Politiek

Den Haag draait duimschroeven voor christelijk onderwijs aan

Politiek Den Haag draait deze week de duimschroeven voor christelijke scholen verder aan. De ruimte om homoseksuele relaties af te wijzen wordt –voor zover die er nog was– langzaam maar zeker minder. De vrijheid van het individu gaat volgens de heersende meerderheid boven alles. In het slechtste geval blijft er geen keuzevrijheid meer over. Een analyse.

Gerard Vroegindeweij

2 March 2015 21:05Gewijzigd op 15 November 2020 17:04
Overheid wil homoemancipatie via onderwijs afdwingen. beeld RD, Henk Visscher
Overheid wil homoemancipatie via onderwijs afdwingen. beeld RD, Henk Visscher

Het was een klein maar tekenend moment tijdens de hoorzitting die de Tweede Kamer twee weken geleden hield over de inzet van ambassadeurs om onder meer homo-acceptatie in orthodoxe kringen te bevorderen. VVD-Kamerlid Van Ark vroeg COC-voorzitter Tanja Ineke of ze nog subsidie nodig heeft voor een of ander project.

De overheid moet bezuinigen; de VVD is tegen subsidies; het COC maakt al zeker 4,4 miljoen euro overheidssubsidie per jaar op en toch mag de homolobbyorganisatie nóg een wensenlijstje op tafel leggen.

Ineke maakte dankbaar gebruik van de VVD-voorzet. Ze wil graag meer geld voor projecten zodat jongeren gemakkelijker uit kunnen komen voor hun anders geaard zijn. Vast en zeker gaat de Kamer daar binnenkort voor zorgen.

Minister Bussemaker van Onderwijs, die politiek verantwoordelijk is voor het beleidsterrein homo-emancipatie, bracht tijdens de nieuwjaarsreceptie van het COC, ongeveer een maand geleden, ook al een cadeautje mee: een subsidie van 40.000 euro voor het Bob Angelofonds, dat kleinschalige initiatieven voor de acceptatie van lesbiennes, homo’s, biseksuelen en transgenders stimuleert.

De voorbeelden tonen aan hoe gedreven de overheid de emancipatie van homo’s en lesbiennes ter hand neemt. Én hoeveel invloed de homolobby heeft. Dat vertaalt zich regelmatig in wet- en regelgeving die christelijke instellingen en scholen in het hart raakt.

Deze week is politiek Den Haag er weer druk mee. De Eerste Kamer behandelt morgen de initiatiefwet van D66, VVD, PvdA, SP en GroenLinks om de enkelefeitconstructie uit de Algemene wet gelijke behandeling te halen. De uitzonderingsbepaling biedt scholen een kleine mogelijkheid om samenwonende homoseksuele leerkrachten te weren.

Wat houdt die enkelefeitconstructie ook alweer in? Het COC bracht het in een recent persbericht helder onder woorden: „Religieuze scholen mogen leraren volgens de enkele-feitconstructie weliswaar niet wegsturen op grond van het ”enkele feit” van hun seksuele voorkeur, maar wel op grond van zogenaamde ”bijkomende omstandigheden.” Zo ontsloeg een orthodox-gereformeerde basisschool in Oegstgeest met een beroep op dit wetsartikel docent Duran Renkema toen die een relatie kreeg met een man.” Overigens roept de homobelangenorganisatie in hetzelfde persbericht de Eerste Kamer vervolgens op om de initiatiefwet te aanvaarden.

De Tweede Kamer ging in mei vorig jaar akkoord met het schrappen van de uitzonderingsbepaling. Alleen ChristenUnie, SGP en het CDA-Kamerlid Geurts stemden tegen. Het ziet ernaar uit dat ook de Eerste Kamer de wet aanvaardt. Kennelijk zijn de constructieve gedoogpartners ChristenUnie en SGP niet in staat geweest om deze verslechtering voor het orthodoxe onderwijs tegen te houden.

