Gevlucht uit Syrië, kwam Hord Wbi (27) terecht in het asielzoekerscentrum (azc) in Luttelgeest. Hij heeft inmiddels een verblijfsvergunning, maar nog geen woning. „De tijd dat ik moest wachten op de uitslag over mijn asielaanvraag was het zwaarst.”
Wbi groeide op in de Syrische hoofdstad Damascus. De onrust van de laatste jaren staat hem helder voor ogen. „Iedereen was in de problemen. Je hoorde overal schoten en mensen werden op straat gekidnapt. De politie kon mensen om niks arresteren en doden.”
Nadat hij vorig jaar zijn master bankwezen en verzekeringen had afgerond, kreeg Wbi een oproep om het leger in te gaan. Op dat moment besloot hij te vluchten. „Ik zou onmiddellijk tegen mensen moeten vechten. Dat wilde ik niet. Ik moest gaan.”
Een mensensmokkelaar bracht hem in oktober naar Nederland. Hij kwam terecht op een locatie voor noodopvang in de IJsselhallen in Zwolle. „Ik was geschokt. We sliepen met 450 personen in een zaal, hadden geen privacy. Maar de medewerkers van het COA waren vriendelijk. En het belangrijkste is: ik ben hier veilig.”
Na overplaatsingen naar Budel, Gilze en Wassenaar kwam Wbi in maart in Luttelgeest terecht. Hij deelt er een kamer met een landgenoot. „Twee maanden geleden hoorde ik van mijn advocaat dat ik een verblijfsvergunning kreeg. De maanden dat ik daarop moest wachten, waren het zwaarst. Ik ging ervan uit dat ik hier zou mogen blijven, maar zolang je geen uitspraak hebt, is het onzeker. Ik wist niet waar ik anders heen zou kunnen.”
Wbi wacht nu op woonruimte. Hij wil graag in de buurt van een grote stad wonen, om aan een universiteit verder te kunnen studeren. „Vorige week heb ik gehoord dat ik naar Amsterdam ga. Het kan tussen de twee maanden en een jaar duren voordat er een huis beschikbaar komt.”
Op het azc gaat hij drie keer per week naar een sportzaal om aan bodybuilding te doen en speelt hij basketbal met andere vluchtelingen. Soms treedt Wbi, die goed Engels spreekt, op als tolk voor landgenoten bij VluchtelingenWerk. Voor de lessen Nederlandse taal stuitte hij op een wachtijst. „Ik probeer zelf alvast iets te leren met behulp van een boek Arabisch-Nederlands.”
Behalve met de medewerkers op het azc heeft de islamitische Wbi vrijwel geen contact met Nederlanders. Hij heeft wel een boodschap voor bezoekers van de landelijke open dag in azc’s, morgen. „We zijn allemaal mensen met gevoelens. Als iemand onvriendelijk tegen mij doet, voel ik me niet gemakkelijk. ”Smile to us”. Glimlach naar ons, dat is beter dan eten en drinken. Dat geeft innerlijke rust.”
Open dag azc’s
Basketballen met asielzoekers, een les Armeens volgen of meedoen met een workshop Arabisch koken. Het kan zaterdag tijdens de landelijke open dag in asielzoekerscentra (azc’s) die het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en VluchtelingenWerk Nederland voor het eerst samen organiseren. Het publiek is welkom op 38 locaties, waaronder Luttelgeest, Dronten, Zeist, Doetinchem, Katwijk en Goes. Elk azc stelde een eigen programma samen, dat in ieder geval de mogelijkheid biedt om asielzoekers persoonlijk te ontmoeten en medewerkers te spreken. Op de meeste plaatsen zijn er ook speciale activiteiten voor kinderen.
Feiten en cijfers
- Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) vangt momenteel circa 23.350 asielzoekers op, verspreid over zo’n 60 locaties.
- Het azc Luttelgeest is het oudste opvangcentrum. Het opende in 1987 de deuren op een voormalig recreatiepark. Na een uitbreiding met 400 plaatsen eerder dit jaar is er plek voor 1400 bewoners. Op dit moment verblijven er ruim 1100 asielzoekers en statushouders (mensen met een verblijfsvergunning), onder wie 180 kinderen. Naar verwachting zit het centrum over enkele weken vol.
- De bewoners van het azc Luttelgeest hebben 52 nationaliteiten. De grootste groepen komen uit Syrië en Eritrea. Ook zijn er zo’n vijftig Somaliërs. Uit sommige landen komen slechts enkele asielzoekers, zoals Tibet, Jamaica, Angola, Azerbeidzjan, Burundi, Egypte, Marokko, Indonesië, Koeweit en Noord-Korea.
