Dat heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) dinsdag bepaald in een zaak die was aangespannen door vijf veehouders uit de omgeving van Oosterwolde. De uitslag van de test leidde destijds tot de ruiming van dieren op –onder andere– dertien boerderijen in Kamperveen.

Veehouders van wie het bedrijf werd geruimd wegens de besmetting hebben de uitslag van die eerste laboratoriumtest bijna dertien jaar lang bestreden. Volgens hen liet het ministerie van Economische Zaken hun vee destijds op basis van een ondeugdelijke test doden. De zaak is bij het Europees Hof van Justitie geweest en weer teruggekomen. Nu hebben de boeren hun zaak definitief verloren.

Het CBb stelt dat Economische Zaken destijds op goede gronden concludeerde dat de labuitslagen correct waren en dat er direct moest worden geruimd.

De Stichting Geruimde Boerderijen Kamperveen MKZ-2001 noemt de uitspraak onbevredigend en „een zeer bittere pil.” Ondanks vertrouwen in het CBb „zijn nog veel vragen onbeantwoord gebleven.”

Van boeren uit Kootwijkerbroek loopt er nog een vergelijkbare zaak bij het CBb. Dit jaar wordt het eindoordeel van de rechter verwacht. Het CBb gaf Economische Zaken eind vorig jaar opdracht de testuitslagen waardoor MKZ werd vastgesteld nader te verklaren.

Kootwijkerbroekers stellen dat het ruimingsbesluit destijds niet op goede gronden is genomen. Een verschil met de zaak Kamperveen is dat er tussen Oosterwolde en Kamperveen een herleidbaar spoor liep, wat in Kootwijkerbroek niet is aangetoond, aldus Lau Jansen, woordvoerder van de Kootwijkerbroekse veehouders. Verder was er in Kootwijkerbroek één positieve testuitslag, terwijl in Oosterwolde 47 geiten besmet bleken.