„Liever een Grexit dan deze slavernij”
ATHENE. Maandagochtend. Ik ben in het vrijwilligersziekenhuisje van dokter Vichas, dat wereldwijd bekend werd vanwege de hulp aan duizenden patiënten die hun recht op zorg verloren tijdens de Griekse crisis. Een arts steekt zijn hoofd de hoek en zegt: „De overeenkomst is getekend.”
Ik kom de medicijnen brengen die ik via via uit Nederland kreeg. „Alle medicijnen zijn welkom”, vertelde een van de vier vrijwilligers achter de balie me al. Nu kijken ze alle vier naar de arts. „Dus Tsipras is toch gecapituleerd?” brengt de jongste uit. De wat grijzende vrouw naast haar schudt haar hoofd en zegt: „Als ik in zijn schoenen stond, zou ik de vergadertafel verlaten hebben.”
Deze vrijwilligers en de artsen zien dagelijks de rauwe gevolgen van de bezuinigingspolitiek, die vooral op zwakke schouders rust, in levenden lijve voor zich staan. „Ik had nog liever een Grexit gehad dan deze overeenkomst van slavernij”, zegt de arts, die vermoedt dat de stroom onverzekerde patiënten weer zal toenemen, gezien de snoeiharde geëiste maatregelen. In Piraeus werd onlangs een nieuw vrijwilligersziekenhuis geopend. „Een teken des tijds”, zegt hij ongerust.
Ook op Twitter wordt heftig gereageerd op de overeenkomst van de Griekse regering met de schuldeisers. Via de hashtag #ThisIsACoup wordt alle mogelijke kritiek geuit op de harde eisen van de schuldeisers. Vooral Duitsland en minister Schäuble moeten het ontgelden, maar ook de Griekse regering „die een referendum hield en precies het tegenovergestelde deed.”
Kalliopi, dik in de tachtig, komt er rond voor uit: bij het referendum stemde ze voor de nieuwe maatregelen. „Belofte maakt schuld”, vindt ze. En leningen moet je afbetalen, ook „al moet je daarvoor je keel afsnijden”, zoals Grieken het zeggen. Hoewel ze een fervent Pasok-stemmer is, gelooft ze dat Tsipras een integere man is die het beste met zijn land voor heeft. Maar nu hij tot een overeenkomst is gekomen met de schuldheren, is ze vooral verdrietig. „Ik heb de Tweede Wereldoorlog meegemaakt, de bezetting, een burgeroorlog en nu dit!” Kalliopi, werd altijd woedend als iemand de huidige crisis met de bezettingstijd vergeleek. Toch ziet ze steeds meer problemen om zich heen. Ze vermoedt dat het er met de snoeiharde maatregelen niet beter op zal worden.
„Dit is geen democratische overeenkomst”, zegt Akis, leraar economie. Toch ziet hij het nu als de enige weg, buiten een Grexit, „want die zou alleen maar chaos brengen.” Akis denkt dat de leenovereenkomst niet eens zo veel verschilt van die van 2010. „Toen werden er ook privatiseringen geëist, alleen zijn die nooit uitgevoerd.” Akis heeft geen bezwaar tegen privatiseringen. „Ik vind het belangrijker dat een bedrijf goed werkt, dan of het een staatsbedrijf is.” De vele hervormingen ziet hij als broodnodig voor het land. „Dat Griekenland mijlenver achterligt in Europa, merk je als je een bedrijf wilt opzetten.” Er moet, zegt hij, een einde komen aan de bureaucratie én de ”fakelakia”; de envelopjes onder de tafel. Waar Akis een hard hoofd in heeft, is de uitvoering van de maatregelen. „We zijn nipt aan een Grexit ontsnapt, maar voor je het weet zijn we terug bij af.”
Sommigen hoopten wél op een Grexit, net als enkele ministers in het kabinet van Tsipras. Adonis, werkzaam in het toerisme, is zo iemand. „Eigenlijk had dat aan het begin van de crisis moeten gebeuren. Dan was Griekenland nu alweer aan het opkrabbelen en was die enorme schuldenberg nooit opgebouwd.” Hij vindt het jammer dat het zo is gelopen. „Ik zou liever één uur in vrijheid leven dan veertig jaar onder het juk van de schuldeisers.” En er bestaat nog steeds een klein kansje op een Grexit, zegt hij met een scheef glimlachje. „De partij van Tsipras vertoont nogal wat scheuren. Niets is nog zeker.”
De auteur is afkomstig uit Nederland, maar woont in Griekenland met haar man Vassilis, een zoon en een dochter.