Niet-Syrische vluchtelingen op Lesbos voelen zich achtergesteld
MORIA. Lang wachten, onduidelijkheid over procedures en slechte voorzieningen. Voor de vluchtelingen die in het opvangkamp in Moria op het Griekse eiland Lesbos verblijven, vormen ze een bron van frustratie. „We willen hier zo snel mogelijk weg, maar dat kan niet.”
Honderden vluchtelingen uit Afghanistan, Irak en Somalië drommen deze middag samen voor het strengbewaakte gebouw rond een voormalig militair kamp in Moria. Hier moet de politie hen registreren voordat ze een ticket voor de boot naar Athene kunnen kopen. Tussen twee rijen mensen staan ruim tien agenten van de mobiele eenheid met schilden in de hand.
Een paar gezinnen met kinderen mogen bijna naar binnen. De ME loopt voor hen uit. Bij de ingang moeten ze allemaal op de grond gaan zitten. Enkele minuten later gaat de deur voor hen open.
Verderop in het kamp hangen mensen rond in een beperkt aantal tenten. Anderen zitten tegen een stenen muur, met daarbovenop prikkeldraad. Een man uit Saudi-Arabië klaagt dat hij al vier dagen in het kamp is, maar zich nog steeds niet heeft kunnen registreren.
„De prioriteit ligt bij de Syriërs. Anderen moeten lang wachten, sommigen al twee weken. We willen hier zo snel mogelijk weg, maar dat kan niet”, zegt de vluchteling, die niet met zijn naam in de krant wil. Hij klaagt dat er geen eten en drinken worden verstrekt.
De 23-jarige Mohammed knikt instemmend. „We krijgen, geen eten, geen drinken, niets”, zegt de Afghaan. Verderop in het kamp, enkele kilometers buiten de havenstad Mytilini, liggen intussen plastic bakjes met resten rijst tussen het afval waarmee de grond is bezaaid.
Daniël, afkomstig uit Iran, wacht sinds twee dagen op zijn registratie. Hij vertelt dat hij ooit in de gevangenis christelijke lectuur las en later christen is geworden. Op zijn rechterbovenarm liet hij een kruis tatoeëren. Hij wil naar Duitsland om daar asiel aan te vragen, maar heeft geen idee wanneer hij met de boot naar Athene kan vertrekken, om vandaar verder te reizen.
De spanningen in het kamp, waar een paar duizend mensen hun dagen vullen met wachten, lopen soms hoog op. Er zijn meer dan eens aanvaringen tussen vluchtelingen en de politie. In Mytilini gingen maandagochtend honderden mensen die in een Europees land asiel willen aanvragen de straat op en blokkeerden wegen rond de haven.
Een agent in een politiebus wil niets zeggen over de situatie in het kamp. Hij verwijst naar een chef elders op het terrein, die onvindbaar is. Ook een medewerker van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) zegt niet met de pers te mogen praten. Hulporganisatie Cordaid meldde gisteren dat zij vandaag geen voedsel zou uitdelen in het Moriakamp omdat de politie de veiligheid van de medewerkers niet kan garanderen.
De situatie in Moria staat niet op zichzelf. In totaal zou Lesbos op dit moment zo’n 25.000 vluchtelingen tellen. Wie over het eiland rijdt, ziet overal groepen vluchtelingen langs de weg lopen. Velen slapen ’s nachts buiten.
Inmiddels wordt er aan oplossingen gewerkt, meldden Griekse kranten. Zo ging maandag een tijdelijke extra locatie in een oud stadion in Mytilini open waar de vluchtelingen zich kunnen laten registreren. Hiervoor is extra politiepersoneel beschikbaar gesteld. Ook is de komst van een nieuw registratiecentrum in Petra aangekondigd.
De boot van Mytiline naar Athene vaart sinds kort vier in plaats van twee keer per dag. Per keer kunnen er zo’n 2500 vluchtelingen mee. Binnenkort zullen er ook ferry’s vanuit de haven van Sigri vertrekken.
Door dergelijke maatregelen moet de hoeveelheid vluchtelingen op Lesbos fors verminderen. Het kamp in het dicht bij Mytilini gelegen Karatape, waar vooral Syriërs verblijven, maakte gisteren al een tamelijk lege en rustige indruk.
In het overvolle Moriakamp blijft de sfeer intussen nog gespannen. Maar af en toe klinkt er ergens in het opvangkamp gejuich. Dan heeft een familie eindelijk de felbegeerde papieren binnen en ligt de weg open om de boot naar Athene te nemen.