Mensenrechten

Ook in de Tweede Kamer komt het onderwerp homo-emancipatie deze week uitgebreid aan de orde. De fracties debatteren donderdag in commissieverband over het onderwerp emancipatie. De kwestie staat op scherp nadat PvdA-Kamerlid Yücel vorig jaar december vroeg om de inzet van mensenrechtenambassadeurs om de acceptatie van homoseksualiteit onder orthodox-christelijken en moslims te bevorderen. Ze deed dat naar aanleiding van een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Daaruit bleek dat 80 procent van de orthodoxen niet van zins is om homoseksuele relaties goed te keuren.

Minister Bussemaker wil het idee van de mensenrechtenambassadeurs niet een-op-een overnemen, zo bleek uit een brief die ze enkele weken geleden naar de Tweede Kamer stuurde. Ze zoekt aansluiting bij een groep van 160 voorlichters die is opgeleid door het ministerie van Sociale Zaken om taboe-onderwerpen bij minderheden bespreekbaar te maken. Een van de onderwerpen die deze groep bespreekbaar moet maken, is homoseksualiteit.

De minister wil ook niet dat de voorlichters verplicht op scholen langskomen, zoals PvdA-Kamerlid Yücel bepleitte. Bussemaker vindt dat scholen en organisaties op vrijwillige basis een beroep moeten kunnen doen op de voorlichters.

Is daarmee het kwaad geweken? Geenzins. De parlementaire geschiedenis van de afgelopen twintig jaar toont aan dat de duimschroeven bij degenen die vinden dat het uitleven van homoseksualiteit zondig is, worden aangedraaid.

De uitzonderingsbepaling in de Algemene wet gelijke behandeling is daar een typisch voorbeeld van. In 1995 kwam deze onder druk van het CDA in de Algemene wet gelijke behandeling. Ze moest orthodoxe scholen een klein beetje ruimte bieden om naar hun overtuiging te kunnen handelen. Nu, twintig jaar later, gaat de uitzonderingsbepaling eruit. Zo neemt de druk op het personeels- en het toelatingsbeleid toe en wordt de rechtsbescherming minder.

Trouwambtenaar

Een ander voorbeeld is de gang van zaken rond de gewetensbezwaarde trouwambtenaren. Bij de aanvaarding van het homohuwelijk stelden vrijwel alle partijen dat er uiteraard ruimte moest zijn voor trouwambtenaren die alleen huwelijken tussen mannen en vrouwen wilden sluiten. Vijftien jaar later is die ruimte danig ingesnoerd.

Ook bij de onderwijsinhoud draait de overheid de duimschroeven langzaam maar zeker aan. Anderhalf jaar geleden besloot de Tweede Kamer tot aanscherping van de kerndoelen; dat zijn de leerdoelen voor de onderwijsinstellingen. Scholen zijn nu verplicht om aandacht te geven aan seksuele diversiteit. Hoewel niet precies is voorgeschreven wat de scholen moeten leren, is het uitgangspunt helder. De lessen moeten de emancipatie van homoseksualiteit bevorderen. Dat is een onderwijsinhoudelijk doel. De onderwijsinspectie zal er binnenkort op gaan controleren.

PvdA-Kamerlid Yücel zei enkele weken geleden in deze krant dat scholen die verschillende visies op homoseksualiteit naar voren brengen en daarna wijzen op de afkeuring in de Bijbel van homoseksuele relaties, niet handelen in de geest van de aangescherpte kerndoelen. Het moet gaan om acceptatie en emancipatie. Er hoeft niet zo heel veel te gebeuren of een dergelijke opvatting is zomaar gemeengoed in politiek Den Haag.

Respect

Het volgende onderwerp waarbij in de toekomst zomaar de duimschroeven aangedraaid kunnen worden, is de omgang van orthodoxe scholen met jongeren die anders geaard zijn. De bestuurder van de koepel van reformatorische scholen Moens legde het tijdens de hoorzitting helder uit. De kern van zijn betoog was: We gaan met respect om met leerlingen die zijn gericht op mensen van hetzelfde geslacht en scholen willen met de betrokken jongeren in gesprek blijven, ook al keren zij zich af van de visie die de school heeft op homoseksualiteit.

In alle vriendelijkheid bracht de voorzitter van het COC toen naar voren dat er wat haar betreft op refoscholen per definitie géén respect bestaat voor jongeren die gevoelens voor iemand van hetzelfde geslacht hebben. Ze wees erop dat in de identiteitsverklaring van de scholen staat dat seksualiteit iets is tussen man en vrouw binnen het huwelijk. Ineke: „Als een meisje lesbische gevoelens krijgt en ze hoort dit, dan is dat niet respectvol.” Er was tijdens de hoorzitting geen politicus die het COC op dit punt tegensprak.

Het lijkt erop dat ook vanuit de regering de toon scherper wordt. Vorig jaar maakte minister Plasterk van Binnenlandse Zaken, die in een vorig kabinet minister van Onderwijs was, een compliment aan reformatorische scholen over de ontwikkeling die daar plaatsvond. In een Kamerdebat onderscheidde hij drie fases in emancipatie. De eerste stap is erkenning dat homo’s in iedere kring voorkomen. De tweede: homoseksuele gerichtheid is een persoonskenmerk. De derde: Wat mogen mensen doen in relaties? Het reformatorisch onderwijs heeft de eerste twee stappen gezet en ten aanzien van de derde hebben ze vrijheid om te leren wat ze vinden, aldus Plasterk.

De huidige minister van Onderwijs, Bussemaker, erkende enkele weken geleden naar aanleiding van de onrust over de homo-ambassadeurs dat ze niet verplicht zijn voor scholen en dat ze ook niet verwacht dat iemand die meevaart met de Gay Pride in de Amsterdamse grachten op reformatorische scholen homoseksualiteit bespreekbaar gaat maken.

Daartegenover stond de paternalistische en bijna arrogante reactie van minister Asscher van Sociale Zaken –die verantwoordelijk is voor het emancipatiedossier in zijn geheel– toen hij hoorde van het verzet in ChristenUnie- en SGP-kring tegen de inzet van mensenrechtenambassadeurs: „De kritiek vanuit de CU en de SGP laat zien hoe hard deze mensen nodig zijn.”

Vrijheid boven alles

De vrijheid van het individu gaat volgens de heersende meerderheid boven alles. „Vrijheid van vereniging kan en mag geen vrijbrief zijn voor inperking van vrijheden van een individu”, zo stelt PvdA-Kamerlid Yücel. En ze is niet de enige. Het individu is voor de meeste seculiere partijen de maat van alle dingen.

De gevolgen van dit denken zijn ingrijpend. Daarmee wordt namelijk het collectieve aspect van de godsdienstvrijheid tot een farce gemaakt. De vrijheid van godsdienst is niet alleen een vrijheid voor het individu, maar ook de vrijheid van een groep om gezamenlijk het geloof te belijden en zelfs uit te dragen. In het jongste nummer van RMU.NU fileert mr. Mirjam Bikker, kandidaat-senator voor de ChristenUnie, de gevolgen van het individualisme voor de klassieke vrijheid van godsdienst. Als individuele keuzevrijheid altijd vooropstaat „wordt uiteindelijk het collectieve aspect van een religie onmogelijk gemaakt.” Haar conclusie: „Als individuele wensen binnen een gemeenschap altijd voorrang krijgen, valt uiteindelijk elk collectief uiteen. Paradoxaal genoeg wordt zo de keuzevrijheid van het individu onmogelijk gemaakt. Je kunt niet meer kiezen voor een orthodoxe geloofsgemeenschap.” Uiteraard gaat deze redenering ook op voor de vrijheid van onderwijs.

Bij gebrek aan kennis en invoelingsvermogen vanuit de historie en de rol van de religie daarbinnen is er kennelijk niets anders te verwachten van de seculiere partijen. Religie speelt nauwelijks meer een rol in hun denken. Het was onthutsend dat de VVD’er Van Ark tijdens de hoorzitting over mensenrechtenambassadeurs, over religie niets meer naar voren wist te brengen dan een citaat van een hoogleraar die ze niet nader noemde: „Religie is net een spijker: Hoe harder je erop slaat, hoe vaster hij komt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer