Kans op confrontatie tussen Israël en Hezbollah
JERUZALEM. De laatste paar dagen lijkt de situatie aan de noordgrens van Israël te veranderen. Sinds de oorlog met Hezbollah in 2006 was die grens heel stabiel. Er is dus iets veranderd.
De huidige ronde van escalaties begon vorige week zondag, toen Israël volgens de internationale media een raket afschoot bij Quneitra in Syrië op militairen van het Hezbollahleger en het Iraanse leger.
Daarbij kwamen zes Libanese Hezbollahstrijders en zes Iraanse militairen om. Onder de slachtoffers waren Jihad Mughniyeh, de zoon van Hezbollahtopman Imad Mughniyeh die in 2008 bij een bomaanslag het leven verloor, en een aantal Iraanse militairen, onder wie generaal Mohammed Ali Allah-Dadi van de Iraanse Revolutionaire Garde.
Hezbollah zwoer wraak. Dinsdag werden er al twee raketten op de Golanhoogte afgeschoten. Maar de echte vergelding kwam pas woensdag, toen bij het dorp Ghajar dicht bij de grens van Libanon twee ongepantserde militaire auto’s werden geraakt. Twee soldaten verloren het leven en zeven er raakten gewond.
Voor Israël vormt Hezbollahsleger een groot gevaar, omdat dat over tienduizenden raketten beschikt die grote delen van Israël kunnen bereiken. Maar woensdagavond leken de meeste Israëlische commentatoren van mening te zijn dat Israël en Hezbollah op dit ogenblik in elk geval geen escalatie willen.
Syrië staat niet alleen in de burgeroorlog tegenover de soennieten. Integendeel, het heeft krachtige bondgenoten in het sjiitische Iran, het Libanese Hezbollahleger en Rusland. Hezbollah heeft de handen vol aan het geven van steun aan het regime van de Syrische president Bashar al-Assad.
Iran probeert bovendien een sjiitische as op te richten die van Iran door het zuiden van Irak en Syrië naar Libanon loopt. Ook zijn de sjiieten er nu in geslaagd hun invloed te vergroten in Jemen, waar de sjiitische Huthi’s de afgelopen dagen de macht lijken te hebben overgenomen. De sjiieten kunnen ook rekenen op steun van Poetin. Rusland heeft een marinehaven in Tartus in Syrië.
Israël probeert buiten de oorlog tussen de sjiieten en de soennieten te blijven, maar dat lukt niet altijd. Sinds de burgeroorlog in Syrië vliegt er af en toe een granaat de grens over.
Syrië heeft in de afgelopen tientallen jaren de grens met Israël op de Golanhoogte rustig gehouden. Als Syrië Israël aan wilde vallen, gebeurde dat door zijn bondgenoten in Libanon. Allah-Dadi zou in Syrië geweest zijn om het regime van Assad te helpen in de burgeroorlog tegen de rebellen van het soennitische al-Nusrafront, dat verbonden is met al-Qaida. Maar volgens prof. Efraim Inbar, de directeur van het BESA-centrum voor Strategische Studies van de Bar-Ilan Universiteit, ging het daar niet om.
„Er is sprake van een verandering in de status-quo”, zegt Inbar. „We hebben ontdekt dat Hezbollah en Iran proberen een nieuw gezamenlijk front op te richten. Israël is niet bereid een nieuw front te accepteren op de Golanhoogte. Dit heeft onze houding tegenover het regime-Assad veranderd.”
Tot voor kort was het in Israëls belang om Assad aan de macht te houden. Een confrontatie is mogelijk als Assad echter de aandacht van zijn eigen burgeroorlog wil afleiden.