Prof. Sauer: Vrijheid van godsdienst is fundamenteel recht voor iedereen
De vrijheid van godsdienst staat steeds meer onder druk, al moeten we op onze hoede zijn voor overdreven getallen en niet te snel van vervolging spreken, zegt prof. dr. Christof Sauer. „Het recht op godsdienstvrijheid geldt voor alle religies, ook atheïsten, zij die geen religie hebben.”
Prof. Sauer timmert wereldwijd flink aan de weg en is een gezien figuur bij internationale beraadslagingen over vrijheid van godsdienst en christenvervolging. Zijn International Institute for Religious Freedom (IIRF) in Kaapstad is gelieerd aan de World Evangelical Alliance (WEA), die ook intensief samenwerkt met de Wereldraad van Kerken. Beide organisaties zijn actief omwille van hen die vanwege van hun geloof vervolgd worden. „De Wereldraad van Kerken had op dit punt een blinde vlek tijdens de periode van het communisme, maar onder de huidige algemeen secretaris is het onderwerp weer geheel terug op de agenda gekomen.”
Vrijheid van godsdienst is er voor iedereen, poneert prof. Sauer als zijn uitgangspunt – en dat van de WEA. „De godsdienstvrijheid is ondeelbaar en een van de belangrijkste vrijheden die verwoord zijn in het handvest van de Verenigde Naties. Dat het recht voor allen geldt, is iets wat in de geschiedenis niet vanzelfsprekend was. Een godsdienstige meerderheid heeft de neiging zichzelf als maatstaf te zien en houdt daarom altijd moeite met minderheden die daarvan afwijken.”
Dat geldt volgens hem ook voor de westerse cultuur in het algemeen, die eeuwenlang gestempeld is geweest door de christelijke religie. Zij staat argwanend tegenover groepen die erbij zijn gekomen, zoals migranten. „Een meerderheid heeft vaak geen gevoeligheid voor minderheden en erkent alleen de eigen groep. Dat kan ook gelden voor de volkskerk. Ik kom uit Duitsland, waar de landelijke protestantse kerk een soort van coalitie heeft gevormd met de samenleving. Hierdoor worden vanuit een bepaalde kerkelijke arrogantie andere stromingen gemarginaliseerd of veronachtzaamd. Wat in Duitsland een vrije kerk genoemd wordt, is echter elders in de wereld de normale vorm van kerk-zijn, en wat hier volkskerk heet, is elders iets exotisch.”
In de verklaring van de WEA wordt de vrijheid van godsdienst voor allen Bijbels verdedigd met de mens als het beeld van God. In hoeverre speelt de waarheidsvraag een rol?
„God heeft alle mensen een vermogen gegeven om vrij te beslissen, dat geldt ook welke religie men kiest of wanneer men geen enkele religie wenst. Dat betekent niet dat de waarheidsvraag er niet toe doet, integendeel zelfs. Vanuit christelijk oogpunt zie ik het christendom als het enige ware antwoord op Gods openbaring. Ik beschouw het antwoord van iemand met een niet-christelijke religie als geheel onjuist, maar daarmee verdedig ik wel zijn recht op zijn dwaling. Waarheidsaanspraak en vrijheid zijn van elkaar te onderscheiden, zowel individueel als collectief.”
Is dat een visie die de WEA heeft ontwikkeld in de toenemende samenwerking met de Wereldraad van Kerken?
„Deze opvatting was al gangbaar sinds de oprichting van de Evangelische Alliantie in 1846. De organisatie heeft zich bijvoorbeeld ingezet voor de vrijheid van Jehova’s Getuigen. De WEA heeft steeds een massieve opvatting van godsdienstvrijheid verdedigd en die ook ingebracht in landen waar sprake was van godsdienstige vervolging en discriminatie. Zo hebben wij ons sterk gemaakt voor de afschaffing van de blasfemiewetten in Pakistan en participeerden wij daarover in een consultatie die door de Wereldraad van Kerken in Genève werd georganiseerd, samen met moslimgroepen. Een belangrijk middel is hiervoor het Global Christian Forum, onder meer door bijeenkomsten in Straatsburg. We maken ons als WEA sterk voor het onderzoek naar discriminatie, vervolging en martelaarschap. We zijn immers één Lichaam van Christus en dienen daarom één gezamenlijke stem van christenen in de wereld te verwoorden.”
Een van uw doelstellingen is christenen voor te bereiden op vervolging en zo nodig martelaarschap. Waarom dit doel?
„Omdat christen-zijn onlosmakelijk verbonden is met de bereidheid om te getuigen en daarvoor te lijden. De bereidheid om te lijden en de inzet voor vrijheid van godsdienst zijn twee zijden van een en dezelfde medaille. Dat lijden neemt evenwel vele vormen aan, van subtiel negeren en belachelijk maken tot expliciete vervolging met lichamelijke marteling en moord. Als we vervolging alleen zien als een systematische repressie door de staat, zoals in de Vroege Kerk, is dat een ongeoorloofde reductie. Er bestaan diverse graden van vijandschap, niet alleen van de kant van de staat, maar ook van sociale groepen of eigen familie. Ons onderzoeksinstituut onderzoekt deze feiten vanuit theoretisch en empirisch perspectief.”
Er wordt weleens gezegd: In de vorige eeuw zijn er nog nooit zo veel christenen vervolgd en zijn er nog nooit zo veel mensen tot geloof gekomen.
„Het is bijzonder lastig om tot betrouwbare schattingen van vervolging te komen. Statistieken doen de werkelijkheid gauw tekort. Pew Research Center geeft aan dat wereldwijd 76 procent van de wereldbevolking leeft in een context waarin godsdienstvrijheid ernstig beperkt is. Volgens de World Watch List van Open Doors International lijden christenen in meer dan vijftig landen in verschillende graden onder discriminatie en vervolging. Er zijn twee factoren die de vrijheid van godsdienst beperken: van de kant van de staat en van de samenleving, twee factoren die elkaar ook wederzijds beïnvloeden. Gaat het om getallen, dan zou men kunnen spreken van een groep tussen de 100 en de 200 miljoen christenen. Echter, lang niet in alle gevallen is er sprake van acute vervolging en ook binnen landen waar vervolging heerst, moeten we gradaties aanbrengen, zoals in Nigeria. ‘Slechts’ de helft van de bevolking daar heeft met acute vervolging te maken.”
Hoe hoog schat u het aantal dodelijke slachtoffers onder christenen?
„Als wij ons baseren op onderzoeken zoals van Open Doors International dan gaat het om een getal van 5479, in de periode van zeventien maanden tussen 1 november 2012 en 31 maart 2014. Dat betreft een getal van geregistreerde mensen van wie men zeker weet dat zij omgekomen zijn als direct gevolg van hun christen-zijn. Maar andere onderzoeksinstituten, zoals World Christian Data Base, tellen ook slachtoffers die indirect zijn omgekomen als gevolg van hun christen-zijn, zoals tijdens burgeroorlogen in Congo en Rwanda. Dan lopen de schattingen soms in de miljoenen. Het International Institute for Religious Freedom is van mening dat al te grote getallen niet alleen niet te bewijzen zijn, maar ook contraproductief werken. Wij staan nog maar aan het begin van het onderzoek en proberen elk jaar zorgvuldig materiaal aan te leveren ter bepaling van de index van de christenvervolging.”
Zijn er wel trends vast te stellen?
„De vrijheid van godsdienst neemt in het algemeen af, zeker de afgelopen zes jaar. In steeds meer landen verslechtert de situatie, al zijn er elders in de wereld ook weer verbeteringen te signaleren. Christenvervolging kent in de geschiedenis altijd golfbewegingen. Structureel gegeven is wel dat christenen een tweederangspositie innemen in landen die door moslims worden geregeerd.
Daar komt de laatste tijd ook het hindoeïsme bij. In India huldigt de huidige president de ideologie van het Hindoe-twa: de ware burger van India is volgens hem alleen de hindoe. Christenen zien zwarte wolken zich boven hun land pakken en vrezen invoering van de oude antibekeringswetten. Het bizarre is dat niet christenen beschuldigd kunnen worden van zogenaamd gedwongen bekering van hindoes, maar dat juist het omgekeerde plaatsvindt. Dat gebeurt momenteel ook in Sri Lanka, waar het boeddhisme alle rechten opeist. Christenen staan daar onder toenemende druk, vooral op het platteland, waar voorgangers verdreven en kerken in brand worden gestoken.”
Wat moet de houding van de christen zijn: passief de vervolging ondergaan of publiek protesteren?
„Dat laatste is passend, mits de kerken maar de meerwaarde laten zien van hun protest ten opzichte van hen die alleen strijden voor mensenrechten, hoe belangrijk die ook zijn. De christen heeft de belofte dat uit alle ellende God iets goeds kan scheppen en dat hij in eeuwigheid met Christus mag regeren in een nieuwe wereld. Zijn getuigenis kan ook effect hebben op degenen die hem vervolgen. Het is waar dat de christenen als schapen onder wolven verkeren, maar omgekeerd is het ook waar dat wolven schapen worden.”
U schrijft ergens dat de kerk in het Westen zich moet voorbereiden op vervolging. Is de kerk daartoe in staat?
„Ik ben bang van niet. De grootste vraag voor de kerk in het Westen is: Heeft het geloof genoeg zeggingskracht en is er bereidheid om ervoor te lijden? Er zijn veel gevaren die het christendom bedreigen. Die van buitenaf zijn gemakkelijker te onderkennen, maar de gevaren van binnenuit komen sluipenderwijs. Ik heb de indruk dat de kerk in het Westen slaperig is geworden. Er is hier geen openlijke vervolging, maar als je trouw wilt zijn aan je opvattingen, door bijvoorbeeld geen abortus uit te willen voeren, kan het je je baan kosten.”
Soms klinkt het alarmerend dat het in het seculiere Westen steeds moeilijker wordt om als christen publiek te leven.
„Voor een christen is er in het Westen álle vrijheid om als christen te leven, alleen je moet er een prijs voor betalen.”
Christof Sauer
Prof. dr. Christof Sauer werd in 1963 geboren in het Duitse Ummendorf (Baden-Württemberg). Hij studeerde theologie in Tübingen en promoveerde in de missiologie aan de Universiteit van Zuid-Afrika in Pretoria. Daar is hij hoogleraar missiologie op contractbasis, met daarnaast een gasthoogleraarschap in Stellenbosch. Prof. Sauer werd recent aangesteld als hoogleraar godsdienstwetenschappen en missiologie aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) in Leuven. Zijn onderzoeksopdracht heeft een specifieke focus op godsdienstvrijheid en vervolging. Sauer is medeoprichter van het International Institute for Religious Freedom (IIRF) en redacteur van het wetenschappelijke tijdschrift International Journal for Religious Freedom en verschillende boekenseries over dit thema.