- De bewoners hebben op en rond het azc te maken met tal van professionals en vrijwilligers (zie kaders). Zo werken er vanuit het COA 54 personeelsleden in azc Luttelgeest (44 fte’s). Daarnaast zijn er mensen van VluchtelingenWerk actief, maar ook beveiligers, leerkrachten, een huisarts en verpleegkundigen.
Locoburgemeester van een klein dorp
Pieter Deinum, adjunct-locatiemanager: „Ik ben een soort locoburgemeester van een klein dorp met 52 nationaliteiten, van Syrië en Eritrea tot Tibet en Azerbeidzjan. Sommige dorpen in de omgeving tellen 1500 tot 2000 inwoners, wij hebben er binnenkort 1400. We zijn daarmee het elfde dorp in de Noordoostpolder. Ik heb veel externe contacten, met de gemeente, de wijkagent en omwonenden. Op het azc gebeurt ook van alles. Het ene moment breekt een klein kind een arm, even later wordt een baby geboren. Soms hoor je schrijnende verhalen. Toen een man met een verblijfsvergunning zijn vrouw hierheen wilde laten komen, bleek ze net bij een bomaanslag te zijn omgekomen. Het gebeurt ook dat mensen het land uit moeten. Als je een leuke bewoner die hier met plezier schoonmaakwerk heeft gedaan in een busje ziet vertrekken om te worden uitgezet, is dat vervelend. Maar als de slagboom achter hem dichtgaat, moet ik het loslaten.”
„Gezinshereniging is het mooist”
Iris Joustra, woonbegeleider: „Als asielzoekers in Luttelgeest aankomen, bijvoorbeeld vanuit het aanmeldcentrum in Ter Apel, zijn ze moe, verreisd en soms angstig. Ik stel hen op hun gemak en begeleid hen vanaf de eerste intake. Mensen hebben vaak veel vragen. Ik geef uitleg over het centrum, vertel wat de openingstijden van de receptie zijn en wat ze bijvoorbeeld moeten doen als er ’s nachts iemand ziek wordt. Van tijd tot tijd controleer ik of de kamers schoon zijn. Ik doe ook mee aan een vrouwenactiviteit: steplessen, aerobics. Ik step zelf mee. Het zijn leuke lessen, maar ik kom er weleens met spierpijn vandaan. Het mooiste in mijn werk vind ik de gezinsherenigingen, als bijvoorbeeld een Syrische man zijn vrouw en kinderen na lange tijd en een voor hen spannende reis terugziet. Prachtig als hij hier dan met zijn gezin komt en helemaal zit te stralen.”
Klein onderhoud op het azc
Gerrit de Boer, huismeester: „Ik werk al negentien jaar bij het COA, waarvan de laatste negen jaar op deze locatie. Hier ben ik een van de zes huismeesters. Ik houd me bezig met klein onderhoud. Ook begeleid ik bewoners bij werkzaamheden op het terrein, zoals papier prikken. En op dit moment zijn er twee mannen bezig met het schilderen van huisjes. We hebben bijna altijd genoeg aanmeldingen voor dergelijk vrijwilligerswerk. Op dit moment hebben we zelfs een wachtlijst. Ik geniet van het contact met de mensen, maar het is weleens lastig als ze bij me komen met vragen over hun asielprocedure of een brief die ze hebben gekregen. Sommigen denken dat iedereen die bij het COA werkt precies op de hoogte is van alle regelgeving. Mensen met vragen daarover moet ik doorverwijzen naar anderen die daarover gaan. Het is mooi als bewoners na verloop van tijd dankbaar vertrekken omdat ze ergens een woning hebben gekregen. Sommigen sturen met Kerst nog een kaartje.”
Ruimte geven aan emoties
Bianca Dubois, casemanager: „Ik geef bewoners voorlichting over het verloop van hun procedure en vertel wat de consequenties zijn als ze een bepaalde beslissing hebben gekregen. Er zijn twee richtingen: terugkeer naar het land van herkomst of inburgering in Nederland. Ik probeer die boodschap duidelijk te brengen en asielzoekers te stimuleren om na te denken over hun toekomst. Maar veel mensen vinden het lastig om plannen te maken. Vooral na een negatieve uitspraak in hun procedure is het vaak nodig om ruimte te geven aan emoties. Het meeste voldoening geeft het als mensen een status krijgen en mogen inburgeren. Dan kunnen ze weer praten over wie ze waren voordat ze naar Nederland vluchtten, bijvoorbeeld arts of timmerman. Ik adviseer hen dan wat ze het beste kunnen doen om hun kwaliteiten hier zo goed mogelijk te benutten.”
