Muziek
Gerard de Wit brengt een ”Messiah” die verrast

Hij voert deze maand twee keer de ”Messiah” uit. Op zich niets bijzonders. Toch wel. Musicus Gerard de Wit kiest voor de oerversie van Händels oratorium. „Het publiek zal verrast zijn.”

Evert van Dijkhuizen
11 December 2015 14:44Gewijzigd op 16 November 2020 00:00
Musicus Gerard de Wit. Beeld RD, Anton Dommerholt
Musicus Gerard de Wit. Beeld RD, Anton Dommerholt

Ze staan er, bij de toegangswegen in Zwijndrecht. Billboards met het Messiahconcert erop. De Wit, oprichter van de stichting Dutch Baroque, zoekt bewust de publiciteit. En met succes. Z’n eerste concert met het koor en orkest van de nieuwe stichting, de uitvoering van Bachs Johannes Passion afgelopen Pasen, trok „een overvolle” Oude Kerk in Zwijndrecht. „’t Is hard werken, maar we worden bijzonder gezegend”, reageert De Wit bescheiden.

Nu staat twee keer de ”Messiah” op het menu: in Elburg (op 18 december) en in Zwijndrecht (op 19 december).

Wat hebt u met Händels bekendste oratorium?

„De ontstaansgeschiedenis is bijzonder. In 1739 kreeg Händel een beroerte; z’n rechterhand deed het niet meer en hij was geestelijk in de war. Het leek erop dat Händel niets meer zou componeren. Maar wonderlijk genoeg herstelde hij na een kuur in Aken. Een vriend, Charles Jennens, stimuleerde hem toch weer nieuwe muziek te gaan schrijven. Iets totaal anders dan Händels laatste werk, een Italiaanse opera, die niet aansloeg. Het werd de ”Messiah”, bedoeld om rond Pasen meer publiek naar het theater te trekken. Händel componeerde het werk in slechts 24 dagen. Het werd een kassucces. Zo zelfs dat er tijdens Händels leven 56 uitvoeringen plaatshadden. Als je het vergelijkt met Bachs Passionen: Bach schreef kerkmuziek voor de kerk, Händel kerkmuziek voor het theater. Bizar eigenlijk. Artistiek gezien is de ”Messiah” een bijzonder werk. Händel heeft er al zijn capaciteiten als componist in gelegd. Hij schreef de mooiste koordelen, fuga’s en aria’s. De teksten komen uit het Oude en het Nieuwe Testament en bezingen het hele leven van Christus. Door het ”Halleluja”-koor werd Händel uiteindelijk wereldberoemd.”

U gaat de oerversie van de ”Messiah” uitvoeren. Wat bedoelt u daarmee?

„Er zijn acht, negen verschillende versies van het stuk doordat Händel iedere keer veranderingen aanbracht. Als musicus verdiep ik me graag in de achtergronden. Wat is de eerste versie? Wat zijn de veranderingen? Die verschillende versies waren nooit goed in kaart gebracht, totdat de Duitse muziekuitgever Carus Verlag met een speciale uitgave kwam waarin alle edities naast elkaar staan. Händels eerste versie van de ”Messiah” dateert van 1741, zijn laatste van 1754.”

Wat zijn de verschillen?

De Wit pakt er een paar handschriften bij en zingt hetzelfde stukje in verschillende versies. „Händel veranderde voortdurend passages, soms in één maat, soms tien tot twaalf maten achter elkaar.”

Hij bladert verder. „Hier zijn zelfs twee maten afgeplakt in het originele handschrift van Händel. Waarom? Dat weten we niet. De meeste dirigenten negeren deze maten. Ik heb ze ingevuld in de stijl van Händel. Bekend is dat Händel in Dublin, waar hij het werk uitvoerde, geen goede sopraan had. Hij liet daarom sopraanaria’s door de bas zingen. Op andere momenten deed hij dat andersom. Hij was voortdurend op zoek naar het mooiste, het maximale. Ook ritmes paste hij aan. Volg je de oorspronkelijke partituur, dan krijg je een ander, minder jachtig effect. Iedereen noemt het eerste deel ”Ouverture”, maar Händel schreef er ”Sinfony” boven. Hij dacht niet aan de Franse, maar aan de Engels-Duitse uitvoeringspraktijk.”

Is de oerversie mooier dan de gangbare?

„Ik vind de oerversie prachtig. Ze is puur omdat ze de eerst geschreven noten bevat. Als musicus wil ik terug naar de bron. Met die bron laat ik een ander geluid horen.”

Wat gaat het publiek ervan merken?

„Vooral geoefende luisteraars zullen de verschillen horen; andere noten, andere ritmes, en daardoor soms een andere sfeer. Maar ook de instrumentatie is hier en daar anders. Vooraf wordt er een toelichting gegeven, zodat mensen weten waar ze naar moeten luisteren. Ze zullen verrast zijn.”

Heeft u een première met deze oerversie?

De Wit lacht. „Jammer genoeg niet. Mijn leermeester Ton Koopman heeft deze versie als wereldpremière uitgevoerd in Arnhem, drie jaar geleden. Maar weinig mensen, zeker in reformatorische kring, zullen de oerversie kennen. Voor hen zal dit de première zijn.”

De ”Messiah” is in reformatorische kring meer geaccepteerd dan de passionen van Bach.

„Dat is opmerkelijk, ja. Zeker als je weet van het ontstaan van de ”Messiah” als theaterstuk. Ik heb overigens de indruk dat Bachs passionen ook steeds meer geaccepteerd worden.”

Er wordt wel bezwaar gemaakt tegen de Christuspartij.

„De ”Messiah” heeft die inderdaad niet, maar er staan veel teksten in die daar wel aan refereren. Dat ligt voor mij dicht bij elkaar.”

Moeten we de ”Messiah” met Kerst of met Pasen uitvoeren?

„Het stuk klinkt het hele jaar door, maar ik geef de voorkeur aan Kerst. Het hele leven van Christus wordt erin bezongen. Dat vind ik het mooist als je aan het begin van het kerkelijk jaar staat.”

Staat de ”Messiah” op hetzelfde niveau als de ”Matthäus” en de ”Johannes” van Bach?

„Bach wint het altijd van Händel. Aan het slot van de ”Messiah”, het ”Amen”, schrijft Händel twee ielige viooltjes voor, daarna weer het koor en het hele orkest. Dat is zo’n groot contrast; zoiets zou Bach niet doen. Misschien dat daarin toch te horen is dat Händel het stuk in slechts 24 dagen heeft gemaakt.”

U treedt met uw stichting Dutch Baroque in de voetsporen van uw leermeester Ton Koopman. Wat drijft u?

„Onze slogan is: barokmuziek verbindt, verdiept en leeft. Dat zie ik gebeuren. Er zijn voor de stichting inmiddels 24 vrijwilligers actief, van wie sommigen aanvankelijk weinig met barokmuziek hadden. Ton Koopman is een van onze adviseurs. Ik mag in zijn privébibliotheek snuffelen; dat vind ik bijzonder. Koopman is 70 en nog vitaal. Hij is z’n hele leven bezig geweest met de uitvoering van oude muziek. Hij dringt erop aan dat anderen het stokje overnemen. Ik voel me daar als zijn laatste leerling verantwoordelijk voor. Barokmuziek is de taal die ik spreek.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer