Ierland gold tot voor kort in Europa als een rooms bolwerk dat van Reformatie en verlichting nog weinig had meegekregen. Nu abortus (hoewel zeer beperkt) mogelijk is, heeft de regering ook een referendum uitgeschreven over het homohuwelijk. En als de peilers gelijk krijgen, komt dat er vrijdag wel door.
Om het huwelijk open te stellen voor mensen van gelijk geslacht, is een wijziging van de grondwet nodig. Die verloopt in Ierland altijd via de stembus.
Voorstanders van het traditionele huwelijk en gezin kunnen hun hart ophalen aan deze grondwet. Artikel 41 noemt het gezin het „fundament van de samenleving.” Het is een „morele instelling met onvervreemdbare en onverjaarbare rechten, voorafgaand en boven alle bestaande en nieuwe wetten.”
De grondwet zegt het gezin te „erkennen.” Het is dus niet de Ierse staat die beslíst wat het gezin is, maar het eerbiedigt de instelling zoals die altijd al bestond en altijd zal blijven bestaan. Niet de staat, maar het gezin is de „basis van de sociale orde die onmisbaar is voor het welzijn van staat en natie.”
Dat geeft de staat een „speciale zorg” voor de bescherming van het huwelijk, „waarop het gezin is gebaseerd.”
Daarnaast zijn er nog twee subartikelen die de regels voor echtscheiding vastleggen en de staat verplichten erin te voorzien dat vrouwen thuis kunnen zijn. Kortom, een gezinsvriendelijke grondwet van onvervalst conservatieve snit.
De regering –geleid door de christendemocratische Fine Gael– stelt nu voor een vierde lid aan artikel 41 toe te voegen, namelijk dat het „huwelijk wettig kan worden gesloten zonder onderscheid, zoals van geslacht.”
Folder
Volgens een folder die de regering in het land liet bezorgen, verandert dit kleine zinnetje niets aan de bestaande rechten van huwelijk en gezin. Het laat nu alleen ook anderen delen in de voorrechten.
Een lezer van de Irish Independent, Frank Farrell, wreef zijn ogen uit toen hij las dat er niets zou veranderen. Het huwelijk was er al voor de Tien Geboden, de farao’s en de antieke beschavingen. „Wie vertelt mij dat er in al deze eeuwen geen onderscheid van geslacht was?” schrijft hij in een lezersbrief. De verandering lijkt hem „meer op de Nepalese aardbeving.”
Het debat over de volksraadpleging is bijzonder levendig. Logisch, want het gaat over identiteit. Is Ierland een modern land dat zich net als de rest van Europa losmaakt van oude levensbeschouwingen? Of blijft het trouw aan rooms-katholieke zede, die op het punt van de seksualiteit in toenemende mate met wantrouwen wordt benaderd?
In West-Europa is het homohuwelijk in de afgelopen jaren vrijwel overal ingevoerd. Enerzijds ligt hier een morele verandering aan ten grondslag. De seksuele revolutie van de jaren zestig heeft vrijwel alle idealen (met uitzondering van pedofilie) in wetgeving omgezet.
Aan de andere kant is het evenzeer een doorwerking van rechten voor individuen ten koste van plichten aan de gemeenschap. Opvallend is dat officiële teksten van voor pakweg 1965 huwelijk en gezin beschrijven in hun betekenis voor de samenleving. Vandaag de dag vraagt de burger eerder wat deze instituties „voor mij” als individu opleveren. Opvallend is bijvoorbeeld dat de voorstanders in het Ierse debat de kwestie bij voorkeur benaderen als een zaak van de twee liefhebbende partners, en het vraagstuk niet willen verbreden naar de consequenties voor kinderen en gezinsleven.
Door de individualisering was het voor de Ierse regering steeds moeilijker om zich tegen de openstelling van het huwelijk voor homo’s te keren. Tot 1993 waren homoseksuele handelingen verboden. Sinds dat verbod werd opgeheven, golden homoseksuelen als burgers met „gelijke rechten.” En toen de homogemeenschap verlangde dat ook het huwelijk zou worden opengesteld, had de regering weinig argumenten om daartegen te zijn. Integendeel, volgens minister Frances Fitzgerald (Justitie en Gelijkheid) is dit de logische consequentie van de gelijke behandeling. Het vasthouden aan het traditionele huwelijk zou een vorm van discriminatie zijn, zo stelde ze op 14 mei in een tv-debat.
