Binnenland

Jonge bomen in een oud sterrenbos

Landgoed IJsselvliedt kent al bijna 200 jaar een sterrenbos, maar de bomen die er staan, zijn nog maar een paar jaar oud. Een teken dat onderhoud van de cultuurhistorie hard nodig is.

11 July 2015 18:19Gewijzigd op 15 November 2020 20:24
Beheerder Theo Hartman bij de centrale boom van het sterrenbos op Landgoed IJsselvliedt.  Foto RD, Henk Visscher
Beheerder Theo Hartman bij de centrale boom van het sterrenbos op Landgoed IJsselvliedt.  Foto RD, Henk Visscher

Beheerder Theo Hartman van Landgoed IJsselvliedt bij Wezep zou graag met zijn gasten een wandeling naar het sterrenbos maken, maar zijn gezondheid laat dat niet toe. De beheerder rijdt met zijn terreinwagen over het 220 hectare grote landgoed naar het meer dan 200 jaar oude sterrenbos.

„Zo’n bos werd in de eerste instantie aangelegd om makkelijk te kunnen jagen”, vertelt Hartman terwijl hij zijn auto de Zuiderzeestraatweg richting Oldebroek op stuurt. „Het bos kreeg de vorm van een ster. De stralen van de ster waren allemaal paden die op een open stuk in het midden bij elkaar kwamen. Daar stond een boom alleen. Achter die boom kon de jager zich verschuilen. Drijvers omcirkelden het sterrenbos en joegen het wild richting de centrale man. Zodra een dier het open stuk wilde oversteken, kon de jager het neerschieten.”

In een flauwe bocht van de Zuiderzeestraatweg slaat Hartman rechtsaf, het Jan Boerswegje in. Aan de linkerkant houdt een slagboom gemotoriseerd verkeer tegen, maar de beheerder heeft een sleutel. Nog even een eikenlaan door en daar is het sterrenbos.

Wat direct opvalt, is dat de bomen nog zo jong en klein zijn. „Dat heeft alles te maken met de hoge grondwaterstand”, legt Hartman uit. „Kijk, daar aan de overkant van de Jan Boersweg ligt het laagste punt van heel Gelderland. Als het veel geregend heeft, staat dat weiland daar blank. We zitten hier in het veen. De laag waarin boomwortels kunnen wortelen is hier relatief dun. De eikenbomen die hier halverwege de 19e eeuw zijn geplant, gingen enkele jaren geleden één voor één dood omdat hun wortels niet dieper konden groeien vanwege het grondwater. De bomen werden als het ware te zwaar voor de dunne bodem.”

In overleg met de bestuursleden van de Stichting IJsselvliedt is besloten alle eikenbomen van het sterrenbos te rooien en te vervangen door essen. „We wilden een belangrijk cultureelhistorisch object als het sterrenbos behouden, maar het moest wel een gezond bos worden.” Helaas mislukte dat ook met de essen. „Zij bleken gevoelig voor een takziekte. Meer dan een derde ging al snel weer dood.”

De beheerder van het landgoed stond voor de opgave om een boomsoort te vinden die wel goed kon gedijen op de zompige bodem van het noordelijke stukje landgoed. Uiteindelijk werden dat veldesdoorns. „Qua vormgeving ziet het sterrenbos er nu nog steeds zo uit als honderd jaar geleden. De bomen moeten alleen groeien om je een indruk te geven van hoe mooi het er toen uit zag.”

Gejaagd wordt er niet meer in het sterrenbos. In het verleden heeft Hartman er weleens vossen geschoten. „Toen mocht dat nog. De vossen decimeerden de fazantenstand op het landgoed en het sterrenbos was ideaal om die beesten af te schieten.” Eens per jaar is er een jachtdag op Landgoed IJsselvliedt. „Dat is nu een sociaal gebeuren, er klinkt geen schot meer. De bestuursleden van de stichting en de pachters nuttigen een hapje en een drankje. Vroeger werden er echter volop hazen, konijnen, fazanten en houtduiven geschoten.”

Zijn de menselijke jagers verdwenen, de natuurlijke jagers zijn er volop. Hartman tuurt naar de lucht. Daar zweeft een roofvogel. „Een havik. Een mannetje. Dat is veel kleiner dan het vrouwtje. Een gezonde, sterke houtduif kan hij niet baas, maar een zwakke wel. Dat bekijkt hij vanuit de lucht.”

Vlak bij het sterrenbos ligt een enorme stapel hakhout. Om de nieuw aangeplante bomen voldoende licht te geven is er veel hakhout gerooid. „Nu blijft het liggen tot na de zomer. Er broeden namelijk veel vogels in en die mogen we niet verstoren.”

Het hakhout wordt gebruikt om het landhuis IJsselvliedt in de winter te verwarmen. „We werken aan een energieneutraal landgoed. Dat lukt al aardig.” Het landhuis werd in 1824 gebouwd door Richard Andreas Ludolphi Nobel. Later was de graaf van Limburg Stirum eigenaar. Hij bepaalde in zijn testament dat het landhuis en bijbehorende gronden een sociale functie moesten krijgen. Vandaar dat er nu een zorghotel van het Rode Kruis in is gevestigd.

