinds 2010 regelmatig synagogediensten. „Die mensen doen het op hun eigen manier”, weet Lezer. „Heel vrijblijvend Ze kennen geen bestuur, geen lidmaatschap, geen regels en geen vorm van contributie. Tom Fürstenberg, een Joodse managementconsultant, leidt de diensten. Ik vind dat prima, maar we hebben geen formeel contact.”
Cultureel erfgoed
Hoewel hij zich „een geseculariseerd mens” noemt, weet de gepensioneerde middenstander zich geroepen om dat wat er in de Stedendriehoek nog aan Joods leven is overeind te houden, hoe moeilijk dat ook wordt. „We hebben nog één familie die zich streng aan de regels houdt. Als we vragen hebben, kunnen we daar aankloppen. Of bij rabbijn Evers. Die komt zo nu en dan lesgeven aan de paar kinderen die we nog hebben.”
De vier bestuursleden vragen zich meer dan eens af wie hun plaats straks moet innemen. „Vooral omdat we ook de zorg hebben voor drie grote begraafplaatsen. In Zutphen komen vrijwilligers in de zomermaanden de zerken schoonmaken. In Deventer gebeurt dat eens per jaar door een internationale groep studenten, op initiatief van het Etty Hillesum Centrum. De Rotaryclub waarvan ik lid ben, maakt eens in de twee jaar de letters op de stenen weer zwart. In Apeldoorn worden we geholpen door een christelijke gemeente die ons een warm hart toedraagt.”
Het overlijden van leden bezorgt Lezer keer op keer zware stress. In de eerste plaats door het ritueel wassen en afleggen. „Dat is niets voor mij, maar we hebben vrijwel geen mannen die nog de kracht hebben om een overledene in de kist te tillen. Het is ook elke keer een toer om een rabbijn te vinden die de begrafenis kan leiden. De teraardebestelling moet bij ons binnen 48 uur plaatsvinden. Vooral wanneer iemand net voor sabbat sterft, slaat de schrik me om het hart. Dat typeert de situatie. Het wachten is op jonge mensen die de geest krijgen om er weer de schouders onder te zetten. Daar hoop ik op. Zo’n gemeente is niet alleen een religieuze gemeenschap, maar ook cultureel erfgoed.”
serie Overleven in de mediene
Joods leven buiten Amsterdam. Vandaag deel 7: Nederlands-Israëlitische Gemeente De Stedendriehoek. Volgende week dinsdag: de Joodse gemeente van Amersfoort.
Gemeente De Stedendriehoek
De Nederlands-Israëlitische Gemeente De Stedendriehoek draagt deze naam sinds 2000. In dat jaar fuseerden de Joodse gemeenten van Apeldoorn, Deventer en Zutphen. Vanwege het beperkte aantal leden houdt de fusiegemeente alleen met enkele Joodse feesten een samenkomst, afwisselend in de synagoge van Zutpen en die van Apeldoorn. De synagoge in Deventer, die jaren dienstdeed als godshuis van de christelijke gereformeerde kerk, wordt tegenwoordig gebruikt door de autonome Joodse gemeente Beth Shoshanna. De synagoge in Zutphen valt onder de Stichting Oude Gelderse Kerken. Die in Apeldoorn is nog in bezit van NIG De Stedendriehoek. De gemeente telt circa vijftig leden.