Compliment
In datzelfde programma kon ze de tegenstanders echter niet overtuigen. Volgens hen zet de regering veel meer op het spel. De tegenstanders beweren dat de regering iets „totaal nieuws” introduceert, waardoor de positie van het gezin als geheel verandert.
In het traditionele gezin is bijvoorbeeld de natuurlijke geboorte de regel bij de voortplanting en adoptie de uitzondering. Als het homohuwelijk echter gelijkgesteld wordt, kan de staat geen voorkeur meer laten gelden. Datzelfde geldt voor het „recht” van elk kind om een vader en een moeder te hebben.
De regering noemt deze verbreding van de discussie een dubieuze poging om „verwarring” te zaaien door „emotionele” argumenten toe te voegen. In het tv-programma stelde minister Fitzgerald herhaaldelijk dat er niets verandert, en dat er alleen recht wordt gedaan aan een bijzonder klein aantal mensen. „Het is eerder een compliment aan het huwelijk. Dit versterkt het huwelijk.”
Het huwelijk is door alle eeuwen heen aan verandering onderhevig geweest, stelt ze. „Vroeger hadden vrouwen nauwelijks rechten en bestond echtscheiding niet. Tegenwoordig is dat allemaal anders. In die ontwikkeling zie ik deze verandering.”
Volgens Eileen King, van de organisatie Mothers and Fathers Matter, was er alle eeuwen door echter wel altijd een constante. „Het huwelijk is nooit iets anders geweest dan een relatie van man en vrouw.”
John Waters van First Families First stelde in datzelfde tv-programma dat de staat het etiket ”huwelijk” gaat plakken op relaties van mensen die op natuurlijke wijze geen kinderen kunnen krijgen. „Dat is eerder nooit gebeurd.”
Volgens de tegenstanders is dat niet zozeer een verbreding van het huwelijk, maar een ondermijning van de bescherming van het gezin. In het bewuste tv-programma zei David Quinn (Iona Institute) tegen Fitzgerald: „U schijnt als minister niet te erkennen dat een kind het recht heeft op te groeien bij zijn biologische ouders.” King voegde daaraan toe: „De staat heeft straks geen voorkeur meer bij welke ouders een kind leeft; bij de biologische ouders, of bij elk willekeurig koppel.”
De minister vond deze bezwaren overdreven. „De meeste kinderen hebben altijd in het kerngezin geleefd en dat zal zo blijven.”
Op de vraag of het voor het kind het beste is bij een vader én een moeder te wonen, zei de minister: „Als ik dat zou beamen, zou ik tekortdoen aan de vele goede ouderparen van gelijk geslacht. De kwaliteit van het ouderschap geeft de doorslag. Waarom deze discriminatie van bepaalde soorten gezinnen?”
Quinn: „Het is geen discriminatie om te zeggen dat een heteroseksuele relatie anders is, omdat nu eenmaal alleen zij kinderen kunnen krijgen.”
De tegenstanders van het homohuwelijk hebben ook de Amerikaanse Heather Barwick bij hun campagne betrokken. Zij werd geboren in een heteroseksueel gezin, maar haar ouders scheidden toen ze 2 was, en van die tijd af groeide ze op in een lesbische omgeving.
Zij had altijd gedacht dat het verzet tegen ouderschap door mensen van gelijk geslacht te maken had met homofobie. „Totdat ik het vaderschap zelf zag. Toen wist ik dat kinderen het beste af zijn met een vader en een moeder. Ik zag ook dat ik mijn vader altijd had gemist”, zei ze op een bijeenkomst.
Het homohuwelijk noemt ze het toegeven aan „wensen van volwassenen, ten koste van de kinderen.” Het is een manier van denken waarin geslacht er niet meer toe doet. „Het ouderschap komt neer op een taak die iedereen kan vervullen. Een biologische band doet er niet meer toe. Maar het kind heeft recht op een vader en een moeder. Zo niet, dan creëer je nieuwe ongelijkheid.”
Scholen
In het parlement in Dublin hoeft de regering niet voor oppositie te vrezen. De grote partijen steunen de verandering.
In de samenleving ligt dit anders. De grote kerken zijn tegen: zowel de Rooms-Katholieke Kerk als de (anglicaanse) Church of Ireland. De rooms-katholieke aartsbisschop Eamon Martin zei in de campagne: „Uiteindelijk gebruiken we het woord huwelijk voor iets wat het niet is.”
De premier, Enda Kenny, heeft meermalen de vraag gekregen wat de positie van tegenstanders van het homohuwelijk is als een meerderheid voor stemt. Kenny heeft daarop geantwoord dat hij ervan uitgaat dat ook katholieke scholen kinderen vertellen dat homo’s straks kunnen trouwen. „Tolerantie en inclusiviteit zijn christelijke deugden”, aldus de premier. Een clausule voor gewetensbezwaarden komt er wat hem betreft niet.
In het verleden liepen referenda over kwesties zoals het homohuwelijk nogal eens uit op een teleurstelling voor de progressieven. Het is echter de vraag of dit in Ierland ook zo zal gaan. Al jarenlang meten opiniepeilers een meerderheid voor openstelling van het huwelijk, soms zelfs van 75 procent. De laatste week lijkt die te slinken, wat de uitkomst onvoorspelbaar maakt. Maar er is niemand die uitgaat van een overwinning voor het traditionele huwelijk.
„Wat homo’s wordt aangeboden, zijn alleen de restjes van het huwelijk”
Openstelling voor homo’s is een „compliment” voor het huwelijk, zegt de Ierse minister Fitzgerald. Enkele jaren geleden zei de Britse minister May dat getrouwde homo’s de „ambassadeurs” van het huwelijk zouden gaan worden.
Dr. Patricia Morgan schudt driftig haar hoofd. „Niets is minder waar”, zegt ze.
Ze woont in een buitenwijk van Londen. Daar doet ze al tientallen jaren onderzoek naar het reilen en zeilen van huwelijk en gezin.
De stelling van minister May dat de verbreding van het huwelijk goed zou zijn voor de instelling als geheel, prikkelde haar om te kijken of dit klopt. „Ik ga voor de feiten”, zegt ze ferm. In haar boek ”The marriage files” zet ze haar bevindingen op een rij. „In landen waar het homohuwelijk is ingevoerd, zie je alleen een verdere daling van het aantal huwelijken. Het lijkt dus eerder kwaad dan goed te doen.”
De verwachting was ook dat homorelaties zelfs stabieler zouden worden. „Ook dat heeft niet gewerkt. Homo’s zijn onveranderd promiscue. En omdat de partner van het andere geslacht ontbreekt, ontbreekt ook de relativering. Er wordt weinig over gepraat, maar in homorelaties wordt veel meer gevochten dan onder hetero’s, omdat de emotie of juist de rationaliteit van de andere kant ontbreekt.”
Voor Morgan is dit niet verrassend. Wat de homo’s krijgen aangeboden, is een slap aftreksel van wat ooit het huwelijk was. „Ze krijgen de restjes. Het huwelijk was vanouds een exclusieve relatie die slechts moeilijk kon worden verbroken. Vanaf de echtscheidingswetgeving van rond 1970 is het huwelijk steeds meer opengebroken. Ik zie het homohuwelijk nu als een tussenstap naar een relatie voor meer personen.”
De invoering van het homohuwelijk is volgens haar een manier om de instelling op te blazen. „Mensen die altijd tegen het huwelijk waren, zijn nu ineens voor het homohuwelijk. Ze willen zogenaamd het gif eruit halen. Door de verbreding kun je immers blijvend afrekenen met de idee dat het huwelijk de seksuele vrijheid beperkt.”
Morgan blijft voor het traditionele huwelijk en het gezin. „Logisch, want kinderen die bij beide biologische ouders opgroeien, doen het op alle punten beter. Zulk bewijs komt telkens terug. Je zult ook nooit iets anders vinden. Ik vind het vreemd dat beleidsmakers daar niet op letten.”