Binnenland

Nabestaanden MH17 uitgeput, maar ook veerkrachtig

Met raad en daad staat ze nabestaanden van slachtoffers van de vliegramp met vlucht MH17 terzijde. Mariëtte van Eck (55), casemanager bij Slachtofferhulp Nederland: „Verdriet kan te groot zijn om in één keer te bevatten.”

J. Visscher

5 November 2014 21:03Gewijzigd op 15 November 2020 14:08
Smeulende brokstukken van de neergestorte MH17 in het oosten van Oekraïne, 17 juli dit jaar. beeld AFP
Smeulende brokstukken van de neergestorte MH17 in het oosten van Oekraïne, 17 juli dit jaar. beeld AFP

Vier kisten, voor in de kerk. Een compleet gezin. Weggerukt. Omgekomen toen op 17 juli 2014 de Boeing 777 van vlucht MH17 in Oost-Oekraïne neerstortte.

Mariëtte van Eck zag de vier kisten tijdens een uitvaartdienst. „Weliswaar heb ik geen persoonlijke band met nabestaanden, maar toch raakt het mij hoe ze lijden. Als het leed me niets zou doen, moest ik meteen stoppen met mijn werk voor slachtoffers”, vertelt ze in het in Utrecht gevestigde landelijk kantoor van Slachtofferhulp Nederland.

Chaos

Van Eck, sinds 2,5 jaar casemanager, biedt hulp aan zeven groepen nabestaanden die getroffen zijn door het MH17-drama. In twee zaken gaat het om complete gezinnen (van elk vier personen) die in het vliegtuig zaten, in de vijf andere gevallen betreft het telkens één omgekomen passagier.

Van Eck bezocht nabestaanden een ruime week na de ramp voor het eerst. „Ik zag ongeloof, verdoving, wanhoop, chaos. Mensen vragen zich af: Zat mijn geliefde écht in het vliegtuig? Ze hopen tegen beter weten in.”

Ze probeerde in de eerste weken vooral stress bij mensen te verminderen en een luisterend oor te bieden. „Nabestaanden willen hun verhaal kwijt. Mensen ontdekten rouwgevoelens bij zichzelf die ze nooit hebben gekend. Sommigen raakten door verdriet en wanhoop zo in de war dat ze bang waren gek te worden. Ik vertelde dat dat normale reacties zijn op zo’n heftige gebeurtenis. Mensen kunnen hun geliefde nooit meer knuffelen of horen; de slachtoffers zullen nooit meer bij een huwelijk of geboorte in familiekring zijn.”

Belangrijk is dat achterblijvers zo snel mogelijk weer ritme in hun leven proberen te krijgen, benadrukt Van Eck, die meer dan tien jaar actief is in rouwbegeleiding. „Het systeem van mensen is helemaal ontregeld. Sommigen waren zo van slag dat ze vergaten te eten. Anderen hadden hun werkgever nog niet ingelicht. Ik wees erop dat het goed is om de dagelijkse dingen weer op te pakken. Blijf niet tot twaalf uur op bed liggen, maak een wandelingetje, zorg dat er eten op tafel staat en de was wordt gedaan.”

Woede

Het bijzondere karakter van de vliegramp bemoeilijkt de verwerking van het leed, merkt Van Eck. Vlucht MH17 stortte neer in oorlogsgebied, waar pro-Russische separatisten en Oekraïense soldaten elkaar bevechten. „Nabestaanden zitten in een uitzonderlijke situatie. Het is ingrijpend als bijvoorbeeld je moeder, je zoon of zelfs een compleet gezin uit de lucht wordt geschoten. Begrijpelijkerwijs zijn er razernij, woede en boosheid. Nabestaanden zijn als het ware onderdeel van een internationaal, politiek conflict waar ze niets mee te maken hebben. Zeker de eerste weken was er veel machteloosheid. Mensen wisten niet of ze de lichamen van hun dierbaren nog zouden zien. En nog altijd zijn enkele slachtoffers niet geïdentificeerd.”

De casemanager werkt samen met familierechercheurs. „Ze bellen me bijvoorbeeld om te melden dat ze familie gaan vertellen dat hun dierbare is geïdentificeerd. Wanneer de rechercheurs merken dat nabestaanden in een dal zitten, schakelen ze mij in.”

Van Eck begeleidde nabestaanden bij hun gang naar het mortuarium in Hilversum, waar de overdracht van het lichaam van hun dierbare(n) plaatsvond. „Samen met de familierechercheur deed ik op uitdrukkelijk verzoek van nabestaanden een schouw, om daarna aan hen te kunnen vertellen hoe hun dierbare eruitzag. Dat is niet het fijnste onderdeel van mijn werk. Sommige nabestaanden wilden niet kijken, dat vonden ze te zwaar. Anderen wilden juist wel hun geliefde zien.

Het beste is als mensen in zulke situaties hun gevoel volgen. Nabestaanden die het lichaam hebben bekeken, kregen daar geen spijt van. In Hilversum konden mensen ook na de ramp gemaakte foto’s van hun geliefden zien. Dat waren vaak heftige afbeeldingen. Mensen zeiden: „Ik weet nu zeker dat hij in Nederland is. Hij is het écht.” Ik was getroffen door het diepe verdriet. Ik sta met lege handen, ik kan mensen hun dierbaren niet teruggeven.”

Maatwerk

De frequentie van de huisbezoeken aan nabestaanden verschilt. „Het is maatwerk. Bij de een kom ik twee tot drie keer per week. In een ander geval heb ik sinds de ramp nog maar twee keer een bezoek gebracht. Nabestaanden bepalen dat zelf.”

Van Eck wil ervoor waken allerlei adviezen te geven over hoe mensen hun verdriet zouden moeten verwerken. „Ik kom nabestaanden tegen die hun pijn verdringen en keihard gaan werken. Ik bepaal niet of dat goed of fout is. Je zult in één klap vier familieleden verliezen. Verdriet kan te groot zijn om het in één keer te bevatten.”

Nabestaanden zijn verschillend bezig met de toedracht van de ramp. „Natuurlijk wil iedereen weten hoe dit kon gebeuren. Ik ontmoet mensen die alles willen weten. Ze zoeken naar antwoord op de vraag waarom de ene vliegtuigmaatschappij wel en de andere niet over Oekraïne vloog. Ze speuren op internet naar informatie over de geschiedenis van Oekraïne en het conflict met de pro-Russische separatisten. Anderen zetten juist de televisie uit als de MH17-ramp aan de orde komt. Wie ben ik om daar wat van te vinden? Mensen moeten daarin zelf hun keuzes maken. Alleen als ik merk dat bijvoorbeeld iemands speurtocht op internet ertoe leidt dat hij nauwelijks slaapt en eet, ga ik daarover in gesprek.”

Boete

Ook bij praktische zaken probeert de casemanager van Slachtofferhulp Nederland nabestaanden te helpen. „Denk aan het invullen van allerlei formulieren of het helpen bij uitzoekwerk rond de hypotheek van het slachtoffer. In sommige gevallen heb ik ook zelf naar instanties gebeld; bijvoorbeeld als een boete van een slachtoffer nog openstond.

Ook wijs ik nabestaanden op de consequenties van sommige handelingen, zoals het gebruiken van een auto van een slachtoffer. Daardoor aanvaarden nabestaanden mogelijk al juridisch de nalatenschap, zonder dat ze dit weten en willen. Ik ben geen jurist, maar kan met dit soort vragen van nabestaanden terecht bij het Kenniscentrum Juridische Zaken van Slachtofferhulp Nederland.”

Van frustratie bij nabestaanden over het optreden van de Nederlandse autoriteiten zegt Van Eck nauwelijks iets te hebben gemerkt. „Ik heb niemand gehoord over de opmerking van premier Rutte dat de onderste steen boven moet komen. In de gesprekken gaat het bijna niet over dat soort zaken. Wat er ook wordt onderzocht, mensen krijgen er hun dierbaren niet mee terug.

Dat de Nederlandse repatriëringsmissie in Oekraïne door de oorlogssituatie maar zeer beperkt toegang had tot de rampplek kunnen nabestaanden goed begrijpen. Ze willen niet dat er nog meer doden vallen. Over algemeen zijn mensen tevreden over het optreden van de Nederlandse regering. Waardering is er zeker voor de mensen van het Landelijk Team Forensische Opsporing, die in Hilversum al die lichamen en lichaamsdelen moeten identificeren.”

Zuurstofkapje

Als media berichten over de ramp met vlucht MH17, kan dat tot onrust leiden onder nabestaanden. „Toen toenmalig minister Timmermans van Buitenlandse Zaken op televisie een opmerking maakte over een zuurstofkapje bij een van de slachtoffers, veroorzaakte dat onrust en verwarring. Ik werd de volgende morgen door verschillende nabestaanden gebeld. Ze vragen zich af of hun dierbaren in paniek zijn geweest.”

De dag van nationale rouw op 23 juli en ook lokale herdenkingen vielen bij nabestaanden in goede aarde, merkte Van Eck. „Nederland rouwde mee. Nabestaanden zijn blij met het respect en het ceremonieel dat is betoond toen bijvoorbeeld op Vliegbasis Eindhoven de eerste kisten met slachtoffers arriveerden. Ze konden in gesprek met de dragers van de kisten en mochten in de laadruimte van de vliegtuigen kijken. Zelf was ik bij een herdenking in Den Haag. Het was goed dat daar de namen van slachtoffers werden voorgelezen. Dat is belangrijk.”

In enkele gevallen merkte Van Eck dat nabestaanden steun vinden in hun geloof. „Ik woonde op verzoek van nabestaanden bijvoorbeeld een kerkelijke uitvaart bij. Ook hoorde ik van moslims die honderd dagen na de ramp een gebedsdienst hielden. Mensen vonden steun in dat soort dingen.”

Ruim twee maanden geleden zeiden twee nabestaanden uit Alblasserdam in deze krant de daders achter de aanslag op MH17 te vergeven. Kwam Van Eck zo’n houding ook tegen onder de nabestaanden die zij begeleidde? „Nee, dat heb ik niet gemerkt. Voor vergeving lijkt het me ook veel te vroeg. Mensen geven wel aan: „Ik ga geen wraakgevoelens koesteren, dat kost me te veel energie.””

Spanning

Nabestaanden zijn momenteel vaak „erg moe”, signaleert Van Eck. „Als een slachtoffer nog niet is geïdentificeerd, bouwt de spanning zich op. Vaak wekenlang. Na de identificatie en de uitvaart voelen mensen zich uitgeput.”

Tegelijk is ze onder de indruk van de „veerkracht” bij de achterblijvers. „Ze proberen voorzichtig weer plannen te maken, gaan naar school of naar hun werk. Ze krijgen weer oog voor mooie dingen. Zo wees iemand me op de prachtige herfstbladeren.”

Familieleden vinden het belangrijk om persoonlijke voorwerpen van de slachtoffers te krijgen. „Denk aan een telefoon of een koffer. Nabestaanden hebben die spullen nu nog niet. Hopelijk kunnen de eerste spullen vanaf december worden teruggegeven aan nabestaanden. Zorgvuldigheid is geboden. De voorwerpen moeten onder meer onderzocht worden op giftige stoffen.”

Menig nabestaande wil ooit afreizen naar de plaats waar het vliegtuig is neergestort. „Mensen willen weten waar hun geliefden de laatste seconden van hun leven hebben doorgebracht. Daar kunnen dan bloemen worden gelegd.”

Zeker de komende anderhalf jaar houdt Van Eck contact met de nabestaanden die ze begeleidt. „Ze mogen zelf aangeven hoe vaak ik op huisbezoek moet komen. Van het grootste belang is dat ze kunnen terugvallen op familie en vrienden. Die zijn honderd keer belangrijker dan ik.”


Herdenking vliegramp MH17

In de RAI in Amsterdam is komende maandag de nationale herdenking van de ramp met vlucht MH17 in Oost-Oekraïne. Bij de ramp kwamen alle 298 inzittenden om, onder wie 196 Nederlanders. Justitie en de Onderzoeksraad Voor Veiligheid speuren naar de oorzaak van de tragedie en naar de daders. Het lijkt erop dat pro-Russische separatisten per ongeluk met een raket het toestel hebben neergehaald, maar sluitend bewijs is daarvoor kennelijk (nog) niet.

Slachtofferhulp Nederland is nauw betrokken bij de opvang van MH17-nabestaanden en andere direct betrokkenen. Er zijn 26 zogeheten casemanagers (zaakbehartigers) actief. Zij bezoeken familieleden van slachtoffers aan huis en bieden psychosociale, praktische en juridische hulp. De casemanagers hebben contact met nabestaanden van 178 Nederlandse slachtoffers. Daarnaast verlenen ze bijstand aan Nederlandse nabestaanden van 24 slachtoffers met een buitenlandse nationaliteit. Slachtofferhulp Nederland biedt verder nog hulp aan 115 mensen die wat „verder afstaan” van de MH17-slachtoffers, zoals collega’s en medescholieren.

Op deze pagina het verhaal van casemanager Mariëtte van Eck.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer