Anglicanen moeten eenheid zien te bewaren
CANTERBURY. De wereldwijde anglicaanse gemeenschap is sterk verdeeld. Aartsbisschop Justin Welby heeft daarom alle leiders van de kerkprovincies uitgenodigd om volgende week in het Engelse Canterbury over hun toekomst te praten. De grote vraag is hoe de eenheid bewaard kan blijven.
Wat is de anglicaanse gemeenschap?
De anglicaanse gemeenschap ontstond in de negentiende eeuw vanuit de Anglicaanse Kerk in Engeland, die zich in 1534 onder koning Hendrik VIII afsplitste van de Rooms-Katholieke Kerk. De gemeenschap is geen kerk, maar een kerkfamilie, verspreid over 165 landen en met zo’n 85 miljoen leden. Op dit moment zijn er 38 kerkprovincies, met aan het hoofd meestal een aartsbisschop, die ook primaat wordt genoemd.
De aartsbisschop van Canterbury, de geestelijk leider van de anglicaanse gemeenschap, nodigt sinds 1978 om de paar jaar de primaten uit om belangrijke onderwerpen te bespreken. Vanaf 2013 staat de evangelicaal Justin Welby aan het hoofd van de Anglicaanse Kerk, maar hij is geen paus die zelf knopen kan doorhakken. De lidkerken in de anglicaanse gemeenschap zijn zelfstandig, al wordt de aartsbisschop van Canterbury wel gezien als eerste onder zijn gelijken.
Wat gaan de anglicaanse kerkleiders bespreken?
De bijeenkomst wordt gehouden van maandag tot en met zaterdag op het terrein van de kathedraal van Canterbury, de ‘moederkerk’ van de anglicaanse gemeenschap. Deze ”Primates meeting” is vooral bedoeld om de gespannen verhoudingen te bespreken. Een van de opties is een lossere structuur van de anglicaanse gemeenschap, omdat deze sterk verdeeld is over onderwerpen als het gezag van de Schrift, homoseksualiteit en vrouwelijke bisschoppen. De verschillende kerkprovincies zouden dan wel met ‘Canterbury’ verbonden zijn, maar niet per se met elkaar. Zo’n structuur zou veel kou uit de lucht kunnen nemen, denken waarnemers.
De agenda wordt in gezamenlijk overleg vastgesteld. Welby heeft laten weten dat er waarschijnlijk ook gesproken zal worden over religieus gemotiveerd geweld, de bescherming van kinderen en kwetsbare volwassenen, het milieu en seksualiteit.
Dreigt de anglicaanse gemeenschap te scheuren?
Als de Anglicaanse Kerk voor een lossere structuur kiest, zal dat niet zo’n vaart lopen. Bezwaarde kerkleden en geestelijken hebben bovendien vaker gezegd dat een breuk onvermijdelijk is, maar uiteindelijk bleven de meesten toch binnen de anglicaanse gemeenschap.
De onrust begon in 2003, toen de openlijk homoseksuele Gene Robinson in de Verenigde Staten tot bisschop werd gewijd. Conservatieve gemeenten, die de kerk te liberaal vonden worden, sloten zich aan bij behoudende kerkprovincies uit Zuid-Amerika en Afrika. Orthodoxe anglicanen richtten in 2008 een samenwerkingsverband binnen de gemeenschap op, de Global Fellowship of Confessing Anglicans (Wereldwijde Gemeenschap van Belijdende Anglicanen).
Bezwaarde anglicanen in de Verenigde Staten en Canada vormden in 2009 een eigen kerkprovincie: de Anglicaanse Kerk in Noord-Amerika (ACNA). Deze maakt officieel geen deel uit van de anglicaanse gemeenschap, maar streeft wel naar lidmaatschap. De status van alternatieve kerkprovincies staat volgende week ook op de agenda van de ”Primates meeting”. Welby heeft ook het hoofd van de ACNA uitgenodigd, aartsbisschop Foley Beach. De Anglicaanse Kerk nam de afgelopen jaren ook maatregelen om bezwaarde kerkleden binnen boord te houden. Zo werd onlangs in Engeland een speciale ‘vliegende’ bisschop benoemd voor conservatieve evangelicalen die tegen vrouwelijke bisschoppen zijn
Hoe ziet de kerkleiding de toekomst van de anglicaanse gemeenschap?
Welby wil kerken in de anglicaanse gemeenschap meer ruimte bieden om zelfstandig kerk te zijn, passend bij de eigen context. Volgens de aartsbisschop mogen er in de anglicaanse kerkfamilie van de 21e eeuw „grote meningsverschillen, en zelfs wederzijdse kritiek” bestaan, „zolang we samen trouw zijn aan de openbaring van Jezus Christus.” De anglicaanse gemeenschap zou zich in de toekomst meer moeten richten op discipelschap, op het elkaar liefhebben en dienen. „En bovenal op de verkondiging van het goede nieuws van Jezus Christus.”