Begin van een nieuwe levensfase
Jordy Hoffman, programmabegeleider: „Als asielzoekers een verblijfsvergunning krijgen, worden ze gekoppeld aan een gemeente die hun passende woonruimte moet bieden. Dat kan maanden duren. Ik bereid de mensen voor op wat ze kunnen verwachten en help met zaken zoals het aanvragen van een burgerservicenummer, bankrekening en DigiD. Samen met 2 collega’s begeleid ik momenteel zo’n 800 vergunninghouders. Doordat het aantal de laatste tijd sterk is toegenomen, is de begeleiding minder persoonlijk en formeler dan in het verleden. We moeten zo efficiënt mogelijk werken. Dat is een uitdaging. Het geeft me voldoening als ik mensen uiteindelijk met een paar tassen met spullen en een grote glimlach zie vertrekken. Dat is voor hen het begin van een nieuwe levensfase.”
„We zijn de rechterhand van advocaten”
Gerrie Westhuis, werkbegeleider VluchtelingenWerk: „Ik werk bijna tien jaar bij VluchtelingenWerk en heb bewondering voor de kracht van mensen die hun thuisland ontvluchten. Ze laten vrijwel alles achter zich, vaak ook hun familieleden, met als doel hier alle zaken te regelen zodat zij later kunnen nareizen. Op het azc in Luttelgeest stuur ik twaalf vrijwilligers en drie stagiaires aan. Asielzoekers kunnen bij ons juridische ondersteuning krijgen in hun asielprocedure. We zijn de rechterhand van advocaten en horen veel verhalen. Dat is soms heftig. Een Syrische vrouw was tijdens de reis haar tweejarige dochtertje kwijtgeraakt. Het meisje bleek later ergens te zijn aangespoeld. Dat komt heel dichtbij. Ik heb zelf ook een dochtertje van twee. We helpen mensen waar we kunnen, maar soms voel je je machteloos. Bijvoorbeeld als een procedure voor gezinshereniging heel lang duurt en je mensen eraan kapot ziet gaan. Dat is voor onze vrijwilligers en stagiaires ook pittig.”
Kinderen met een twinkeling in de ogen
Sandra van der Tempel, duodirecteur asielzoekersschool De Wissel: „Het aantal leerlingen op onze school, op het terrein van het azc in Luttelgeest, wisselt. Vaak zitten we rond de 100, op dit moment hebben we 130 leerlingen. Het zijn bijna allemaal kinderen die korter dan een jaar in Nederland zijn en uit een compleet andere cultuur komen. We geven hun de basis mee van de Nederlandse taal, met als doel dat ze na een jaar kunnen meedraaien op een reguliere school buiten het azc. Dat betekent niet dat ze het niveau daar meteen helemaal aankunnen, maar wel dat ze in ieder geval de leerkracht kunnen begrijpen. Wat onze grootste uitdaging is? Een collega van mij zei ooit: „Het mooiste is als de kinderen een twinkeling in hun ogen krijgen.” Dat betekent dat we hun vertrouwen hebben en dat de leerlingen zich veilig voelen. Dan zijn ze ook in staat om te gaan leren.”
„Asielzoekers zijn vaak ontredderd”
Marian Bos, vrijwilligerscoördinator stichting Gave: „Asielzoekers zijn vaak ontredderd. Het is belangrijk om er als mens voor hen te zijn, tijdens hun asielprocedure, maar ook als ze een status krijgen en een plek zoeken in de samenleving. Daarvoor zetten meer dan 180 vrijwilligers uit kerken in de omtrek van Luttelgeest, zoals Emmeloord en Urk, zich in. Ik doe dit werk sinds maart, voor één dag in de week, naast een baan als maatschappelijk werker. Ik heb me erover verwonderd wat er rond het azc allemaal gebeurt. Vrijwilligers bezoeken asielzoekers of gaan op zondag met hen naar een internationale kerkdienst in de regio. In het House of Joy, vlak bij het azc, organiseren we onder meer ”prayermeetings”, gebedssamenkomsten, voor christenen uit het azc. Ook zijn er activiteiten voor vrouwen, jongeren en kinderen. Ik ondersteun de vrijwilligers. Mijn motivatie haal ik uit Matthëus 25, waar Jezus van ons vraagt naar vreemdelingen om te zien.”