Hartman rijdt op de terugweg langs het landhuis. Daar vertelt locatiemanager Mattie Merkus dat er in het zorghotel wekelijks 35 zieke gasten worden opgevangen. „Met of zonder hun partner. Ze krijgen een vijfdaagse vakantie. Zo’n 25 vrijwilligers zijn daarbij actief.”

In de tuin achter het zorghotel maait een tuinman het gras op een zitmaaier. Een gast geniet op een bankje van de zon. In de binnentuin staan enkele bijzondere bomen, waaronder een mammoetboom. Veel meer aparte bomen zijn te vinden in het arboretum aan de overkant van de Zuiderzeestraatweg. Daar staan onder andere de vaantjesboom, beverbom, Japanse notenboom, sneeuwklokjesboom, moseik en tulpenboom. Net zoals het sterrenbos waren het arboretum en het pinetum van Landgoed IJsselvliedt een statussymbool.

Met veel passie kweekt Hartman jonge bomen in een eigen landgoedkwekerij. Bijvoorbeeld om de eiken en de beuken te vervangen die vanwege de hoge grondwaterstand niet tot volle wasdom kunnen komen. „Als we bomen van elders halen, is er altijd zo’n 30 tot 40 procent uitval. Met zelfgekweekte bomen beperken we dat tot een paar procent.”

Het tekent de ervaren beheerder. Zo veel mogelijk in eigen beheer een meer dan 200 jaar landgoed runnen. Over een paar maanden zal hij om gezondheidsredenen het onderhoud uit handen moeten geven. Dat betekent ook dat hij na meer dan 35 jaar uit het tuinmanshuis zal vertrekken. Iets waar Hartman nu nog niet aan wil denken.


Natuurhistorie

Dit is het derde deel in een serie over historische objecten of structuren in het landschap. Vandaag het thema ”Jacht”.


Andere jachtobjecten

Konijnenwarande: Een besloten jachtterrein, doorgaans eigendom van voorname families. De naam komt al in de middeleeuwen voor. Ook daarna werden er nog vele warandes aangelegd. Warandes waren er in meerdere types, zoals de konijnenwarande, waar gejaagd kon worden op konijnen.

Eendenkooi: Een eendenkooi (soms kortweg kooi genoemd) is van oorsprong een plek waar diverse soorten in het wild levende eenden werden gevangen voor consumptie. De eendenkooi bestaat uit een door bos omzoomde vijver waar enkele smalle sloten op uitkomen, de zogenaamde vangpijpen. Om overvliegende eenden te lokken heeft de kooiker, de beheerder van de kooi, op de kooiplas een groot aantal staleenden die hij dagelijks voert. Zij trekken wilde eenden aan. Die worden vervolgens via een vernuftig systeem door het kooikershondje de vangpijp ingelokt. Zodra ze ver genoeg zijn, klapt er een net dicht en zijn de vogels gevangen.

Vinkenbaan: Vanginrichting voor kleine vogels, veelal in de Hollandse duinen waar trekkende vogels langs komen. De zangvogels werden gevangen voor consumptie. Hun veren werden ook wel gebruikt voor het versieren van hoeden. Het vangen op vinkenbanen was vooral een vermaak van hoger opgeleiden.


Kweek zelf een knotboom

„Koester de oude knotbomen, want er zijn er nog maar weinig over. De oude zijn omgevallen, afgescheurd of werden ziek”, zegt schrijfster Hilde Huizenga over knotbomen zoals wilgen en populieren. Ze zijn kenmerkend voor het Nederlandse landschap, maar verdwijnen vaak bij het verbreden van wegen of het aanleggen van strakke tuinen.

Wie deze typisch Nederlandse bomen in zijn tuin wil, kan ze makkelijk aanplanten. Voor wilgen en populieren geldt:

- Zaag een rechte tak van zo’n 2,5 à 3 meter lengte en ongeveer 6 tot 8 centimeter in doorsnee.

- Snijd de onderkant schuin af. Hiermee voorkom je dat de staak gaat draaien in de wind.

- Haal repen van de bast af van de onderste 30 tot 40 centimeter van het gedeelte dat de grond ingaat. Dit bevordert mogelijk de wortelvorming.

- Steek de staak circa 1 meter diep in de grond. Zet de staken om de 5 meter in de grond.

Het is ook mogelijk om een natuurlijke schutting te maken van gevlochten wilgenstaken. De verticalen staken worden dan geplant zoals boven beschreven. Alleen komen ze dichter bij elkaar te staan, ongeveer 50 centimeter. Vervolgens kunnen er soepele horizontale wilgentenen tussendoor worden gevlochten.


Oproep

Werkt u aan het instandhouden van cultuurhistorische elementen in het landschap? Of kent u interessante projecten waar dit gebeurd? Meld het deze krant via natuur@refdag.nl of per post: Reformatorisch Dagblad, t.a.v. Redactie natuur, Postbus 670, 7300 AR Apeldoorn. Stuur als dat kan een foto mee.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Natuurhistorie

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer