Pianowerken Liszt vragen om vertelkunst
Virtuoos en intiem, duister en religieus; de muziek van Franz Liszt kent veel gezichten. Die in noten verklankte werelden vragen om een doordachte aanpak en een persoonlijke inbreng. Vanaf maandag 27 oktober laten de deelnemers van het tiende Internationaal Franz Liszt Pianoconcours in Utrecht hun versie horen. Wouter Bergenhuizen is een van hen: „Zonder vertelkunst komt Liszt niet tot leven.”
Leent één componist zich voor een internationaal pianoconcours? Wouter Bergenhuizen (1988) uit Maastricht vindt van wel. Hij treedt eind oktober in muziekcentrum TivoliVredenburg in Utrecht aan voor de kwartfinale. Samen met 22 andere pianisten uit de hele wereld, onder wie de andere Nederlander Mengjie Han.
Bergenhuizen typeert Liszt als een man met veel gezichten. „In zijn jonge jaren was hij een gevierd virtuoos. In die tijd componeerde hij meesterlijke werken, waarmee hij in salons de show kon stelen. De latere werken bevatten daarentegen soms weinig noten en klinken intiem. Liszts oeuvre is gevarieerd. Composities klinken licht of duister, soms bijna depressief, en bevatten de nodige religieuze elementen. Regelmatig gebruikt Liszt flarden zigeunermuziek.”
De kwartfinalist komt uit een muzikale familie. Zijn vader is fagottist in de philharmonie zuidnederland. Zijn moeder, een klarinettiste, geeft les, terwijl zijn zus viool studeert. Bergenhuizen studeerde piano bij Jan Wijn aan het Conservatorium van Amsterdam. Tegenwoordig doceert hij zelf twee dagen per week piano aan dit instituut. Daarnaast geeft hij concerten.
Bergenhuizen is geen concourtijger. Hij nam eerder deel aan enkele „kleinere” nationale concoursen, zoals het Prinses Christina Concours en het concours van de Young Pianist Foundation. Utrecht, dat volgens hem internationaal hoog staat aangeschreven, wordt zijn eerste internationale wedstrijd. „De organisatie van het Lisztconcours biedt finalisten veel kansen om een carrière op te bouwen. Het winnen van veel andere concoursen blijft beperkt tot het in ontvangst nemen van een geldbedrag. Zo’n prijs staat natuurlijk mooi op je cv, maar ik vraag mij af of je er op de lange termijn iets aan hebt.”
De Maastrichtse pianist noemt de pianowedstrijd een eerlijk concours. „Veel stukken waaruit deelnemers kunnen kiezen, behoren tot de minder bekende werken van de componist. Zo had ik driekwart van de composities nog nooit gestudeerd. Dit geldt, denk ik, voor iedereen. Voor alle deelnemers is het vertrekpunt dus gelijk en zal het instuderen van de gevraagde werken een race tegen de klok zijn. Bij andere wedstrijden komt het voor dat iemand hoge ogen gooit met enkele stukken die hij al tien jaar speelt.
Een pluspunt van Utrecht is verder dat er muziek van één componist klinkt. Dit maakt het makkelijker om deelnemers met elkaar te vergelijken. Ten slotte vragen de werken van Liszt niet alleen technische perfectie, maar ook een grote mate van muzikaliteit.”
Hebt u altijd een zwak voor Liszt gehad?
„Die liefde is gegroeid. Een van mijn pianodocenten, Marjès Benoist, houdt erg van Liszt en liet mij de nodige composities van hem spelen. In 2008 en 2009 studeerde ik aan de Franz Liszt Academie in Boedapest. Na mijn terugkomst in Nederland vroegen veel concertorganisatoren of ik ten minste één werk van Liszt op mijn programma wilde zetten. Daardoor ben ik steeds meer van deze componist gaan spelen en steeds meer van hem gaan houden.”
Wat vraagt Liszt van een speler?
„Veel componisten schreven muziek die sterk is van zichzelf. Een uitvoerder hoeft weinig aan dergelijke werken toe te voegen. Bij Liszt ligt dit compleet anders. Zijn muziek klinkt adembenemend of leeg, afhankelijk van de voordracht van de speler. Om zijn werken interessant te maken, moet een uitvoerende goed nadenken over zijn muzikale keuzes en veel van zichzelf in de interpretatie leggen. Een aansprekende uitvoering is dus sterk persoonlijk gekleurd.
Liszt schreef veel programmatische muziek, werken waar een verhaal achter zit. Dat vraagt om vertelkunst. Zijn uitgever drukte bij de partituur vaak de inspiratiebron van een werk af, een gedicht of een afbeelding van de omgeving waar de componist verbleef. Zo speel ik tijdens het concours een stuk over de waterspelen bij Villa d’Este. Om deze Italiaanse villa lag een tuin met fonteinen. Het is mijn taak luisteraars als het ware mee te nemen voor een wandeling door die tuin. Daarbij laat ik mijn fantasie de vrije loop.”
Concourswinnaar Martijn van den Hoek sloot zich in 1986 zes maanden af van de buitenwereld. Hoe bereidt u zich voor?
„Ik kan mijzelf vanwege les- en concertverplichtingen geen halfjaar opsluiten. Desondanks zit ik wel in een soort tunnel richting het concours. Zo heb ik de hele zomervakantie aan één stuk doorgewerkt. De werken die ik heb voorbereid, omspannen opgeteld tweeënhalf uur. Ze stellen technisch gezien hoge eisen, maar dit mag tijdens het concours niet hoorbaar zijn. De muziek moet dan verfijnd klinken.”
