Bodegraven: eens maar nooit weer of een voorbeeld?
DEN HAAG. Een kleine verruiming van de zondagsopening toestaan, om zo een veel grotere aantasting van de koopzondag te voorkomen, is dat nu een verbetering of een verslechtering?
Over die vraag zal de SGP zich de komende periode moeten buigen nadat woensdagavond door SGP-raadsleden in Bodegraven-Reeuwijk werd ingestemd met een collegevoorstel dat de koopzondag voor alle plaatselijke supermarkten vrijgeeft.
Het voorstel, dat werd gesteund door SGP-wethouder J. L. Van den Heuvel, was een uitwerking van de afspraak in het coalitieakkoord van Burgerbelangen, CDA, SGP en CU om een behoefte-inventarisatie uit te voeren onder plaatselijke supers, waarvan er nu nog slechts twee op zondag hun deuren mogen openen. Uit de inventarisatie bleek echter dat veel meer supermarkten dit willen.
Woensdag moest de plaatselijke SGP-fractie over het collegevoorstel haar oordeel vellen. Om te vragen hoe het daarmee stond, trok het SGP-hoofdbestuur de afgelopen weken meermaals bij de SGP’ers in Bodegraven aan de bel.
In een, zij het omfloerste poging de fractie te bewegen het voorstel te verwerpen, stelde SGP-partijvoorzitter Van Leeuwen maandag in een interview in deze krant dat SGP-raadsleden uiterst behoedzaam dienen te opereren bij een principieel punt als de zondagsrust.
Over hoe je daar dan exact mee om moet gaan, schetste hij een drieslag: 1. Als het even kan: minder koopzondagen. 2. Als dat niet lukt: minimaal gaan voor handhaving van de bestaande situatie. 3. In ieder geval nóóit akkoord gaan met een verslechtering.
Het dragen van verantwoordelijkheid gaat volgens de SGP-partijvoorzitter immers niet boven alles. „De SGP wil graag meebesturen, maar niet ten koste van onze politieke geloofwaardigheid. In het uiterste geval moet de partij geen wethouders leveren.”
De boodschap kwam bij SGP-wethouder Van den Heuvel niet echt over. „Ken partijvoorzitter Van Leeuwen als belijnd en helder, maar kan geen kaas maken van zijn uitspraken”, twitterde die kort na verschijning van het interview met de partijvoorzitter.
In de fractie leidde de discussie de afgelopen dagen tot een moeilijke afweging, waarbij twee van de drie SGP-gemeenteraadsleden het voorstel woensdagavond uiteindelijk steunden en één, fractieleider Van der Smit, niet.
Omdat volgens Van der Smit veel SGP-fracties worstelen met soortgelijke afwegingen als in Bodegraven, of daarmee te maken gaan krijgen, riep hij vorige week al op tot een „open discussie” binnen de partij over hoe een keuze zoals gemaakt in Bodegraven moet worden gewaardeerd.
Een keuze die, zo stellen betrokkenen, feitelijk wel gezien kan worden als een verruiming van de bestaande situatie, maar toch vooral bedoeld is om een nog veel verdergaande aantasting van de rustdag (een royale raadsmeerderheid in Bodegraven-Reeuwijk wil méér koopzondagen) te voorkomen.
Anders geformuleerd: is het steunen van een kleine verruiming om een groter kwaad te weren nu te scharen onder nummertje 1 of toch nummer 3 van Van Leeuwens drieslag?
Ondanks zijn tegenstem is dit ook voor Van der Smit nog geen uitgemaakte zaak. Na afloop van de raadsvergadering van woensdag stelde hij het te zullen betreuren als de door hem bepleite partijdiscussie, die gepland staat voor begin 2015, „de richting op gaat van: „je weet wat er staat in het vierde gebod.” Daarmee versimpel je volgens hem „de werkelijkheid”, met als gevolg dat SGP’ers „nauwelijks nog” bestuurlijke verantwoordelijkheid kunnen dragen. „En dan denk ik: We doen toch niet mee om slechts af en toe onze mening te laten horen? Maar toch omdat we ons op veel meer terreinen willen inzetten om de samenleving te ordenen?”
Of de casus Bodegraven moet worden gezien als “eens maar nooit weer” binnen de SGP is niet alleen voor de partij zelf van belang. In veel gemeenten zullen concurrerende fracties het debat volgen, zeker na de opmars dit jaar van de koopzondag als ”vrije kwestie” in onder meer Dordrecht, waar de gecombineerde CU/SGP-fractie zitting nam in een college waarvan de coalitiepartners met steun van de oppositie de koopzondag vrijgaven.
Als de partijtop íéts lijkt te willen vermijden, dan is dat wel een groeiende druk om ook elders deze voorbeelden te volgen.