Waarin verschilt een concours van een concert?
„Een fout spelen tijdens een concert is jammer, maar niet dramatisch. Bij een concours kan dit echter wel gevolgen hebben. Het is de kunst om bij een concours niet te denken aan dingen die fout kunnen gaan maar zo vrij mogelijk te spelen.”
Welk concoursstuk ligt u het meest na aan het hart?
„”Les jeux d’eaux à la Villa d’Este” uit 1874. Een vooruitstrevend, impressionistisch getint stuk waarin de wereld van de 20e-eeuwers Debussy en Ravel al doorklinkt. Liszt beeldt de fonteinen en het water in de tuin van de villa fraai uit. Water is bij hem een metafoor voor religie. In maat 144 vraagt hij aandacht voor Johannes 4:14. Daarin zegt Jezus tegen de Samaritaanse vrouw dat wie gedronken heeft van het water dat Hij geeft in eeuwigheid geen dorst zal hebben. Zo’n diepere laag vind ik fascinerend.”
Tiende Lisztconcours
Het eerste Internationaal Franz Liszt Pianoconcours werd in 1986 georganiseerd ter gelegenheid van de honderdste sterfdag van deze componist. Vanwege het succes besloten de initiatiefnemers de wedstrijd voor pianisten tussen de 17 en de 29 jaar elke drie jaar te houden. De Nederlander Martijn van den Hoek schreef het eerste concours op zijn naam. In 1989 en 2005 sleepten respectievelijk de Nederlanders Wibi Soerjadi en Christiaan Kuyvenhoven de derde prijs in de wacht.
De tiende editie van het concours speelt zich af in TivoliVredenburg in hartje Utrecht. Na voorrondes in New York, Utrecht, Moskou en Peking bleven 23 van de 59 kandidaten over. Onder de kwartfinalisten, zestien mannen en zeven vrouwen, bevinden zich twee Nederlanders, Wouter Bergenhuizen en Mengjie Han, en de Italiaans-Nederlandse pianiste Saskia Giorgini. Wat opvalt, is dat Oost-Europa ruim is vertegenwoordigd met vier spelers uit Rusland, twee uit Oekraïne, één uit Bulgarije en één uit Hongarije.
De kwartfinales van de tiende editie beginnen 27 oktober. Maximaal negen kandidaten gaan door naar de halve finale. Op 6 november vindt de finale met solospel plaats. Op 8 november treden de drie finalisten met het Radio Filharmonisch Orkest op.
Prijswinnaars krijgen niet alleen een flinke zak geld, respectievelijk 20.000, 12.500 en 7500 euro, maar mogen ook deelnemen aan het zogeheten Career Development Programme. Dit programma wil de pianisten de „best mogelijke” ondersteuning bieden op professioneel en artistiek gebied. Drie jaar lang ondersteunt de organisatie van het Lisztconcours hen in Nederland en daarbuiten als concertmanager. Daarnaast omvat het programma onder andere de release van een cd en de realisatie van een website, mediatraining en ondersteuning bij de presentatie. Zo hebben de drie prijswinnaars van het concours in 2011 ruim 150 concerten gegeven in meer dan 25 landen.
Hoe is het de eersteprijswinnaars van Utrecht vergaan? Een willekeurige greep. Martijn van den Hoek (winnaar 1986) geeft op zijn site aan dat het winnen van Utrecht en het behalen van de Nederlandse Muziekprijs in 1987 voor hem de weg opende naar een wereldwijde concertpraktijk. Hij doceerde lange tijd in Wenen en momenteel in Utrecht.
Igor Roma nam deel aan talrijke concoursen. Het valt op dat hij veruit de meeste plek inruimt voor het winnen van het Lisztconcours in 1996. Die prijs markeert in zijn ogen de start van „succesvolle carrière.”
Vitaly Pisarenko (2008) en Masataka Goto (2011) vermelden op de homepage van hun site prominent dat ze Utrecht wonnen. Pisarenko’s concerten bleven niet beperkt tot de optredens die voor winnaars van het Lisztconcours geregeld worden. Hij liet daarna zijn gezicht veelvuldig op verschillende continenten zien. Goto is inmiddels pianodocent op de Showa Graduate School of Music in zijn geboorteland Japan.
Bejubeld pianist
Franz Liszt (1811-1886) wordt al op jeugdige leeftijd bejubeld als de grootste pianist van zijn tijd. Hij beschikt over onbegrensde technische mogelijkheden en reist door heel Europa, tot diep in Rusland toe. Vanaf 1848 concentreert hij zich op het dirigeren en componeren. Pianospelen doet hij nog incidenteel en veelal voor goede doeleinden.
Liszt componeert een omvangrijke oeuvre, dat bestaat uit pianowerken, koorwerken, liederen en orkestmuziek. Daaronder bevindt zich een groot aantal transcripties en arrangementen van eigen en andermans werken. De pianocomposities vormen de kern van Liszts nalatenschap. De meeste ervan stellen hoge technische eisen aan de speler. Beroemd zijn onder meer de Consolations, de Liebesträume, de Hongaarse Rhapsodieën en de Etudes d’exécution transcendante.